19
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Het in het keuzemenu geselecteerde coördinatensysteem werkt ook voor de
Handwiel-override met M118, ondanks niet-actieve globale programma-
instellingen GPS. Tijdens de Handwiel-override en de volgende bewerking
bestaat er botsingsgevaar!
Vóór het verlaten van het invoerscherm altijd het coördinatensysteem Machine
(M-CS) selecteren
Werking aan de machine testen
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer beide mogelijkheden voor de Handwiel-override met M118 en
met behulp van de globale programma-instellingen GPS gelijktijdig werken,
beïnvloeden de definities elkaar en afhankelijk van de activeringsvolgorde. Tijdens
de Handwiel-override en de volgende bewerking bestaat er botsingsgevaar!
Slechts één type Handwiel-override gebruiken
Bij voorkeur de Handwiel-override van de functie Globale programma-
instellingen gebruiken
Werking aan de machine testen
HEIDENHAIN raadt gelijktijdig gebruik van de beide mogelijkheden voor
Handwiel-override af. Als M118 niet uit het NC-programma kan worden
verwijderd, moet ten minste de Handwiel-override van GPS vóór de
programmaselectie worden geactiveerd. Daarmee is gewaarborgd dat de
besturing de functie GPS en niet M118 gebruikt.
Wanneer noch met het NC-programma noch via de globale programma-
instellingen coördinaattransformaties geactiveerd zijn, werkt de Handwiel-
override in alle coördinatensystemen identiek.
Wanneer u tijdens de bewerking bij actieve functie DCM de Handwiel-override
wilt gebruiken, moet de besturing zich in de onderbroken of de gestopte toestand
bevinden. Als alternatief kunt u DCM ook deactiveren.
Verdere informatie: "Dynamische botsingsbewaking DCM (optie #40)",
Pagina 1112
De Handwiel-override in virtuele asrichting VT vereist noch een PLANE-functie
noch de functie FUNCTION TCPM.
Met machineparameter axisDisplay (nr.100810) definieert u of de besturing de
virtuele as VT ook in de digitale uitlezing van het werkgebied Posities toont.
Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145
19.5.9
Functie Aanzetfactor
Toepassing
Met de functie Aanzetfactor kunt u de actieve aanzetsnelheden op de machine
beïnvloeden, bijvoorbeeld om de aanzetsnelheden van een CAM-programma aan
te passen. Hierdoor kunt u voorkomen dat het CAM-programma opnieuw met de
postprocessor wordt uitgevoerd. U wijzigt daarbij alle aanzetsnelheden procentueel
zonder wijzigingen in het NC-programma uit te voeren.
1174
Regelfuncties | Globale programma-instellingen GPS (optie #44)
AANWIJZING
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022