Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 957

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Coördinaattransformatie | Referentiesystemen
15.1.2
Basisprincipes van coördinatensystemen
Soorten coördinatensystemen
Om unieke coördinaten te verkrijgen, moet u een punt in alle assen van het
coördinatensysteem definiëren:
Assen
Een
Twee
Drie
Wanneer de assen loodrecht ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, vormen ze een
cartesiaans coördinatensysteem.
Met de rechterhandregel kunt u een driedimensionaal cartesiaans
coördinatensysteem nabootsen. De vingertoppen wijzen in de positieve richtingen
van de assen.
Oorsprong van het coördinatensysteem
Voor eenduidige coördinaten is een gedefinieerd referentiepunt vereist waaraan de
waarden gerelateerd zijn, uitgaande van 0. Dit punt is het nulpunt van de coördinaat
die bij alle driedimensionale cartesiaanse coördinatenstelsels van de besturing in het
snijpunt van de assen ligt. De coördinatenoorsprong heeft de coördinaten X+0, Y+0
en Z+0.
15.1.3
Machinecoördinatensysteem M-CS
Toepassing
In het machinecoördinatensysteem M-CS programmeert u constante posities,
bijvoorbeeld een veilige positie voor het terugtrekken. Ook de machinefabrikant
definieert constante posities in M-CS, bijvoorbeeld de gereedschapswisselpositie.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Functie
In een eendimensionaal coördinatensysteem definieert u met
een coördinaatgegeven een punt op een cijferlijst.
Voorbeeld: Op een gereedschapsmachine belichaamt een
lengtemeetsysteem een getallenstraal.
In een tweedimensionaal coördinatensysteem definieert u met
behulp van twee coördinaten een punt in een vlak.
In een driedimensionaal coördinatensysteem definieert u met
behulp van drie coördinaten een punt in de ruimte.
15
957

Advertenties

loading