Technologiespecifieke programmering | Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE
Invoer
12 FUNCTION MODE TURN "AC_TURN"
11 FUNCTION MODE SET "Range1"
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
FUNCTION MODE
MILL, TURN,
GRIND of SET
" " of QS
Instructies
Let op: risico op aanzienlijke materiële schade!
Bij de draaibewerking treden bijvoorbeeld door hoge toerentallen en zware
alsmede niet-uitgebalanceerde werkstukken zeer hoge fysische krachten op.
Bij verkeerde bewerkingsparameters, onbalans waar geen rekening mee wordt
gehouden of verkeerde opspanning bestaat er tijdens de bewerking hoger risico
voor ongevallen!
Werkstuk in spilcentrum opspannen
Werkstuk stevig opspannen
Lage toerentallen programmeren (zo nodig verhogen)
Toerental beperken (zo nodig verhogen)
Onbalans elimineren (kalibreren)
Met de optionele machineparameter CfgModeSelect (nr. 132200) definieert de
machinefabrikant de instellingen voor de functie FUNCTION MODE SET. Wanneer
de machinefabrikant de machineparameter niet definieert, is iFUNCTION MODE
SET niet beschikbaar.
Wanneer de functies Bewerkingsvlak zwenken of TCPM actief zijn, kunt u de
bewerkingsmodus niet omschakelen.
In de draaimodus moet het referentiepunt zich in het draaispilcentrum bevinden.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
; draaimodus met geselecteerde kinematica
activeren
; instelling machinefabrikant activeren
Betekenis
Syntaxisopener voor de Bewerkingsmodus
Bewerkingsmodus of instelling machinefabrikant selecteren
Naam van een kinematica of machinefabrikant-instelling of
QS-parameters met de naam
U kunt de instelling via een keuzemenu selecteren.
Syntaxiselement optioneel
WAARSCHUWING
8
215