14
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang met FMAX vanuit de actuele
positie met positioneerlogica naar het startpunt 1: is de actuele positie in de
spilas groter dan de 2e veiligheidsafstand, dan verplaatst de besturing het
gereedschap eerst in het bewerkingsvlak en daarna in de spilas, en anders eerst
naar de 2e veiligheidsafstand en daarna in het bewerkingsvlak. Het startpunt in
het bewerkingsvlak ligt op een afstand gelijk aan de gereedschapsradius en de
zijdelingse veiligheidsafstand naast het werkstuk
2 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich met de positioneeraanzet in de spilas
naar de door de besturing berekende eerste diepte-instelling
Strategie Q389=0
3 Daarna verplaatst het gereedschap zich met de geprogrammeerde aanzet frezen
naar het eindpunt 2. Het eindpunt ligt buiten het vlak. De besturing berekent het
eindpunt uit het geprogrammeerde startpunt, de geprogrammeerde lengte, de
geprogrammeerde zijdelingse veiligheidsafstand en de gereedschapsradius
4 De besturing verplaatst het gereedschap met aanzet voorpositioneren naar het
startpunt van de volgende regel; de besturing berekent de verstelling uit de gepro-
grammeerde breedte, de gereedschapsradius en de maximale factor baano-
verlapping
5 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich terug in de richting van het startpunt
1
6 Het proces herhaalt zich, totdat het ingevoerde vlak volledig is bewerkt. Aan het
eind van de laatste baan vindt de positionering plaats naar de volgende bewer-
kingsdiepte
7 Om loze slagen te vermijden, wordt het vlak vervolgens in omgekeerde volgorde
bewerkt
8 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste
verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet
nabewerken afgefreesd
9 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de
2e veiligheidsafstand
664
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022