Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar
de veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
2 Aansluitend voert de besturing een spiloriëntatie uit op de 0°-positie en verplaatst
het gereedschap met de vrijloopverplaatsing
3 Aansluitend steekt het gereedschap met de aanzet voorpositioneren in de voor-
geboorde boring in, totdat de snijkant op veiligheidsafstand onder de onderkant
van het werkstuk staat
4 De besturing verplaatst nu het gereedschap weer naar het midden van de boring.
Schakelt de spil en, indien nodig, het koelmiddel in en verplaatst dan met aanzet
vrijloop tot op de ingevoerde kamerhoogte
5 Indien dit zo ingevoerd is, staat het gereedschap stil op de bodem van de
verplaatsing. Vervolgens trekt het gereedschap zich weer uit de boring terug, het
voert een spiloriëntatie uit en verplaatst zich opnieuw over de vrijloopafstand
6 Tenslotte verplaatst het gereedschap zich met FMAX naar de veiligheidsafstand
7 De besturing positioneert het gereedschap weer terug naar het midden van de
boring
8 De besturing herstelt de spilstatus van het cyclusbegin
9 Evt. verplaatst de besturing naar de 2e veiligheidsafstand. De 2e veilig-
heidsafstand Q204 werkt pas wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de
veiligheidsafstand Q200
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
471