Pagina 1
Gebruikershandboek HEIDENHAIN- klaartekst-dialoog TNC 620 NC-software 734980-01 734981-01 Nederlands (nl) 9/2012...
Pagina 2
Bedieningselementen van de TNC Beheer van programma's/bestanden, TNC-functies Bedieningselementen op het beeldscherm Toets Functie Toets Functie Programma's/bestanden selecteren en wissen, externe data-overdracht Beeldschermindeling selecteren Programma-oproep definiëren, nulpunt- en puntentabellen selecteren Beeldscherm tussen machine- en programmeerwerkstand omschakelen MOD-functie selecteren Softkeys: functie op het beeldscherm selecteren Helpteksten bij NC-foutmeldingen weergeven, TNCguide oproepen...
Pagina 3
Gereedschapsgegevens Coördinatenassen en cijfers invoeren, bewerken Toets Functie Toets Functie Gereedschapsgegevens in het Coördinatenassen selecteren resp..programma definiëren in het programma invoeren Gereedschapsgegevens oproepen Cijfers . . . Decimaalteken/voorteken omkeren Baanbewegingen programmeren Toets Functie Poolcoördinaten invoer/incrementele Contour benaderen/verlaten waarden Q-parameterprogrammering/ Vrije contourprogrammering FK...
Pagina 5
Wenst u wijzigingen of hebt u fouten ontdekt? Wij streven er voortdurend naar onze documentatie voor u te verbeteren. U kunt ons daarbij helpen. De door u gewenste wijzigingen kunt u per e-mail toezenden aan: tnc-userdoc@heidenhain.de. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 6
TNC grondig wilt leren kennen. Gebruikershandboek Cyclusprogrammering: Alle cyclusfuncties (tast- en bewerkingscycli) zijn in een afzonderlijk gebruikershandboek beschreven. Neem contact op met HEIDENHAIN, wanneer u dit gebruikershandboek nodig hebt. ID: 679295-xx...
Pagina 7
Software-opties De TNC 620 beschikt over diverse software-opties die door uw machinefabrikant vrijgegeven kunnen worden. Iedere optie moet afzonderlijk worden vrijgegeven en omvat steeds de hierna genoemde functies: Hardware-opties Additionele as voor 4 assen en ongestuurde spil Additionele as voor 5 assen en ongestuurde spil...
Pagina 8
Advanced programming features (optienummer 19) Vrije contourprogrammering FK Programmering in HEIDENHAIN-klaartekst met grafische ondersteuning voor werkstukken met niet op NC afgestemde maatvoering Bewerkingscycli Diepboren, ruimen, uitdraaien, verzinken, centreren (cycli 201 - 205, 208, 240, 241) Frezen van binnen- en buitendraad (cycli 262 - 265, 267)
Pagina 9
U kunt met een tegen betaling verkrijgbaar sleutelgetal de FCL- functies permanent vrijschakelen. Neem daartoe contact op met uw machineleverancier of met HEIDENHAIN. Gebruiksomgeving De TNC voldoet aan de eisen van klasse A volgens EN 55022 en is hoofdzakelijk bedoeld voor gebruik in een industriële omgeving.
Pagina 11
Inhoud Eerste stappen met de TNC 620 Inleiding Programmeren: basisprincipes, bestandsbeheer Programmeren: Programmeerondersteuning Programmeren: gereedschappen Programmeren: contouren programmeren Programmeren: subprogramma's en herhalingen van programmadelen Programmeren: Q-parameters Programmeren: additionele functies Programmeren: speciale functies Programmeren: meerassige bewerking Programmeren: Palletbeheer Handbediening en instellen...
Pagina 13
1 Eerste stappen met de TNC 620 ..33 1.1 Overzicht ..34 1.2 Machine inschakelen ..35 Stroomonderbreking bevestigen en referentiepunten benaderen ..35 1.3 Het eerste onderdeel programmeren ..36 De juiste werkstand selecteren ..36 De belangrijkste bedieningselementen van de TNC ..36 Een nieuw programma openen/bestandsbeheer ..
Pagina 15
Absolute en incrementele werkstukposities ..81 Referentiepunt selecteren ..82 3.2 Programma's openen en invoeren ..83 Opbouw van een NC-programma in HEIDENHAIN-klaartekst-formaat ..83 Onbewerkt werkstuk definiëren: BLK FORM ..83 Nieuw bewerkingsprogramma openen ..84 Gereedschapsverplaatsingen in klaartekstdialoog programmeren ..86 Actuele posities overnemen ..
Pagina 16
4 Programmeren: Programmeerondersteuning ..123 4.1 Beeldschermtoetsenbord ..124 Tekst via het beeldschermtoetsenbord invoeren ..124 4.2 Commentaar invoegen ..125 Toepassing ..125 Commentaar in een eigen regel ..125 Functies bij het bewerken van het commentaar ..126 4.3 Programma's structureren ..
Pagina 17
Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren ..150 Gereedschapstabellen importeren ..156 Plaatstabel voor gereedschapswisselaar ..157 Gereedschapsgegevens oproepen ..160 Gereedschapswissel ..162 Gereedschapsgebruiktest ..165 5.3 Gereedschapscorrectie ..167 Inleiding ..167 Gereedschapslengtecorrectie ..167 Gereedschapsradiuscorrectie ..168 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 18
6 Programmeren: contouren programmeren ..171 6.1 Gereedschapsverplaatsingen ..172 Baanfuncties ..172 Vrije contourprogrammering FK (software-optie Advanced programming features) ..172 Additionele M-functies ..172 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen ..172 Programmeren met Q-parameters ..173 6.2 Basisprincipes van de baanfuncties ..174 Gereedschapsverplaatsing voor een bewerking programmeren ..
Pagina 19
Grafische weergave van de FK-programmering ..207 FK-dialoog openen ..208 Pool voor FK-programmering ..209 Rechten vrij programmeren ..209 Cirkelbanen vrij programmeren ..210 Invoermogelijkheden ..211 Hulppunten ..215 Gegevens met verwijzing ..216 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 20
7 Programmeren: subprogramma's en herhalingen van programmadelen ..223 7.1 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen markeren ..224 Label ..224 7.2 Subprogramma's ..225 Werkwijze ..225 Programmeeraanwijzingen ..225 Subprogramma programmeren ..225 Subprogramma oproepen ..225 7.3 Herhalingen van programmadelen ..226 Label LBL ..
Pagina 22
8.10 Formule direct invoeren ..287 Formule invoeren ..287 Rekenregels ..289 Invoervoorbeeld ..290 8.11 Stringparameters ..291 Functies van de stringverwerking ..291 Stringparameters toewijzen ..292 Stringparameters koppelen ..293 Numerieke waarde naar een stringparameter converteren ..294 Deelstring uit een stringparameter kopiëren ..
Pagina 23
Handwielpositionering tijdens de programma-afloop laten doorwerken: M118 (software-optie Miscellaneous functions) ..330 Terugtrekken van de contour in gereedschapsasrichting: M140 ..331 Bewaking tastsysteem onderdrukken: M141 ..332 Basisrotatie wissen: M143 ..332 Gereedschap bij NC-stop automatisch van de contour vrijzetten: M148 ..333 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 24
10 Programmeren: speciale functies ..335 10.1 Overzicht Speciale functies ..336 Hoofdmenu Speciale functies SPEC FCT ..336 Menu Programma-instellingen ..337 Menu Functies voor contour- en puntbewerkingen ..337 Menu voor definiëren van diverse klaartekst--functies ..338 10.2 Bewerking met parallelle assen U, V en W ..339 Overzicht ..
Pagina 25
Definitie van een gestandaardiseerde vector ..392 Toegestane gereedschapsvormen ..393 Andere gereedschappen gebruiken: Deltawaarden ..393 3D-correctie zonder TCPM ..394 Face Milling: 3D-correctie met TCPM ..394 Peripheral Milling: 3D-radiuscorrectie met TCPM en radiuscorrectie (RL/RR) ..396 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 27
Meetwaarden vanuit de tastcycli in de preset-tabel vastleggen ..425 13.6 3D-tastsysteem kalibreren (software-optie Touch probe functions) ..426 Inleiding ..426 Kalibreren van de actieve lengte ..427 Actieve radius kalibreren en de middenverstelling van het tastsysteem compenseren ..428 Kalibratiewaarden weergeven ..429 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 28
13.7 Scheve ligging van het werkstuk compenseren met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions) ..430 Inleiding ..430 Basisrotatie berekenen ..431 Basisrotatie in de preset-tabel opslaan ..431 Basisrotatie weergeven ..431 Basisrotatie opheffen ..431 13.8 Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions) ..432 Overzicht ..
Pagina 29
14 Positioneren met handinvoer ..445 14.1 Eenvoudige bewerkingen programmeren en uitvoeren ..446 Positioneren met handinvoer toepassen ..446 Programma's uit $MDI opslaan of wissen ..449 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 30
15 Programmatest en programma-afloop ..451 15.1 Grafische weergaven (software-optie Advanced graphic features) ..452 Toepassing ..452 Snelheid van de programmatest instellen ..453 Overzicht: Aanzichten ..454 Bovenaanzicht ..454 Weergave in 3 vlakken ..455 3D-weergave ..456 Detailvergroting ..
