14
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Helpscherm
Parameter
Q435 Stilstanddiepte?
Coördinaat van de spilas waarop het gereedschap moet
blijven stilstaan. De functie is niet actief bij invoer van
0 (standaardinstelling). Toepassing: Bij het maken van
doorgaande boringen is bij sommige gereedschappen een
korte stilstandtijd noodzakelijk vóór het terugtrekken op de
bodem van de boring, om de spanen omhoog te transporte-
ren. Waarde kleiner dan Q201 DIEPTE definiëren. De waarde
werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
Q401 Aanzetfactor in %?
Factor waarmee de besturing de aanzet na het bereiken van
Q435 STILSTANDDIEPTE vermindert.
Invoer: 0.0001...100
Q202 Maximale dieptestap?
Maat waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst.
Q201 DIEPTE hoeft geen veelvoud van Q202 te zijn. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
Q212 Afnamewaarde?
Waarde waarmee de besturing Q202 Aanzetdiepte na elke
verplaatsing vermindert. De waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
Q205 Minimale diepteverplaatsing?
Wanneer Q212 AFNAMEWAARDE niet gelijk is aan 0,
begrenst de besturing de verplaatsing tot deze waarde. De
diepte-instelling kan dus niet kleiner worden dan Q205. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
482
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022