Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u de parameter posAfterContPocket (nr. 201007) op
ToolAxClearanceHeight hebt ingesteld, positioneert de besturing het
gereedschap na het cycluseinde uitsluitend in de gereedschapsas op de veilige
hoogte. De besturing positioneert het gereedschap niet op het bewerkingsvlak.
Gereedschap na cycluseinde met alle coördinaten van het bewerkingsvlak
positioneren, bijv. L X+80 Y+0 R0 FMAX
Na de cyclus een absolute positie programmeren, geen incrementele
verplaatsing
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Bij het naruimen houdt de besturing geen rekening met een gedefinieerde slijta-
gewaarde DR van het voorruimgereedschap.
Als tijdens de bewerking M110 actief is, wordt bij aan de binnenkant gecor-
rigeerde cirkelbogen de aanzet dienovereenkomstig gereduceerd.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q1, komt de besturing met een
foutmelding.
Eventueel een door het midden snijdende vingerfrees (DIN 844) gebruiken
of voorboren met cyclus 21.
Aanwijzingen voor het programmeren
In geval van kamercontouren met scherpe binnenhoeken kan bij toepassing van
een overlappingsfactor groter dan een restmateriaal bij het ruimen blijven staan.
Met name de binnenste baan moet aan de hand van een grafische testweergave
worden gecontroleerd en eventueel moet de overlappingsfactor enigszins
worden gewijzigd. Daardoor ontstaat een andere snede-opdeling, wat vaak tot het
gewenste resultaat leidt.
De instelling voor het insteken van cyclus 22 kunt u vastleggen met parameter
Q19 en in de gereedschapstabel met de kolommen ANGLE en LCUTS:
Als Q19=0 is gedefinieerd, steekt de besturing loodrecht in, ook wanneer voor
het actieve gereedschap een insteekhoek (ANGLE) is gedefinieerd
Als u ANGLE=90° definieert, steekt de besturing loodrecht in. Als
insteekaanzet wordt dan pendelaanzet Q19 gebruikt
Als pendelaanzet Q19 in cyclus 22 is gedefinieerd en ANGLE in de gereed-
schapstabel tussen 0,1 en 89,999 is gedefinieerd, steekt de besturing
helixvormig in met de vastgelegde ANGLE
Als de pendelaanzet in cyclus 22 is gedefinieerd en er geen ANGLE in de
gereedschapstabel staat, komt de besturing met een foutmelding
Als de geometrische omstandigheden zodanig zijn dat er niet helixvormig
kan worden ingestoken (sleuf), probeert de besturing pendelend in te steken
(de pendellengte wordt dan berekend uit LCUTS en ANGLE (pendellengte =
LCUTS / tan ANGLE))
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
14
585