Pagina 34
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: Machine inschakelen Het eerste onderdeel programmeren Het eerste onderdeel grafisch testen Gereedschappen instellen Werkstuk instellen Het eerste programma uitvoeren Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 35
Als uw machine is uitgerust met lengte- en hoekmeetsystemen, vervalt het passeren van de referentiepunten. De TNC is nu gebruiksklaar en staat in de werkstand Handbediening. Uitgebreide informatie over dit onderwerp Referentiepunten benaderen: Zie "Inschakelen", bladzijde 406 Werkstanden: Zie "Programmeren/bewerken", bladzijde 61 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 36
Softkeys op het beeldscherm waarmee u, afhankelijk van de actieve bedrijfstoestand, de functie kunt selecteren Uitgebreide informatie over dit onderwerp Programma's maken en wijzigen: Zie "Programma bewerken", bladzijde 89 Toetsenoverzicht: Zie "Bedieningselementen van de TNC", bladzijde 2 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 37
De eerste en de laatste regel van het programma worden automatisch door de TNC gegenereerd. Deze regels kunt u daarna niet meer wijzigen. Uitgebreide informatie over dit onderwerp Bestandsbeheer: Zie "Werken met bestandsbeheer", bladzijde 98 Nieuw programma maken: Zie "Programma's openen en invoeren", bladzijde 83 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 38
0 BEGIN PGM NIEUW MM 1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-40 2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 3 END PGM NIEUW MM Uitgebreide informatie over dit onderwerp Onbewerkt werkstuk definiëren: (zie bladzijde 84) Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 39
4 L Z+250 R0 FMAX Cyclusprogrammering: Zie gebruikershandboek Cycli 5 PATTERN DEF POS1( X... Y... Z... ) ... 6 CYCL DEF... 7 CYCL CALL PAT FMAX M13 8 L Z+250 R0 FMAX M2 9 END PGM BSBCYC MM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 40
Radiuscorr.: RL/RR/geen corr.? met ENT-toets bevestigen: geen radiuscorrectie activeren Aanzet F=? Positioneeraanzet invoeren, bijv. 3000 mm/min, met ENT-toets bevestigen Additionele M-functie? Spil en koelmiddel inschakelen, bijv. M13, met toets END bevestigen: de TNC slaat de ingevoerde verplaatsingsregel op Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 41
Contourpunt benaderen: Y-coördinaat 5 invoeren en met toets END de invoer opslaan Afkanting bij contourpunt definiëren: afkantingsbreedte 20 mm invoeren, met toets END opslaan Contourpunt benaderen: X-coördinaat 5 invoeren en met toets END de invoer opslaan HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 42
Contouren programmeren: Zie "Overzicht van de baanfuncties", bladzijde 185 Programmeerbare aanzetmethoden: Zie "Mogelijke aanzetgegevens", bladzijde 87 Gereedschapsradiuscorrectie: Zie "Gereedschapsradiuscorrectie", bladzijde 168 Additionele M-functies: Zie "Additionele functies voor controle van programma-afloop, spil en koelmiddel", bladzijde 319 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 43
Standaardboorcyclus 200 selecteren: de TNC start de dialoog voor de cyclusdefinitie. Voer stap voor stap de door de TNC gevraagde parameters in. Invoer telkens met ENT-toets bevestigen. De TNC toont in de rechter beeldschermhelft bovendien een grafische weergave met de desbetreffende cyclusparameter HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 44
Radiuscorr.: RL/RR/geen corr.? met ENT-toets bevestigen: geen radiuscorrectie activeren Aanzet F=? met ENT-toets bevestigen: in ijlgang (FMAX) verplaatsen Additionele M-functie? M2 voor programma-einde invoeren, met toets END bevestigen: de TNC slaat de ingevoerde verplaatsingsregel op Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 45
Spil en koelmiddel aan, cyclus oproepen 8 L Z+250 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken, einde programma 9 END PGM C200 MM Uitgebreide informatie over dit onderwerp Nieuw programma maken: Zie "Programma's openen en invoeren", bladzijde 83 Cyclusprogrammering: Zie gebruikershandboek Cycli HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 46
TOOL.T krijgt status S en is daardoor actief voor de programmatest Toets END indrukken: bestandsbeheer verlaten Uitgebreide informatie over dit onderwerp Gereedschapsbeheer: Zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", bladzijde 150 Programma's testen: Zie "Programmatest", bladzijde 463 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 47
Met de softkey het gewenste aanzicht selecteren Bovenaanzicht weergeven Weergave in 3 vlakken 3D-weergave Uitgebreide informatie over dit onderwerp Grafische functies: Zie "Grafische weergaven (software-optie Advanced graphic features)", bladzijde 452 Programmatest uitvoeren: Zie "Programmatest", bladzijde 463 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 48
Softkey START indrukken: de TNC gaat na een onderbreking verder met de programmatest Uitgebreide informatie over dit onderwerp Programmatest uitvoeren: Zie "Programmatest", bladzijde 463 Grafische functies: Zie "Grafische weergaven (software-optie Advanced graphic features)", bladzijde 452 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 49
Met de pijltoetsen naar rechts of naar links de te wijzigen gereedschapsgegevens selecteren Gereedschapstabel verlaten: toets END indrukken Uitgebreide informatie over dit onderwerp Werkstanden van de TNC: Zie "Werkstanden", bladzijde 60 Werken met de gereedschapstabel: Zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", bladzijde 150 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 50
Met de pijltoetsen naar rechts of naar links de te wijzigen gegevens selecteren Plaatstabel verlaten: toets END indrukken Uitgebreide informatie over dit onderwerp Werkstanden van de TNC: Zie "Werkstanden", bladzijde 60 Werken met de plaatstabel: Zie "Plaatstabel voor gereedschapswisselaar", bladzijde 157 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 51
Span het werkstuk met een spaninrichting op de machinetafel. Wanneer uw machine met een 3D-tastsysteem is uitgerust, vervalt het asparallelle uitrichten van het werkstuk. Wanneer u niet over een 3D-tastsysteem beschikt, moet het werkstuk zo worden uitgericht dat het parallel aan de machine-assen is opgespannen. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 52
EINDE voor het verlaten van het menu Uitgebreide informatie over dit onderwerp Werkstand MDI: Zie "Eenvoudige bewerkingen programmeren en uitvoeren", bladzijde 446 Werkstuk uitrichten: Zie "Scheve ligging van het werkstuk compenseren met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions)", bladzijde 430 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 53
Vervolgens toont de TNC de coördinaten van het vastgestelde hoekpunt 0 instellen: softkey REF.PUNT VASTLEGG. indrukken Menu met softkey EINDE verlaten Uitgebreide informatie over dit onderwerp Referentiepunten vastleggen: Zie "Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions)", bladzijde HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 54
Uitgebreide informatie over dit onderwerp Bestandsbeheer: Zie "Werken met bestandsbeheer", bladzijde 98 Programma starten NC-starttoets indrukken: de TNC voert het actieve programma uit Uitgebreide informatie over dit onderwerp Programma's uitvoeren: Zie "Programma-afloop", bladzijde 466 Eerste stappen met de TNC 620...
Pagina 56
Compatibiliteit Bewerkingsprogramma's die u op HEIDENHAIN-contourbesturingen (vanaf TNC 150 B) hebt gemaakt, kunnen beperkt door de TNC 620 worden uitgevoerd. Indien NC-regels ongeldige elementen bevatten, worden deze door de TNC bij het openen van het bestand als ERROR- regels aangegeven.
Pagina 57
De actieve softkeybalk wordt met een oplichtende balk weergegeven. Softkey-keuzetoetsen Softkeybalken omschakelen Vastleggen van de beeldschermindeling Beeldscherm-omschakeltoets voor machine- en programmeerwerkstanden Softkey-keuzetoetsen voor softkeys voor machinefabrikanten Softkeybalken voor softkeys voor machinefabrikanten omschakelen USB-aansluiting HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 58
Beeldschermindeling vastleggen De gebruiker kiest de beeldschermindeling; zo kan de TNC bijv. in de werkstand Programmeren/bewerken het programma in het linker venster tonen, terwijl het rechter venster tegelijkertijd bijv. grafisch het programma weergeeft. Als alternatief kan in het rechter venster ook de onderverdeling van het programma worden getoond of uitsluitend het programma in één groot venster.
Pagina 59
Bedieningspaneel In de compacte uitvoering is de TNC 620 voorzien van een geïntegreerd bedieningspaneel. Als alternatief is de TNC 620 ook leverbaar in een uitvoering met een apart beeldscherm en bedieningspaneel met lettertoetsenbord. Bedieningselementen van het bedieningspaneel: Bestandsbeheer Calculator MOD-functie...
Pagina 60
2.3 Werkstanden Handbediening en El. handwiel Het instellen van de machine gebeurt bij handbediening. In deze werkstand kunnen de machine-assen handmatig of stapsgewijs worden gepositioneerd, de referentiepunten worden vastgelegd en kan het bewerkingsvlak worden gezwenkt. De werkstand El. handwiel ondersteunt het handmatig verplaatsen van de machine-assen met een elektronisch handwiel HR.
Pagina 61
De simulatie wordt grafisch met verschillende aanzichten ondersteund (software-optie Advanced graphic features). Softkeys voor de beeldschermindeling: zie "Automatische programma-afloop en programma-afloop regel voor regel", bladzijde HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 62
Automatische programma-afloop en programma-afloop regel voor regel In Automatische programma-afloop voert de TNC een programma t/m het einde van het programma of tot een handmatige resp. geprogrammeerde onderbreking uit. Na een onderbreking kan de programma-afloop weer worden voortgezet. In Programma-afloop regel voor regel wordt elke regel apart gestart d.m.v.
Pagina 63
Programma-afloop is gestart As is geklemd As kan met het handwiel worden verplaatst Assen worden, rekening houdend met de basisrotatie, verplaatst Assen worden in het gezwenkte bewerkingsvlak verplaatst De functie M128 of FUNCTION TCPM is actief TCPM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 64
Symbool Betekenis Geen programma actief Programma is gestart Programma is gestopt Programma wordt afgebroken Inleiding...
Pagina 65
Hieronder zijn de beschikbare statusweergaven beschreven, die direct via softkeys of shift-softkeys geselecteerd kunnen worden. Houd er rekening mee dat bepaalde hieronder beschreven statusinformatie alleen beschikbaar is, wanneer de bijbehorende software-optie op uw TNC is vrijgegeven. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 66
Overzicht Het statusscherm Overzicht toont de TNC nadat deze is ingeschakeld, voorzover de beeldschermindeling PROGRAMMA+STATUS (resp. POSITIE + STATUS) is geselecteerd. Samengevat is de belangrijkste statusinformatie in het overzichtsscherm opgenomen. Deze informatie treft u ook op meerdere plaatsen in de desbetreffende detailschermen aan. Softkey Betekenis Digitale uitlezing...
Pagina 67
Actieve subprogrammanummers met regelnummer waarin het subprogramma is opgeroepen en het labelnummer dat is opgeroepen Informatie over standaardcycli (tab CYC) Softkey Betekenis Geen directe Actieve bewerkingscyclus keuze mogelijk Actieve waarden van de cyclus 32 Tolerantie HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 68
Actieve additionele M-functies (tab M) Softkey Betekenis Geen directe Lijst met actieve M-functies met gedefinieerde keuze mogelijk betekenis Lijst met actieve M-functies die door uw machinefabrikant worden aangepast Inleiding...
Pagina 69
Gereedschapslengte en -radiussen Overmaten (deltawaarden) vanuit de gereedschapstabel (TAB) en de TOOL CALL (PGM) Standtijd, maximale standtijd (TIME 1) en maximale standtijd bij TOOL CALL (TIME 2) Weergaven van het actieve gereedschap en van het (volgende) zustergereedschap HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 70
Gereedschapsmeting (tab TT) De TNC toont de tab TT alleen dan wanneer deze functie op uw machine actief is. Softkey Betekenis Geen directe Nummer van het gereedschap dat gemeten keuze mogelijk wordt Weergave of gereedschapsradius of -lengte wordt gemeten MIN- en MAX-waarde meting van de afzonderlijke snijkanten en resultaat van de meting met roterend gereedschap (DYN) Nummer van gereedschapssnijkant met...
Pagina 71
Druk op de softkey Q-PARAMETERLIJST. De TNC opent een apart venster waarin u het gewenste bereik voor weergave van de Q-parameters resp. stringparameters kunt invoeren. Met komma's (bijv. Q 1,2,3,4) kunt u meerdere Q-parameters invoeren. Weergavebereiken definieert u met een streepje (bijv. Q 10-14) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 72
2.5 Window-Manager Uw machinefabrikant bepaalt de beschikbare functies en de werking van de Window-Manager. Raadpleeg het machinehandboek! Op de TNC hebt u de Window-Manager Xfce tot uw beschikking. Xfce is een standaardapplicatie voor UNIX-besturingssystemen waarmee de grafische gebruikersinterface kan worden beheerd. Met de Window-Manager kunnen de volgende functies worden uitgevoerd: Taakbalk voor het omschakelen tussen verschillende applicaties (gebruikersinterfaces) weergeven.
