11
Voorbeeld
11 L Y+20 RR F100
12 DEP CT CCA 180 R+8 F100
13 L Z+100 FMAX M2
11.5.10 Functies voor verlaten DEP LCT en DEP PLCT
Toepassing
Met deze functies verlaat de besturing de contour via een cirkelbaan met tangentiële
aansluiting en rechte. Met DEP LCT definieert u het eindpunt cartesiaans en met DEP
PLCT polair.
Functiebeschrijving
De besturing verlaat de contour als volgt:
Een cirkelbaan van het laatste contourpunt P
Een rechte van hulppunt P
Wanneer u in de startregel de Z-coördinaat programmeert, verplaatst de
besturing simultaan van hulppunt P
De cirkelbaan sluit zowel op het laatste contourelement als op de rechte van
P
tot P
H
vastgelegd.
DEP LCT en DEP PLCT programmeren
U definieert de functie voor verlaten als volgt:
Laatste contourelement met eindpunt P
338
naar eindpunt P
H
tangentieel aan. Zo wordt de cirkelbaan door de radius R eenduidig
N
Wanneer deze baanvorm polair geprogrammeerd wordt, moet vooraf een
pool CC gedefinieerd worden.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317
APPR DEP selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld DEP LN
Coördinaten van eindpunt P
Radius R van de cirkelbaan positief definiëren
Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
; Laatste contourelement: P
radiuscorr. RR
; Middelpuntshoek CCA 180°, radius van
cirkelbaan R 8
; Z terugtrekken, terugspringen, einde
programma
naar hulppunt P
E
N
naar eindpunt P
.
H
N
en radiuscorrectie programmeren
E
definiëren
N
met
E
H
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022