14
Cyclusverloop nabewerken
Als het startpunt binnen het te verspanen gedeelte ligt, positioneert de besturing het
gereedschap vooraf in de Z-coördinaat op veiligheidsafstand.
1 De besturing voert in ijlgang de asparallelle aanzetbeweging uit.
2 De besturing bewerkt de contour van het bewerkte werkstuk (van startpunt van
de contour tot eindpunt van de contour) na met de gedefinieerde aanzet Q505.
3 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig-
heidsafstand terug.
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van
de cyclus.
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN
uitvoeren.
De gereedschapspositie bij de cyclusoproep (startpunt van de cyclus) beïnvloedt
het te verspanen gedeelte.
Als in CUTLENGTH een waarde is ingevoerd, dan wordt deze in acht genomen
bij het voorbewerken in de cyclus. Er volgt een aanwijzing en een automatische
verlaging van de diepte-instelling.
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli.
Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712
Aanwijzing voor het programmeren
Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius-
correctie R0 programmeren.
718
Bewerkingscycli | Cycli voor frees-draaibewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022