Pagina 73
TNC hebt gestart (bijv. naar de pdf-viewer of TNCguide omschakelen). Via het groene HEIDENHAIN-symbool opent u met een muisklik een menu waarmee u informatie krijgt, instellingen kunt uitvoeren of toepassingen kunt starten. De volgende functies zijn beschikbaar:...
Pagina 74
De overdracht van de schakelsignalen vindt via een infraroodtraject zonder kabels plaats. De werking: in de schakelende tastsystemen van HEIDENHAIN registreert een slijtvaste optische sensor het uitwijken van de taststift. Het gegenereerde signaal zorgt ervoor dat de actuele waarde van de actuele positie van het tastsysteem opgeslagen wordt.
Pagina 75
De elektronische handwielen vereenvoudigen het precieze handmatig verplaatsen van de assleden. De verplaatsing per omwenteling van het handwiel is over een groot bereik instelbaar. Naast de inbouwhandwielen HR 130 en HR 150 biedt HEIDENHAIN ook het draagbare handwiel HR 410 aan. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 77
Programmeren: basisprincipes, bestandsbeheer...
Pagina 78
3.1 Basisprincipes Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemerken Op de machine-assen bevinden zich lengte- en hoekmeetsystemen, die de posities van de machinetafel resp. het gereedschap registreren. Er zijn meestal lengtemeetsystemen aan lineaire assen aangebouwd, en hoekmeetsystemen aan rondtafels en zwenkassen. Wanneer een machine-as wordt verplaatst, genereert het bijbehorende lengte- en hoekmeetsysteem een elektrisch signaal, waaruit de TNC de precieze actuele positie van de machine-as bepaalt.
Pagina 79
Z+, de duim in de richting X+ en de wijsvinger in de richting Y+. De TNC 620 kan optioneel maximaal 5 assen besturen. Naast de hoofdassen X, Y en Z zijn er ook parallelle additionele assen U, V en W.
Pagina 80
Poolcoördinaten Als de maatvoering van de productietekening rechthoekig is, moet het bewerkingsprogramma ook met rechthoekige coördinaten gemaakt worden. Bij werkstukken met cirkelbogen of bij hoekmaten is het vaak eenvoudiger de posities d.m.v. poolcoördinaten vast te leggen. Poolcoördinaten beschrijven (in tegenstelling tot de rechthoekige coördinaten X, Y en Z) alleen posities in een vlak.
Pagina 81
X = 20 mm Y = 10 mm Y = 10 mm Absolute en incrementele poolcoördinaten Absolute coördinaten zijn altijd gerelateerd aan de pool en de hoekreferentie-as. Incrementele coördinaten zijn altijd gerelateerd aan de laatst geprogrammeerde positie van het gereedschap. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 82
De referentiepunten kunnen met een 3D-tastsysteem van HEIDENHAIN bijzonder eenvoudig worden vastgelegd. Zie gebruikershandboek Tastcycli "Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsystemen". Voorbeeld...
Pagina 83
De laatste regel van een programma wordt d.m.v. END PGM, de programmanaam en de geldende maateenheid gekenmerkt. HEIDENHAIN adviseert om na de gereedschapsoproep in principe altijd een veiligheidspositie te benaderen, van waaruit de TNC zonder botsingsgevaar kan positioneren voor de bewerking! Onbewerkt werkstuk definiëren: BLK FORM...
Pagina 84
Nieuw bewerkingsprogramma openen Een bewerkingsprogramma moet altijd in de werkstand Programmeren/bewerken worden ingevoerd. Voorbeeld van het openen van een programma: Werkstand Programmeren/bewerken selecteren Bestandsbeheer oproepen: toets PGM MGT indrukken Kies de directory waarin het nieuwe programma moet worden opgeslagen: BESTANDSNAAM = ALT.H Nieuwe programmanaam invoeren en met ENT-toets bevestigen Maateenheid selecteren: softkey MM of INCH...
Pagina 85
Bewerkingsvlak in grafische weergave: XY met de DEL-toets af! De TNC kan de grafische weergave alleen tonen wanneer de kortste zijde minimaal 50 µm en de langste zijde maximaal 99 999,999 mm bedraagt. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 86
Gereedschapsverplaatsingen in klaartekstdialoog programmeren Om een regel te programmeren, moet begonnen worden met een dialoogtoets. In de kopregel van het beeldscherm vraagt de TNC alle vereiste gegevens op. Voorbeeld van een positioneerregel Regel openen COÖRDINATEN? Doelcoördinaat voor X-as invoeren Doelcoördinaat voor Y-as invoeren en met ENT-toets naar de volgende vraag RADIUSCORR.: RL/RR/GEEN CORR.:? "Geen radiuscorrectie"...
Pagina 87
FU niet te combineren met M136 Tandaanzet definiëren (eenheid mm/tand resp. inch/tand) Het aantal tanden moet in de gereedschapstabel in de kolom CUT. gedefinieerd zijn Functies voor dialoogondersteuning Toets Dialoogvraag overslaan Dialoog voortijdig beëindigen Dialoog afbreken en wissen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 88
Actuele posities overnemen De TNC biedt de mogelijkheid de actuele gereedschapspositie in het programma over te nemen, bijv. bij verplaatsingsregels programmeren Cycli programmeren Ga als volgt te werk om hiervoor de juiste positiewaarden over te nemen: Invoerveld op de positie in een regel positioneren waar u een positie wilt overnemen Functie Actuele positie overnemen selecteren: de TNC toont in de softkeybalk de assen waarvan u de...
Pagina 89
Om een bepaalde regel te selecteren, de toets GOTO indrukken, het gewenste regelnummer invoeren en met de ENT-toets bevestigen. Of: de regelnummerstap invoeren en het aantal ingevoerde regels door te drukken op de softkey N REGELS naar boven of naar beneden overslaan HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 90
Functie Softkey/toets Waarde van een geselecteerd woord op nul zetten Foutieve waarde wissen (Niet-knipperende) foutmelding wissen Geselecteerd woord wissen Geselecteerde regel wissen Cycli en programmadelen wissen Regel invoegen die als laatste is bewerkt resp. gewist Regels op een willekeurige plaats invoegen Kies de regel waarachter een nieuwe regel moet worden ingevoegd en open de dialoog Woorden veranderen en invoegen...
Pagina 91
TNC een venster met voortgangsinformatie. Tegelijkertijd kan dan met een softkey het zoekproces worden afgebroken. Willekeurige tekst zoeken Zoekfunctie selecteren: softkey ZOEKEN indrukken. De TNC toont de dialoog Zoek tekst: Gezochte tekst invoeren Tekst zoeken: softkey UITVOEREN indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 92
Programmadelen markeren, kopiëren, wissen en invoegen Om programmadelen binnen een NC-programma of naar een ander NC-programma te kopiëren, beschikt de TNC over de volgende functies: zie tabel hieronder. Ga bij het kopiëren van programmadelen als volgt te werk: Kies de softkeybalk met markeerfuncties Kies de eerste (laatste) regel van het te kopiëren programmadeel Markeer de eerste (laatste) regel: softkey BLOK MARKEREN indrukken.
Pagina 93
De te zoeken tekst invoeren; let op hoofdletters/kleine letters Zoeken starten: de TNC springt naar de volgende regel waarin de gezochte tekst is opgeslagen Zoeken herhalen: de TNC springt naar de volgende regel waarin de gezochte tekst is opgeslagen Zoekfunctie beëindigen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 94
Zoeken/vervangen van willekeurige teksten De functie Zoeken/vervangen is niet mogelijk, indien een programma beveiligd is het programma juist op dat moment door de TNC wordt uitgevoerd Bij de functie ALLE VERVANGEN moet erop worden gelet, dat niet per vergissing tekstdelen worden vervangen die eigenlijk onveranderd moeten blijven.
Pagina 95
U kunt met de TNC bestanden tot een maximale grootte van 2 GByte beheren en opslaan. Afhankelijk van de instelling genereert de TNC na het bewerken en opslaan van NC-programma's een backup- bestand *.bak. Dit kan van invloed zijn op de beschikbare geheugenruimte. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 96
Namen van bestanden Bij programma's, tabellen en teksten zet de TNC achter de bestandsnaam nog een extensie. Deze extensie wordt van de bestandsnaam gescheiden door een punt. Deze extensie geeft het bestandstype aan. PROG20 Bestandsnaam Bestandstype Kies bestandsnamen van maximaal 25 tekens, omdat de TNC anders niet meer de hele naam van het programma kan weergeven.
Pagina 97
Zie "Extra tools voor het beheer van externe bestandstypen" op bladzijde 113. Gegevensbeveiliging HEIDENHAIN adviseert u regelmatig op een pc een back-up te maken van nieuwe programma's en bestanden die in de TNC worden gemaakt. Met de gratis data-overdrachtsoftware TNCremo NT stelt HEIDENHAIN een eenvoudige mogelijkheid ter beschikking voor het maken van back-ups van op de TNC opgeslagen gegevens.
Pagina 98
3.4 Werken met bestandsbeheer Directory's Omdat er op de harde schijf zeer veel programma's resp. bestanden opgeslagen kunnen worden, is het overzichtelijker wanneer de afzonderlijke bestanden onderverdeeld worden in directory's (mappen). In deze directory's kunnen weer onderliggende directory's worden gemaakt, de zogenoemde subdirectory's. Met de toets -/+ of de ENT-toets kunt u subdirectory's weergeven of verbergen.
Pagina 99
Gereedschapstabel importeren Bladzijde 156 Netstations beheren Bladzijde 120 Editor selecteren Bladzijde 112 Bestanden op eigenschappen Bladzijde 111 sorteren Directory kopiëren Bladzijde 107 Directory met alle subdirectory's wissen Directory's van een station weergeven Directory hernoemen Nieuwe directory maken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 100
Bestandsbeheer oproepen Toets PGM MGT indrukken: de TNC toont het venster voor bestandsbeheer (de afbeelding toont de standaardinstelling. Wanneer de TNC een andere beeldschermindeling weergeeft, druk dan op de softkey VENSTER) Het linker, smalle venster toont de beschikbare stations en directory's. Stations duiden de apparaten aan waarmee gegevens opgeslagen worden of waarmee overdracht van gegevens geschiedt.
Pagina 101
1e stap: station selecteren Station in het linkervenster markeren: Station selecteren: softkey KIEZEN indrukken, of ENT-toets indrukken 2e stap: directory selecteren Directory in het linkervenster markeren: het rechtervenster toont automatisch alle bestanden van de gemarkeerde (oplichtende) directory HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 102
3e stap: bestand selecteren Softkey TYPE KIEZEN indrukken Softkey van het gewenste bestandstype indrukken, alle bestanden weergeven: softkey ALLE TON. indrukken, of Bestand in het rechtervenster markeren: softkey KIEZEN indrukken, of ENT-toets indrukken De TNC activeert het geselecteerde bestand in de werkstand van waaruit Bestandsbeheer werd opgeroepen Programmeren: basisprincipes, bestandsbeheer...
