14
Strategie Q389=4
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang met FMAX vanaf de actuele
positie in het bewerkingsvlak naar het startpunt 1: het startpunt in het bewer-
kingsvlak ligt op een afstand gelijk aan de gereedschapsradius en de zijdelingse
veiligheidsafstand versprongen naast het werkstuk.
2 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang met FMAX in de
spilas naar de veiligheidsafstand.
3 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich met de aanzet frezen Q207 in de
spilas naar de door de besturing berekende eerste diepte-instelling.
4 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich met de geprogrammeerde Aanzet
frezen met een tangentiële benaderingsbeweging naar het beginpunt van de
freesbaan.
5 De besturing bewerkt het eindvlak met aanzet frezen van buiten naar binnen met
steeds kortere freesbanen. Door de constante zijdelingse verplaatsing grijpt het
gereedschap permanent aan.
6 Het proces herhaalt zich, totdat het ingevoerde vlak volledig is bewerkt. Aan het
einde van de laatste baan positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang
FMAX terug naar startpunt 1.
7 Indien er meerdere verplaatsingen noodzakelijk zijn, verplaatst de besturing
het gereedschap met positioneeraanzet in de spilas naar de volgende diepte-
instelling.
8 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste
verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet
nabewerken afgefreesd.
9 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de
2e veiligheidsafstand.
570
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022