14
Cyclusparameters
Helpscherm
Voorbeeld
11 CYCL DEF 201 NABEWERKEN ~
Q200=+2
Q201=-20
Q206=+150
Q211=+0
Q208=+99999
Q203=+0
Q204=+50
12 L X+30 Y+20 FMAX M3
13 CYCL CALL
448
Bewerkingscycli | Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie
Parameter
Q200 Veiligheidsafstand?
Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
Q201 Diepte?
Afstand werkstukoppervlak – bodem van de boring. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q206 Aanzet diepteverplaatsing?
Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het ruimen in
mm/min
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU
Q211 Stilstandstijd onder?
Tijd in seconden die het gereedschap op de bodem van de
boring stilstaat.
Invoer: 0...3600.0000 Alternatief PREDEF
Q208 Aanzet terugtrekken?
Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het terug-
trekken uit de boring in mm/min. Wanneer Q208 = 0 wordt
ingevoerd, dan geldt aanzet ruimen.
Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte?
Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het
actieve referentiepunt. De waarde werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q204 2e veiligheidsafstand?
Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en
werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;DIEPTE ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;AANZET TERUGTREKKEN ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022