Pagina 103
Directory selecteren waarin u het nieuwe bestand wilt maken De nieuwe bestandsnaam met de extensie invoeren, NIEUW op de ENT-toets drukken Dialoog voor het maken van een nieuw bestand openen De nieuwe bestandsnaam met de extensie invoeren, NIEUW op de ENT-toets drukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 104
Afzonderlijk bestand kopiëren Verplaats de cursor naar het bestand dat moet worden gekopieerd Softkey KOPIËREN indrukken: kopieerfunctie selecteren. De TNC opent een apart venster Naam van het doelbestand invoeren en met de ENT- toets of de softkey OK overnemen: de TNC kopieert het bestand naar de huidige directory, resp.
Pagina 105
Alle bestanden overschrijven (veld "Bestaande bestanden" geselecteerd): softkey OK indrukken of Geen bestand overschrijven: softkey AFBREKEN indrukken of Wanneer u een beveiligd bestand wilt overschrijven, moet u dit in het veld "Beveiligde bestanden" selecteren of de procedure afbreken. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 106
Tabel kopiëren Regels in een tabel importeren Wanneer u een tabel naar een bestaande tabel kopieert, kunt u met de softkey VELDEN VERVANGEN afzonderlijke regels overschrijven. Voorwaarden: de bestemmingstabel moet al bestaan het te kopiëren bestand mag alleen de vervangende regels bevatten het bestandstype van de tabellen moet hetzelfde zijn Met de functie VELDEN VERVANGEN worden regels in de bestemmingstabel overschreven.
Pagina 107
Druk op de softkey KOPIËREN: de TNC toont het venster waarin de doeldirectory kan worden geselecteerd Doeldirectory selecteren en met de ENT-toets of de softkey OK bevestigen: de TNC kopieert de geselecteerde directory, inclusief subdirectory's, naar de geselecteerde doeldirectory HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 108
Eén van de laatst geselecteerde bestanden selecteren Bestandsbeheer oproepen De 10 laatst geselecteerde bestanden weergeven: softkey LAATSTE BESTANDEN indrukken Gebruik de pijltoetsen, om de cursor naar het gewenste bestand te verplaatsen: verplaatst de cursor in een venster omhoog en omlaag Bestand selecteren: softkey OK indrukken, of ENT-toets indrukken Bestand wissen...
Pagina 109
Verplaats de cursor naar de directory die moet worden gewist Wisfunctie selecteren: softkey WISSEN indrukken. De TNC vraagt of de directory met alle subdirectory's en bestanden echt moet worden gewist Wissen bevestigen: softkey OK indrukken, of Wissen afbreken: softkey AFBREKEN indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 110
Bestanden markeren Markeringsfunctie Softkey Afzonderlijk bestand markeren Alle bestanden in de directory markeren Markering voor afzonderlijk bestand opheffen Markering voor alle bestanden opheffen Alle gemarkeerde bestanden kopiëren Functies zoals het kopiëren of wissen van bestanden kunnen zowel op afzonderlijke als op meerdere bestanden tegelijkertijd worden toegepast.
Pagina 111
Functie voor het hernoemen selecteren Nieuwe bestandsnaam invoeren; het bestandstype kan niet worden gewijzigd Hernoemen uitvoeren: softkey OK of ENT-toets indrukken Bestanden sorteren Kies de map waarin u de bestanden wilt sorteren Softkey SORTEREN selecteren Softkey met het desbetreffende weergavecriterium selecteren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 112
Additionele functies Bestand beveiligen/bestandsbeveiliging opheffen Zet de cursor op het bestand dat moet worden beveiligd Additionele functies selecteren: softkey ADDIT. FUNCT. indrukken Bestandsbeveiliging activeren: softkey BESCHERMEN indrukken. Het bestand krijgt de status P Bestandsbeveiliging opheffen: softkey ONBESCH. indrukken Editor selecteren Verplaats de cursor in het rechtervenster naar het bestand dat u wilt openen Additionele functies selecteren: softkey ADDIT.
Pagina 113
Meer informatie over de bediening van de PDF-viewer vindt u onder Help. Ga als volgt te werk om de PDF-viewer af te sluiten: Met de muis menu-item Bestand selecteren Menu-item Sluiten selecteren: de TNC keert terug naar Bestandsbeheer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 114
Excel-bestanden weergeven en bewerken Ga als volgt te werk om Excel-bestanden met de bestandsextensie xls of csv direct op de TNC te openen en te bewerken: Bestandsbeheer oproepen Directory selecteren waarin het Excel-bestand is opgeslagen Zet de cursor op het Excel-bestand ENT-toets indrukken: De TNC opent het Excel- bestand met de extra tool Gnumeric in een eigen applicatie...
Pagina 115
TNC-besturingen met andere softwareversies kunnen dergelijke bestanden mogelijk niet door de TNC worden gelezen. Ga als volgt te werk als u Xarchiver wilt afsluiten: Met de muis menu-item Archief selecteren Menu-item Afsluiten selecteren: de TNC keert terug naar Bestandsbeheer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 116
Tekstbestanden weergeven of bewerken Ga als volgt te werk om tekstbestanden (ASCII-bestanden, bijv. met bestandsextensie txt of ini) te openen en te bewerken: Bestandsbeheer oproepen Station en directory selecteren waarin het tekstbestand is opgeslagen Zet de cursor op het tekstbestand ENT-toets indrukken: De TNC toont een venster waarin de gewenste editor kan worden geselecteerd Druk op de ENT-toets als u de Mousepad-applicatie...
Pagina 117
Meer informatie over de bediening van ristretto vindt u onder Help. Ga als volgt te werk als u ristretto wilt afsluiten: Met de muis menu-item Bestand selecteren Menu-item Afsluiten selecteren: de TNC keert terug naar Bestandsbeheer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 118
Data-overdracht naar/van een externe gegevensdrager Voordat overdracht van gegevens naar een extern opslagmedium kan plaatsvinden, moet de data-interface worden ingesteld (zie "Data-interfaces instellen" op bladzijde 484). Wanneer u via de seriële interface gegevens verstuurt, kunnen afhankelijk van de gebruikte data- overdrachtsoftware problemen optreden die u door het opnieuw uitvoeren van de overdracht kunt verhelpen.
Pagina 119
Om bij de weergave van twee bestandsvensters een andere directory te selecteren, moet de softkey TOON BOOM worden ingedrukt. Wanneer u de softkey TOON BESTANDEN indrukt, toont de TNC de inhoud van de geselecteerde directory! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 120
De TNC op het netwerk Om de Ethernet-kaart op uw netwerk aan te sluiten, zie "Ethernet-interface", bladzijde 489. De TNC legt foutmeldingen tijdens netwerkbedrijf vast zie "Ethernet-interface", bladzijde 489. Wanneer de TNC op een netwerk is aangesloten, staan extra stations in het linker directoryvenster ter beschikking (zie afbeelding).
Pagina 121
Functie voor het verwijderen van USB-apparaten selecteren: de TNC verwijdert het USB-apparaat uit de directoryboom Bestandsbeheer afsluiten Omgekeerd kunt u een eerder verwijderd USB-apparaat weer aansluiten, door de volgende softkey te gebruiken: Functie voor het opnieuw aansluiten van USB- apparaten selecteren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 122
Programmeren: basisprincipes, bestandsbeheer...
Pagina 123
Programmeren: Pro- grammeerondersteu- ning...
Pagina 124
4.1 Beeldschermtoetsenbord Als u de compacte uitvoering (zonder lettertoetsenbord) van de TNC 620 gebruikt, kunt u letters en speciale tekens invoeren via het beeldschermtoetsenbord of via een pc-toetsenbord dat via de USB- aansluiting is aangesloten. Tekst via het beeldschermtoetsenbord invoeren Druk op de GOTO-toets wanneer u letters, bijv.
Pagina 125
Commentaar via beeldschermtoetsenbord invoeren (zie "Beeldschermtoetsenbord" op bladzijde 124) en de regel met de toets END afsluiten Als uw TNC 620 met een lettertoetsenbord is uitgevoerd of als er een pc-toetsenbord op de USB-interface is aangesloten, dan kunt u een commentaarregel direct invoegen door op de toets ;...
Pagina 126
Functies bij het bewerken van het commentaar Functie Softkey Naar het begin van het commentaar springen Naar het einde van het commentaar springen Naar het begin van een woord springen. Woorden moeten met een spatie van elkaar worden gescheiden Naar het einde van een woord springen. Woorden moeten met een spatie van elkaar worden gescheiden Omschakelen van invoeg- naar overschrijfmodus...
Pagina 127
Eventueel structureringsdiepte met de softkey veranderen Regels in structureringsvenster selecteren Als in het structureringsvenster van regel naar regel wordt gesprongen, voert de TNC de regeluitlezing in het progammavenster mee. Zo kunnen in enkele stappen grote programmadelen worden overgeslagen. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 128
4.4 De calculator Bediening De TNC beschikt over een calculator met de belangrijkste wiskundige functies. Met de toets CALC de calculator laten weergeven of weer sluiten Rekenfuncties met behulp van verkorte commando's via het lettertoetsenbord selecteren. De verkorte commando's worden in de calculator in kleur aangegeven Rekenfunctie Verkort commando (toets)
Pagina 129
Positie van de calculator instellen Onder de softkey ADDITIONELE FUNCTIES vindt u de instellingen voor het verschuiven van de calculator: Functie Softkey Calculator in pijlrichting verschuiven Stapgrootte voor verschuiving instellen Calculator in het midden positioneren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 130
4.5 Grafische programmeerweergave Wel/geen grafische programmeerweergave Tijdens het maken van een programma kan de TNC de geprogrammeerde contour als een 2D-lijngrafiek weergeven. Naar de beeldschermindeling programma links en grafische weergave rechts gaan: toets SPLIT SCREEN en softkey PGM + GRAFISCH indrukken Softkey AUTOM.
Pagina 131
Kader verkleinen – voor het vergroten softkey indrukken Kader vergroten – voor het vergroten softkey indrukken Met softkey ONBEW. WERKST. DETAIL het geselecteerde bereik overnemen Met de softkey ONBEW. WERKST. TERUGZETTEN wordt het oorspronkelijke detail hersteld. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 132
4.6 Foutmeldingen Fouten tonen De TNC komt o.a. met foutmeldingen bij: verkeerde invoer logische fouten in het programma niet-uitvoerbare contourelementen gebruik van het tastsysteem in strijd met de voorschriften Een opgetreden fout wordt in de kopregel rood weergegeven. Daarbij worden lange en meerregelige foutmeldingen verkort weergegeven. Wanneer er een fout optreedt in de werkstand op de achtergrond, wordt deze rood met het woord "Fout"...
