3
Gereedschap naar een veilige positie verplaatsen en NC-programma beëindigen
U verplaatst het gereedschap als volgt naar een veilige positie:
21 L Z+250 R0 FMAX M30
Gedetailleerde informatie
Bewerkingscycli
Verdere informatie: "Bewerkingscycli", Pagina 429
Cyclus oproepen
Verdere informatie: "Cycli oproepen", Pagina 435
3.3.10
Besturingsinterface instellen om te simuleren
In de werkstand Programmeren kunt u de NC-programma's ook grafisch testen. De
besturing simuleert het in het werkgebied Programma het actieve NC-programma.
Om het NC-programma te simuleren, moet u het werkgebied Simulatie openen.
Werkgebied Simulatie openen
Om additionele werkgebieden in de werkstand Programmeren te kunnen openen,
moet een NC-programma geopend zijn.
U opent het werkgebied Simulatie als volgt:
In de toepassingsbalk Werkgebied selecteren
Simulatie selecteren
De besturing toont vervolgens het werkgebied Simulatie.
132
Baanfunctie L selecteren
Z selecteren
Waarde invoeren, bijvoorbeeld 250
Gereedschapsradiuscorrectie R0 selecteren
Aanzet FMAX selecteren
Additionele functie M invoeren, bijvoorbeeld M30, programma-
einde
Bevestigen selecteren
De besturing beëindigt de NC-regel en het NC-programma.
Bij het simuleren kunt u de kolom Invoerscherm sluiten voor een beter
overzicht van het NC-programma en het werkgebied Simulatie.
U kunt het werkgebied Simulatie ook openen met de werkstandtoets
Programmatest.
Eerste stappen | Werkstuk programmeren en simuleren
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022