Pagina 133
Detailinformatie over de foutmelding: plaats de cursor op de foutmelding en druk op de softkey INTERNE INFO. De TNC opent een venster met interne informatie over de fout Details verlaten: druk nogmaals op de softkey INTERNE INFO HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 134
Fout wissen Fout buiten het foutvenster wissen: In de kopregel weergegeven fout/aanwijzing wissen: CE-toets indrukken In sommige werkstanden (bijv. Editor) kunt u de CE-toets niet gebruiken voor het wissen van fouten, omdat de toets voor andere functies wordt gebruikt. Meerdere fouten wissen: Foutvenster openen Afzonderlijke fout wissen: plaats de cursor op de foutmelding en druk op de softkey WISSEN.
Pagina 135
– het meest recente item aan het einde van het bestand. Overzicht van toetsen en softkeys voor het bekijken van de logfiles: Functie Softkey/toetsen Sprong naar logfile-begin Sprong naar logfile-einde Actuele logfile Vorige logfile Regel verder/terug Terug naar het hoofdmenu HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 136
TNC de additionele softkey MACHINEFABRIKANT weer, waarmee u dit afzonderlijke helpsysteem kunt oproepen. Daar vindt u verdere gedetailleerde informatie over de betreffende foutmelding. Helpinformatie bij HEIDENHAIN-foutmeldingen oproepen Indien beschikbaar, helpinformatie voor machinespecifieke foutmeldingen oproepen Programmeren: Programmeerondersteuning...
Pagina 137
4.7 Contextgevoelig helpsysteem TNCguide Toepassing Voordat u de TNCguide kunt gebruiken, moet u de helpbestanden van de HEIDENHAIN-homepage downloaden (zie "Actuele helpbestanden downloaden" op bladzijde 142). Het contextgevoelige helpsysteem TNCguide bevat de gebruikersdocumentatie in HTML-formaat. Het oproepen van de TNCguide vindt plaats via de HELP-toets, waarbij de TNC, mede afhankelijk van de situatie, de bijbehorende informatie direct toont (contextgevoelige oproep).
Pagina 138
De TNC start bij het oproepen van het helpsysteem op de programmeerplaats de systeemintern gedefinieerde standaardbrowser (in de regel de Internet Explorer), in alle andere gevallen een door HEIDENHAIN aangepaste browser. Voor veel softkeys is een contextgevoelige oproep beschikbaar, waarmee u direct naar de functiebeschrijving van de betreffende softkey komt.
Pagina 139
Inhoudsopgave links is actief: tabs omschakelen tussen weergave van de inhoudsopgave, het trefwoordenregister en de functie 'Volledige tekst zoeken' en omschakelen naar de rechterzijde van het beeldscherm Tekstvenster rechts is actief: sprong terug naar het linkervenster HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 140
Functie Softkey Inhoudsopgave links is actief: het daaronder resp. daarboven liggende item selecteren Tekstvenster rechts is actief: naar de volgende link springen Laatst getoonde pagina selecteren Verder bladeren, wanneer u de functie 'Laatst getoonde pagina selecteren' meermaals hebt gebruikt Eén pagina terugbladeren Eén pagina verderbladeren Inhoudsopgave weergeven/verbergen Wisselen tussen weergave van volledige en...
Pagina 141
Wanneer u de functie Alleen in titels zoeken activeert (met de muistoets of door het plaatsen van de cursor en vervolgens op de spatiebalk te drukken), doorzoekt de TNC niet de complete tekst maar slechts alle titels. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 142
Actuele helpbestanden downloaden De bij uw TNC-software behorende helpbestanden vindt u op de HEIDENHAIN-homepage www.heidenhain.de onder: Documentatie / informatief Gebruikersdocumentatie TNCguide Gewenste taal selecteren TNC-besturingen Serie, bijv. TNC 600 Gewenste NC-softwarenummer, bijv. TNC 640 (34059x-01) In de tabel Online-Help (TNCguide) de gewenste taalversie...
Pagina 146
5.1 Gegevens gerelateerd aan gereedschap Aanzet F De aanzet F is de snelheid in mm/min (inch/min), waarmee het gereedschapsmiddelpunt zich op zijn baan verplaatst. De maximale aanzet kan voor elke machine-as verschillend zijn en wordt door machineparameters vastgelegd. Invoer De aanzet kan in de TOOL CALL-regel (gereedschapsoproep) en in elke positioneerregel worden ingevoerd (zie "Programmaregels met de baanfunctietoetsen maken"...
Pagina 147
In de dialoog Spiltoerental S= ? het nieuwe spiltoerental invoeren en met END-toets bevestigen, of met softkey VC omschakelen naar invoer van de snijsnelheid Verandering tijdens de programma-afloop Tijdens de programma-afloop kan het spiltoerental veranderd worden met de override-draaiknop S voor het spiltoerental. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 148
5.2 Gereedschapsgegevens Voorwaarde voor de gereedschapscorrectie Zoals gebruikelijk is, worden de coördinaten van de baanverplaatsingen overeenkomstig de maten van het werkstuk in de productietekening geprogrammeerd. Om de TNC in staat te stellen de baan van het gereedschapsmiddelpunt te berekenen, en dus een gereedschapscorrectie uit te voeren, moeten de lengte en radius van elk ingezet gereedschap worden ingevoerd.
Pagina 149
Gereedschapslengte: correctiewaarde voor de lengte Gereedschapsradius: correctiewaarde voor de radius Tijdens de dialoog kan de waarde voor de lengte en radius direct in het dialoogveld worden ingevoegd: gewenste as- softkey indrukken. Voorbeeld 4 TOOL DEF 5 L+10 R+5 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 150
Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren In een gereedschapstabel kunnen max. 9999 gereedschappen gedefinieerd en de gereedschapsgegevens ervan opgeslagen worden. Raadpleeg ook de bewerkingsfuncties verderop in dit hoofdstuk. Om voor een gereedschap verschillende correctiegegevens te kunnen invoeren (gereedschapsnummer indexeren), voegt u een regel in en breidt u het gereedschapsnummer uit met een punt en een cijfer van 1 t/m 9 (bijv.
Pagina 151
(cyclus 240) gebruikt, om uit de diameter-invoer de centreerdiepte te kunnen berekenen Datum en tijdstip waarop de TNC het gereedschap de laatste keer LAST_USE LAST_USE met TOOL CALL heeft ingespannen Invoerbereik: maximaal 16 tekens, formaat intern vastgelegd: Datum = JJJJ.MM.DD, tijd = hh.mm HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 152
Gereedschapstabel: gereedschapsgegevens voor de automatische gereedschapsmeting Beschrijving van de cycli voor automatische gereedschapsmeting: Zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering. Afk. Invoer Dialoog Aantal snijkanten van gereedschap (max. 20 snijkanten) Aantal snijkanten? LTOL Toelaatbare afwijking van gereedschapslengte L voor vaststellen Slijttolerantie: lengte? van slijtage. Bij overschrijding van de ingevoerde waarde blokkeert de TNC het gereedschap (status L).
Pagina 153
Gewenste gereedschapstype met de softkey selecteren: de TNC toont alleen de gereedschappen van het geselecteerde type Filter weer opheffen: het eerder geselecteerde gereedschapstype opnieuw indrukken of ander gereedschapstype selecteren De machinefabrikant past het aantal beschikbare filterfuncties aan uw machine aan. Raadpleeg het machinehandboek! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 154
Willekeurige andere gereedschapstabel openen Werkstand Programmeren/bewerken selecteren Bestandsbeheer oproepen Keuze van bestandstypen weergeven: softkey TYPE KIEZEN indrukken Bestanden van het type .T weergeven: softkey TOON .T indrukken Selecteer een bestand of voer een nieuwe bestandsnaam in. Bevestig met de ENT-toets of met de softkey KIEZEN Wanneer een gereedschapstabel voor het bewerken is geopend, kan de cursor in de tabel met de pijltoetsen of met de softkeys op elke...
Pagina 155
Alle boren in de gereedschapstabel weergeven Alle frezen in de gereedschapstabel weergeven Alle draadtappen/draadfrezen in de gereedschapstabel weergeven Alle tasters in de gereedschapstabel weergeven Gereedschapstabel verlaten Bestandsbeheer oproepen en een bestand van een ander type selecteren, bijv. een bewerkingsprogramma HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 156
Wanneer u een gereedschapstabel van een iTNC 530 uitleest en op een andere TNC 620 inleest, moet u formaat en inhoud aanpassen voordat u de gereedschapstabel kunt gebruiken. Op de TNC 620 kunt u de aanpassing van de gereedschapstabel gemakkelijk met de functie TABEL IMPORTEREN uitvoeren.
Pagina 157
Plaatstabel in een werkstand Programma-afloop bewerken Gereedschapstabel selecteren: softkey GEREED.- TABEL indrukken Plaatstabel selecteren: softkey PLAATSTABEL indrukken Softkey BEWERKEN op AAN zetten. Het kan zijn dat dit op uw machine niet nodig resp. mogelijk is: raadpleeg het machinehandboek HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 158
Plaatstabel in de werkstand Programmeren/bewerken selecteren Bestandsbeheer oproepen Keuze van de bestandstypen weergeven: softkey ALLE TON. indrukken Selecteer een bestand of voer een nieuwe bestandsnaam in. Bevestig met de ENT-toets of met de softkey KIEZEN Afk. Invoer Dialoog Plaatsnummer gereedschap in gereedschapsmagazijn Gereedschapsnummer Gereedschapsnummer? Plaatsreservering voor matrixwisselaar...
Pagina 159
TNC toont de inhoud van de gereedschapstabel. Met de pijltoetsen het gereedschap selecteren, met de softkey OK in de plaatstabel overnemen Actueel veld bewerken Weergave sorteren De machinefabrikant legt de functie, eigenschappen en benaming van de diverse weergavefilters vast. Raadpleeg het machinehandboek! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 160
Gereedschapsgegevens oproepen Een gereedschapsoproep TOOL CALL in het bewerkingsprogramma wordt door middel van onderstaande gegevens geprogrammeerd: Gereedschapsoproep met toets TOOL CALL selecteren Gereedschapsnummer: nummer of naam van het gereedschap invoeren. Het gereedschap hebt u vooraf in een TOOL DEF-regel of in de gereedschapstabel vastgelegd.
Pagina 161
Voorlopige keuze bij gereedschapstabellen Bij toepassing van gereedschapstabellen wordt met een TOOL DEF- regel een voorlopige keuze gedaan voor het volgende te gebruiken gereedschap. Daarvoor moet het gereedschapsnummer resp. een Q- parameter worden ingevoerd, of een gereedschapsnaam tussen aanhalingstekens. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 162
Gereedschapswissel De gereedschapswissel is een machine-afhankelijke functie. Raadpleeg het machinehandboek! Positie voor de gereedschapswissel De positie voor de gereedschapswissel moet zonder botsingsgevaar te benaderen zijn. Met de additionele functies M91 en M92 kan een machinevaste wisselpositie benaderd worden. Wanneer vóór de eerste gereedschapsoproep TOOL CALL 0 is geprogrammeerd, dan verplaatst de TNC de opnameschacht in de spilas naar een positie die onafhankelijk is van de gereedschapslengte.
Pagina 163
SL-cycli worden uitgevoerd Let op: risico voor gereedschap en werkstuk! De automatische gereedschapswissel met M102 uitschakelen, wanneer u met speciaal gereedschap (bijv. schijffrezen) werkt, omdat de TNC het gereedschap eerst altijd in de gereedschapsasrichting van het werkstuk weg verplaatst. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 164
Door het controleren van de standtijd of het berekenen van de automatische gereedschapswissel kan de bewerkingstijd, afhankelijk van het NC-programma, langer zijn. Hierop kunt u met het optionele invoerelement BT (Block Tolerance) invloed uitoefenen. Wanneer u de functie M101 invoert, zet de TNC de dialoog voort met de vraag naar BT.
Pagina 165
TOOLFILE: in de kolom PATH geeft de TNC de padnaam aan van de gereedschapstabel waarmee u de programmatest hebt uitgevoerd. Daardoor kan de TNC bij de eigenlijke gereedschapsgebruiktest vaststellen of u de programmatest met TOOL.T hebt uitgevoerd. Gereedschapsnummer (–1: nog geen gereedschap ingespannen) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 166
Kolom Betekenis GS-index NAAM Gereedschapsnaam uit de gereedschapstabel TIME Gebruiksduur van het gereedschap in seconden (aanzetduur) WTIME Gebruiksduur van het gereedschap in seconden (totale gebruiksduur tussen twee gereedschapswissels) Gereedschapsradius R + Overmaat gereedschapsradius DR uit de gereedschapstabel. Eenheid is mm Regelnummer waarin de TOOL CALL-regel is BLOCK geprogrammeerd...
Pagina 167
TOOL CALL-regel als uit de gereedschapstabel meeberekend. Correctiewaarde = L + DL + DL TOOL CALL gereedschapslengte L uit TOOL DEF-regel of gereedschapstabel Overmaat DL voor lengte uit TOOL CALL 0-regel TOOL CALL Overmaat DL voor lengte uit de gereedschapstabel HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 168
Gereedschapsradiuscorrectie De programmaregel voor een gereedschapsverplaatsing bevat RL of RR voor een radiuscorrectie R0, wanneer er geen radiuscorrectie moet worden uitgevoerd De radiuscorrectie wordt actief, zodra een gereedschap opgeroepen en met een rechte-regel in het bewerkingsvlak met RL of RR verplaatst wordt.
Pagina 169
ENT-toets bevestigen RADIUSCORR.: RL/RR/GEEN CORR.? Gereedschapsverplaatsing links van de geprogrammeerde contour: softkey RL indrukken of Gereedschapsverplaatsing rechts van de geprogrammeerde contour: softkey RR indrukken of Gereedschapsverplaatsing zonder radiuscorrectie resp. radiuscorrectie opheffen: ENT-toets indrukken Regel beëindigen: END-toets indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 170
Radiuscorrectie: hoeken bewerken Buitenhoeken: wanneer een radiuscorrectie geprogrammeerd is, dan leidt de TNC het gereedschap naar de buitenhoeken op een overgangscirkel. Indien nodig, reduceert de TNC de aanzet op de buitenhoeken, bijv. bij grote richtingsveranderingen. Binnenhoeken: bij binnenhoeken berekent de TNC het snijpunt van de banen waarop het gereedschapsmiddelpunt zich gecorrigeerd verplaatst.
Pagina 171
Programmeren: contouren programmeren...
Pagina 172
6.1 Gereedschapsverplaatsingen Baanfuncties Een werkstukcontour is meestal samengesteld uit meerdere contourelementen zoals rechten en cirkelbogen. Met de baanfuncties worden gereedschapsverplaatsingen voor rechten en cirkelbogen geprogrammeerd. Vrije contourprogrammering FK (software-optie Advanced programming features) Wanneer geen tekening met op NC afgestemde maatvoering beschikbaar is en de maatgegevens voor het NC-programma onvolledig zijn, dan wordt de werkstukcontour met de vrije contourprogrammering geprogrammeerd.
Pagina 173
Met Q-parameters kunnen wiskundige functies worden geprogrammeerd die de programma-afloop besturen of een contour beschrijven. Bovendien kunt u via het programmeren van Q-parameters tijdens de programma-afloop metingen met het 3D-tastsysteem uitvoeren. Het programmeren met Q-parameters wordt in hoofdstuk 8 beschreven. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 174
6.2 Basisprincipes van de baanfuncties Gereedschapsverplaatsing voor een bewerking programmeren Wanneer u een bewerkingsprogramma maakt, programmeert u achtereenvolgens de baanfuncties voor de afzonderlijke elementen van de werkstukcontour. Meestal worden daartoe de coördinaten voor de eindpunten van de contourelementen uit de maattekening ingevoerd.
Pagina 175
185) of in een benaderingsregel (APPR-regel, zie "Contour benaderen en verlaten", bladzijde 177) geprogrammeerd worden. Voorpositioneren Let op: botsingsgevaar! Positioneer het gereedschap aan het begin van een bewerkingsprogramma zo voor, dat beschadiging van gereedschap en werkstuk uitgesloten is. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 176
Programmaregels met de baanfunctietoetsen maken Met de grijze baanfunctietoetsen wordt de klaartekstdialoog geopend. De TNC vraagt na elkaar om alle informatie en voegt de programmaregel aan het bewerkingsprogramma toe. Voorbeeld – Programmeren van een rechte. Programmeerdialoog openen: bijv. rechte COÖRDINATEN? Coördinaten van het eindpunt van de rechte invoeren, bijv.
Pagina 177
Bij het benaderen en verlaten van een schroeflijn (helix) verplaatst het gereedschap zich in het verlengde van de schroeflijn en sluit zo via een tangentiële cirkelbaan op de contour aan. Gebruik hiervoor de functie APPR CT of DEP CT. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 178
Belangrijke posities bij het benaderen en verlaten Startpunt P Deze positie moet direct vóór de APPR-regel worden geprogrammeerd. P ligt buiten de contour en moet zonder radiuscorrectie (R0) worden benaderd. Hulppunt P Het benaderen en verlaten gaat bij sommige baanvormen via een hulppunt P , dat de TNC uit gegevens in de APPR- en DEP-regel berekent.
Pagina 179
APPR/DEP LN en APPR/DEP CT de richting vastgelegd waarin de TNC het gereedschap naar de contour toe en van de contour af verplaatst. Bovendien moeten in de eerste verplaatsingsregel na APPR beide coördinaten van het bewerkingsvlak worden geprogrammeerd HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 180
Benaderen via een rechte met tangentiële aansluiting: APPR LT De TNC verplaatst het gereedschap via een rechte van startpunt P naar een hulppunt P . Van daaruit wordt het eerste contourpunt P een rechte tangentieel benaderd. Hulppunt P heeft afstand LEN tot het eerste contourpunt P Willekeurige baanfunctie: startpunt P benaderen...
Pagina 181
7 L X+40 Y+10 R0 FMAX M3 zonder radiuscorrectie benaderen 8 APPR CT X+10 Y+20 Z-10 CCA180 R+10 RR F100 met radiuscorr. RR, radius R=10 9 L X+20 Y+35 Eindpunt van het eerste contourelement 10 L ... Volgend contourelement HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 182
Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting op de contour en de rechte: APPR LCT De TNC verplaatst het gereedschap via een rechte van startpunt P naar een hulppunt P . Van daaruit wordt het eerste contourpunt P een cirkelbaan benaderd. De in de APPR-regel geprogrammeerde aanzet is actief voor de totale afstand die de TNC in de startregel aflegt (baan P –...
Pagina 183
Belangrijk: LEN positief invoeren! NC-voorbeeldregels 23 L Y+20 RR F100 Laatste contourelement: P met radiuscorrectie 24 DEP LN LEN+20 F100 Over afstand LEN = 20 mm loodrecht contour verlaten 25 L Z+100 FMAX M2 Z terugtrekken, terugspringen, einde programma HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 184
Verlaten via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting: DEP CT De TNC verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan van het laatste contourpunt P naar eindpunt P . De cirkelbaan sluit tangentieel aan op het laatste contourelement. Laatste contourelement met eindpunt P en radiuscorrectie programmeren Dialoog met toets APPR/DEP en softkey DEP CT openen:...
Pagina 185
Bladzijde 188 Engels: RouNDing of aansluiting op vorig en Corner volgend contourelement Vrije Rechte of cirkelbaan met zie "Baanbewegingen – Vrije Bladzijde 208 contourprogrammering willekeurige aansluiting op contourprogrammering FK vorig contourelement (software-optie Advanced programming features)", bladzijde 205 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 186
Rechte L De TNC verplaatst het gereedschap via een rechte van zijn actuele positie naar het eindpunt van de rechte. Het startpunt is het eindpunt van de voorafgaande regel. Coördinaten van het eindpunt van de rechte, indien nodig Radiuscorrectie RL/RR/R0 Aanzet F Additionele M-functie NC-voorbeeldregels...
Pagina 187
Een afkanting wordt alleen in het bewerkingsvlak uitgevoerd. Het door de afkanting afgesneden hoekpunt wordt niet benaderd. Een in de CHF-regel geprogrammeerde aanzet werkt alleen in deze CHF-regel. Daarna geldt weer de voor de CHF-regel geprogrammeerde aanzet. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 188
Hoeken afronden RND Met de functie RND worden contourhoeken afgerond. Het gereedschap verplaatst zich via een cirkelbaan die zowel op het voorafgaande als op het volgende contourelement tangentieel aansluit. De afrondingscirkel moet met het opgeroepen gereedschap kunnen worden uitgevoerd. Afrondingsradius: radius van de cirkelboog, indien nodig: Aanzet F (werkt alleen in de RND-regel) NC-voorbeeldregels...
Pagina 189
Een incrementeel ingevoerde coördinaat voor het cirkelmiddelpunt is altijd gerelateerd aan de laatst geprogrammeerde gereedschapspositie. Met CC markeert u een positie als cirkelmiddelpunt: het gereedschap verplaatst zich niet naar deze positie. Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor poolcoördinaten. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 190
Cirkelbaan C om cirkelmiddelpunt CC Het cirkelmiddelpunt CC moet worden vastgelegd voordat de cirkelbaan geprogrammeerd wordt. De laatst geprogrammeerde gereedschapspositie voor de cirkelbaan is het startpunt van de cirkelbaan. Gereedschap naar het startpunt van de cirkelbaan verplaatsen Coördinaten van het cirkelmiddelpunt invoeren Coördinaten van het eindpunt van de cirkelboog invoeren, indien nodig: Rotatierichting DR...
Pagina 191
Voor een volledige cirkel programmeert u twee cirkelregels na elkaar: Het eindpunt van de eerste halve cirkel is het startpunt van de tweede halve cirkel. Het eindpunt van de tweede halve cirkel is het startpunt van de eerste halve cirkel. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 192
Centreerhoek CCA en cirkelboogradius R Startpunt en eindpunt op de contour kunnen door vier verschillende cirkelbogen met dezelfde radius met elkaar worden verbonden: Kleinere cirkelboog: CCA<180° Radius heeft positief voorteken R>0 Grotere cirkelboog: CCA>180° Radius heeft negatief voorteken R<0 Met de rotatierichting wordt vastgelegd of de cirkelboog naar buiten gebogen (convex) of naar binnen gebogen (concaaf) is: Convex: rotatierichting DR–...
Pagina 193
7 L X+0 Y+25 RL F300 M3 8 L X+25 Y+30 9 CT X+45 Y+20 10 L Y+0 In de CT-regel en het daarvoor geprogrammeerde contourelement moeten beide coördinaten van het vlak staan waarin de cirkelboog wordt uitgevoerd! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 194
Voorbeeld: rechteverplaatsing en afkantingen cartesiaans 0 BEGIN PGM LINEAR MM 1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20 Definitie van het onbewerkte werkstuk voor grafische simulatie van de bewerking 2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 3 TOOL CALL 1 Z S4000 Gereedschapsoproep met spilas en spiltoerental 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken in de spilas met ijlgang FMAX...
Pagina 195
12 L X+95 Punt 5 benaderen 13 L X+95 Y+40 Punt 6 benaderen Punt 7 benaderen: eindpunt van de cirkel, cirkelboog met tangen- 14 CT X+40 Y+5 tiële aansluiting op punt 6, de TNC berekent de radius zelf HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 196
15 L X+5 Laatste contourpunt 1 benaderen 16 DEP LCT X-20 Y-20 R5 F1000 Contour verlaten via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting 17 L Z+250 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken, einde programma 18 END PGM CIRCULAR MM Programmeren: contouren programmeren...
Pagina 197
Eindpunt van de cirkel (= startpunt cirkel) benaderen 10 DEP LCT X-40 Y+50 R5 F1000 Contour verlaten via een cirkelbaan met tangentiële Aansluiting 11 L Z+250 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken, einde programma 12 END PGM C-CC MM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 198
6.5 Baanbewegingen – poolcoördinaten Overzicht Met poolcoördinaten wordt een positie via een hoek PA en afstand PR t.o.v. een vooraf gedefinieerde pool CC vastgelegd. Poolcoördinaten kunnen goed worden ingezet bij: Posities op cirkelbogen Productietekeningen met hoekmaten, bijv. bij gatencirkels Overzicht van de baanfunctie met poolcoördinaten Functie Baanfunctietoets Gereedschapsverplaatsing...
Pagina 199
Hoek van de hoekreferentie-as t.o.v. PR tegen de klok in: PA>0 Hoek van de hoekreferentie-as t.o.v. PR met de klok mee: PA<0 NC-voorbeeldregels 12 CC X+45 Y+25 13 LP PR+30 PA+0 RR F300 M3 14 LP PA+60 15 LP IPA+60 16 LP PA+180 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 200
Cirkelbaan CP om pool CC De poolcoördinatenradius PR is tevens radius van de cirkelboog. PR wordt door de afstand van het startpunt t.o.v. pool CC vastgelegd. De laatst geprogrammeerde gereedschapspositie voor de cirkelbaan is het startpunt van de cirkelbaan. Poolcoördinatenhoek PA: hoekpositie van het eindpunt van de cirkelbaan tussen –99999,9999°...
Pagina 201
De tabel toont de relatie tussen werkrichting, rotatierichting en radiuscorrectie voor bepaalde baanvormen. Rotatie- Radius- Binnendraad Werkrichting richting correctie rechtse draad linkse draad DR– rechtse draad Z– DR– linkse draad Z– Buitendraad rechtse draad linkse draad DR– rechtse draad Z– DR– linkse draad Z– HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 202
Schroeflijn programmeren Voer de rotatierichting en de totale incrementele hoek IPA met hetzelfde voorteken in, anders kan het gereedschap zich langs een verkeerde baan verplaatsen. Voor de totale hoek IPA kan een waarde tussen -99 999,9999° en +99 999,9999° worden ingevoerd. Poolcoördinatenhoek: totale hoek incrementeel invoeren waaronder het gereedschap zich op de schroeflijn verplaatst.
Pagina 203
Punt 6 benaderen 14 LP PA+180 Punt 1 benaderen 15 DEP PLCT PR+60 PA+180 R5 F1000 Contour verlaten via een cirkel met tangentiële aansluiting 16 L Z+250 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken, einde programma 17 END PGM LINEARPO MM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 204
Voorbeeld: helix 0 BEGIN PGM HELIX MM Definitie van onbewerkt werkstuk 1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20 2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 Gereedschapsoproep 3 TOOL CALL 1 Z S1400 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 5 L X+50 Y+50 R0 FMAX Gereedschap voorpositioneren 6 CC...
Pagina 205
De TNC berekent de contour uit de bekende coördinaatgegevens en ondersteunt de programmeerdialoog met de interactieve grafische weergave van de FK-programmering. De afbeelding rechtsboven toont een maatvoering die het eenvoudigst via de FK-programmering kan worden ingevoerd. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 206
Let op de hieronder omschreven voorwaarden voor de FK-programmering Contourelementen kunnen met de vrije contourprogrammering alleen in het bewerkingsvlak geprogrammeerd worden. Het bewerkingsvlak wordt in de eerste BLK FORM-regel van het bewerkingsprogramma vastgelegd. Voer voor elk contourelement alle beschikbare gegevens in.
Pagina 207
NC-regels uit een programma dat met PGM CALL wordt opgeroepen, toont de TNC met een andere kleur. Regelnummers in het grafisch venster weergeven Om regelnummers in het grafisch venster weer te geven: Softkey TONEN WEGLATEN REGELNR. op TONEN zetten (softkeybalk 3) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 208
FK-dialoog openen Na het indrukken van de grijze baanfunctietoets FK toont de TNC softkeys waarmee de FK-dialoog kan worden geopend: zie de onderstaande tabel. Om de softkeys weer te deselecteren, moet de toets FK opnieuw worden ingedrukt. Wanneer de FK-dialoog met één van deze softkeys geopend wordt, dan toont de TNC meer softkeybalken, waarmee bekende coördinaten ingevoerd en richtingsgegevens en gegevens voor het verloop van de contour gemaakt kunnen worden.
Pagina 209
Wanneer de rechte tangentieel op een ander contourelement aansluit, wordt de dialoog geopend d.m.v. de softkey FLT: Softkeys voor vrije contourprogrammering weergeven: toets FK indrukken Dialoog openen: softkey FLT indrukken Via de softkeys alle bekende gegevens in de regel invoeren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 210
Cirkelbanen vrij programmeren Cirkelbaan zonder tangentiële aansluiting Softkeys voor vrije contourprogrammering weergeven: toets FK indrukken Dialoog voor vrije cirkelboog openen: softkey FC indrukken; de TNC toont softkeys voor directe gegevens voor de cirkelbaan of gegevens voor het cirkelmiddelpunt Via deze softkeys alle bekende gegevens in de regel invoeren: de grafische weergave van de FK- programmering geeft de geprogrammeerde contour rood weer totdat er voldoende gegevens ingevoerd...
Pagina 211
Invoermogelijkheden Eindpuntcoördinaten Bekende gegevens Softkeys Rechthoekige coördinaten X en Y Poolcoördinaten gerelateerd aan FPOL NC-voorbeeldregels 7 FPOL X+20 Y+30 8 FL IX+10 Y+20 RR F100 9 FCT PR+15 IPA+30 DR+ R15 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 212
Richting en lengte van contourelementen Bekende gegevens Softkeys Lengte van de rechten Hellingshoek van de rechten Koordelengte LEN van het cirkelbooggedeelte Hellingshoek AN van de intree-raaklijn Middelpuntshoek van het cirkelbooggedeelte Let op: risico voor machine en gereedschap! Hellingshoek die u incrementeel (IAN) hebt gedefinieerd, relateert de TNC aan de richting van de laatste verplaatsingsregel.
Pagina 213
Bekende gegevens Softkeys Middelpunt in rechthoekige coördinaten Middelpunt in poolcoördinaten Rotatierichting van de cirkelbaan Radius van de cirkelbaan NC-voorbeeldregels 10 FC CCX+20 CCY+15 DR+ R15 11 FPOL X+20 Y+15 12 FL AN+40 13 FC DR+ R15 CCPR+35 CCPA+40 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 214
Gesloten contouren Met de softkey CLSD worden het begin en het einde van een gesloten contour gemarkeerd. Hierdoor wordt voor het laatste contourelement het aantal mogelijke oplossingen gereduceerd. CLSD wordt additioneel bij een ander contourgegeven in de eerste en laatste regel van een FK-gedeelte ingevoerd. Contourbegin: CLSD+ Contoureinde:...
Pagina 215
X- en Y-coördinaat van het hulppunt naast een rechte Afstand van hulppunt tot rechte X- en Y-coördinaat van een hulppunt naast een cirkelbaan Afstand van hulppunt tot cirkelbaan NC-voorbeeldregels 13 FC DR- R10 P1X+42.929 P1Y+60.071 14 FLT AN-70 PDX+50 PDY+53 D10 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 216
Gegevens met verwijzing Gegevens met verwijzing zijn gegevens die aan een ander contourelement zijn gerelateerd. Softkeys en programmawoorden voor gegevens met verwijzing beginnen met een "R". De afbeelding rechts toont maatgegevens die als gegevens met verwijzing moeten worden geprogrammeerd. Coördinaten met verwijzing moeten altijd incrementeel worden ingevoerd.
Pagina 217
N Poolcoördinaten van het cirkelmiddelpunt gerelateerd aan regel N NC-voorbeeldregels 12 FL X+10 Y+10 RL 13 FL ... 14 FL X+18 Y+35 15 FL ... 16 FL ... 17 FC DR- R10 CCA+0 ICCX+20 ICCY-15 RCCX12 RCCY14 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 218
Voorbeeld: FK-programmering 1 0 BEGIN PGM FK1 MM Definitie van onbewerkt werkstuk 1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20 2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 Gereedschapsoproep 3 TOOL CALL 1 Z S500 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 5 L X-20 Y+30 R0 FMAX Gereedschap voorpositioneren 6 L Z-10 R0 F1000 M3...
Pagina 219
3 TOOL CALL 1 Z S4000 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 5 L X+30 Y+30 R0 FMAX Gereedschap voorpositioneren 6 L Z+5 R0 FMAX M3 Gereedschapsas voorpositioneren 7 L Z-5 R0 F100 Naar bewerkingsdiepte verplaatsen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 220
8 APPR LCT X+0 Y+30 R5 RR F350 Contour benaderen via een cirkel met tangentiële aansluiting 9 FPOL X+30 Y+30 FK-gedeelte: 10 FC DR- R30 CCX+30 CCY+30 Van elk contourelement de bekende gegevens programmeren 11 FL AN+60 PDX+30 PDY+30 D10 12 FSELECT 3 13 FC DR- R20 CCPR+55 CCPA+60 14 FSELECT 2...
Pagina 221
2 BLK FORM 0.2 X+120 Y+70 Z+0 Gereedschapsoproep 3 TOOL CALL 1 Z S4500 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 5 L X-70 Y+0 R0 FMAX Gereedschap voorpositioneren 6 L Z-5 R0 F1000 M3 Naar bewerkingsdiepte verplaatsen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 222
7 APPR CT X-40 Y+0 CCA90 R+5 RL F250 Contour benaderen via een cirkel met tangentiële aansluiting 8 FC DR- R40 CCX+0 CCY+0 FK-gedeelte: 9 FLT Van elk contourelement de bekende gegevens programmeren 10 FCT DR- R10 CCX+0 CCY+50 11 FLT 12 FCT DR+ R6 CCX+0 CCY+0 13 FCT DR+ R24 14 FCT DR+ R6 CCX+12 CCY+0...
Pagina 223
Programmeren: subprogramma's en herhalingen van programmadelen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 224
7.1 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen markeren Eenmaal geprogrammeerde bewerkingsstappen kunnen met subprogramma's en herhalingen van programmadelen herhaaldelijk uitgevoerd worden. Label Subprogramma's en herhalingen van programmadelen beginnen in het bewerkingsprogramma met het label LBL, een afkorting van LABEL (Engelse term voor merkteken, markering). LABELS worden aangeduid met een nummer tussen 1 en 999 of met een door u te definiëren naam.
Pagina 225
Herhalingen REP: dialoog met toets NO ENT overslaan. Herhalingen REP alleen bij herhalingen van programmadelen toepassen CALL LBL 0 is niet toegestaan, omdat dit toegepast wordt voor het oproepen van het einde van het subprogramma. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 226
7.3 Herhalingen van programmadelen Label LBL Herhalingen van programmadelen beginnen met het label LBL. Een herhaling van een programmadeel wordt met CALL LBL n REPn afgesloten. Werkwijze 1 De TNC voert het bewerkingsprogramma tot het einde van het programmadeel (CALL LBL n REPn) uit 2 Vervolgens herhaalt de TNC het programmadeel tussen het opgeroepen LABEL en de labeloproep CALL LBL n REPn net zo vaak als onder REP is aangegeven...
Pagina 227
M2 of M30 met de sprongfunctie FN 9: IF +0 EQU +0 GOTO LBL 99 gebruiken om dit programmadeel verplicht over te slaan Het opgeroepen programma mag geen oproep CALL PGM naar het oproepende programma bevatten (herhalingslus) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 228
Willekeurig programma als subprogramma oproepen Functies voor programma-oproep selecteren: toets PGM CALL indrukken Softkey PROGRAMMA indrukken: De TNC start de dialoog voor de definitie van het op te roepen programma. Padnaam via beeldschermtoetsenbord invoeren (toets GOTO), of Softkey PROGRAMMA SELECTEREN indrukken: De TNC toont een keuzevenster waarin u het op te roepen programma kunt selecteren, met END-toets bevestigen...
Pagina 229
Met de nesting-diepte wordt vastgelegd hoe vaak programmadelen of subprogramma's, andere subprogramma's of herhalingen van programmadelen mogen bevatten. Maximale nesting-diepte voor subprogramma's: 8 Maximale nesting-diepte voor hoofdprogramma-oproepen: 6, waarbij een CYCL CALL werkt als een hoofdprogramma-oproep Herhalingen van programmadelen kunnen willekeurig vaak genest worden HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 230
Subprogramma in het subprogramma NC-voorbeeldregels 0 BEGIN PGM UPGMS MM Subprogramma bij LBL UP1 oproepen 17 CALL LBL “UP1“ 35 L Z+100 R0 FMAX M2 Laatste programmaregel van het hoofdprogramma (met M2) 36 LBL “UP1“ Begin van subprogramma UP1 39 CALL LBL 2 Subprogramma bij LBL2 wordt opgeroepen 45 LBL 0 Einde van subprogramma 1...
Pagina 231
3 Hoofdprogramma REPS wordt van regel 28 tot regel 35 uitgevoerd 4 Programmadeel tussen regel 35 en regel 15 wordt 1 keer herhaald (omvat de herhaling van het programmadeel tussen regel 20 en regel 27) 5 Hoofdprogramma REPS wordt van regel 36 tot 50 uitgevoerd (programma-einde) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 232
Subprogramma herhalen NC-voorbeeldregels 0 BEGIN PGM UPGREP MM Begin van herhaling programmadeel 1 10 LBL 1 Subprogramma-oproep 11 CALL LBL 2 12 CALL LBL 1 REP 2 Programmadeel tussen deze regel en LBL1 (regel 10) wordt 2 keer herhaald 19 L Z+100 R0 FMAX M2 Laatste regel van het hoofdprogramma met M2 20 LBL 2 Begin van het subprogramma...
Pagina 233
2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 Gereedschapsoproep 3 TOOL CALL 1 Z S500 Gereedschap terugtrekken 4 L Z+250 R0 FMAX Voorpositioneren bewerkingsvlak 5 L X-20 Y+30 R0 FMAX 6 L Z+0 R0 FMAX M3 Voorpositioneren op de bovenkant van het werkstuk HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 234
7 LBL 1 Label voor herhaling van programmadeel 8 L IZ-4 R0 FMAX Incrementele diepteverplaatsing (buiten het werkstuk) 9 APPR CT X+2 Y+30 CCA90 R+5 RL F250 Contour benaderen 10 FC DR- R18 CLSD+ CCX+20 CCY+30 Contour 11 FLT 12 FCT DR- R15 CCX+50 CCY+75 13 FLT 14 FCT DR- R15 CCX+75 CCY+20 15 FLT...
Pagina 235
3 TOOL CALL 1 Z S5000 4 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 5 CYCL DEF 200 BOREN Cyclusdefinitie boren Q200=2 ;VEILIGHEIDSAFST. Q201=-10 ;DIEPTE Q206=250 ;AANZET DIEPTEVERPL. Q202=5 ;DIEPTE-INSTELLING Q210=0 ;ST.TIJD BOVEN Q203=+0 ;COÖR. OPPERVL. Q204=10 ;2E V.AFSTAND Q211=0.25 ;STILSTANDTIJD BENEDEN HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 236
6 L X+15 Y+10 R0 FMAX M3 Startpunt boringgroep 1 benaderen 7 CALL LBL 1 Subprogramma voor boringgroep oproepen 8 L X+45 Y+60 R0 FMAX Startpunt boringgroep 2 benaderen 9 CALL LBL 1 Subprogramma voor boringgroep oproepen 10 L X+75 Y+10 R0 FMAX Startpunt boringgroep 3 benaderen 11 CALL LBL 1 Subprogramma voor boringgroep oproepen...
Pagina 238
7 L Z+250 R0 FMAX M6 Gereedschapswissel 8 TOOL CALL 2 Z S4000 Gereedschapsoproep boor 9 FN 0: Q201 = -25 Nieuwe diepte voor het boren 10 FN 0: Q202 = +5 Nieuwe verplaatsing voor het boren 11 CALL LBL 1 Subprogramma 1 voor compleet boorpatroon oproepen 12 L Z+250 R0 FMAX M6 Gereedschapswissel...
Pagina 240
8.1 Principe en functie-overzicht Met parameters kan in een bewerkingsprogramma een volledige productfamilie gedefinieerd worden. In plaats van getalwaarden moeten dan variabelen worden ingevoerd: de Q-parameters. Q-parameters staan bijvoorbeeld voor Coördinatenwaarden Aanzetten Toerentallen Cyclusgegevens Bovendien kunnen met Q-parameters contouren geprogrammeerd worden, die via wiskundige functies zijn bepaald.
Pagina 241
Intern kan de TNC getalwaarden tot 10 berekenen. Aan QS-parameters kunt u maximaal 254 tekens toewijzen. De TNC wijst aan enkele Q- en QS-parameters automatisch altijd dezelfde gegevens toe, bijv. aan Q-parameter Q108 de actuele gereedschapsradius, zie "Vooraf ingestelde Q-parameters", bladzijde 303. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 242
Q-parameterfuncties oproepen Tijdens het invoeren van een bewerkingsprogramma moet de toets "Q" worden ingedrukt (op het numerieke toetsenblok onder de –/+ - toets). Dan toont de TNC onderstaande softkeys: Functiegroep Softkey Bladzijde Wiskundige basisfuncties Bladzijde 244 Hoekfuncties Bladzijde 246 Functie voor cirkelberekening Bladzijde 248 Indien/dan-beslissingen, sprongen Bladzijde 249...
Pagina 243
Voor de bewerking van de afzonderlijke producten kan dan aan elke van deze parameters een andere getalwaarde worden toegewezen. Voorbeeld Cilinder met Q-parameters Cilinderradius R = Q1 Cilinderhoogte H = Q2 Cilinder Z1 Q1 = +30 Q2 = +10 Cilinder Z2 Q1 = +10 Q2 = +50 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 244
8.3 Contouren d.m.v. wiskundige functies beschrijven Toepassing Met Q-parameters kunnen wiskundige basisfuncties in het bewerkingsprogramma geprogrammeerd worden: Q-parameterfunctie selecteren: toets Q indrukken (op het numerieke toetsenblok, rechts). De softkeybalk toont de Q-parameterfuncties Wiskundige basisfuncties selecteren: softkey BASISFUNCT. indrukken. De TNC toont onderstaande softkeys: Overzicht Functie Softkey...
Pagina 245
BASISFUNCT. indrukken Q-parameterfunctie VERMENIGVULDIGEN selecteren: softkey FN3 X * Y indrukken PARAMETERNR. VOOR RESULTAAT? Nummer van de Q-parameter invoeren: 12 1. WAARDE OF PARAMETER? Q5 als eerste waarde invoeren 2. WAARDE OF PARAMETER? 7 als tweede waarde invoeren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 246
8.4 Hoekfuncties (trigonometrie) Definities Sinus, cosinus en tangens komen overeen met de zijdeverhoudingen van een rechthoekige driehoek. Daarbij geldt: sin α = a / c Sinus: cos α = b / c Cosinus: tan α = a / b = sin α / cos α Tangens: Daarin is: c de zijde tegenover de rechte hoek...
Pagina 247
Lengte uit twee waarden vormen en toewijzen FN 13: HOEK bijv. FN 13: Q20 = +25 ANG-Q1 Hoek met arctan uit twee zijden of sin en cos van de hoek (0 < hoek < 360°) bepalen en toewijzen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 248
8.5 Cirkelberekeningen Toepassing Met de functies voor cirkelberekening kunnen door de TNC het cirkelmiddelpunt en de cirkelradius uit drie of vier cirkelpunten berekend worden. De berekening van een cirkel uit vier punten is nauwkeuriger. Toepassing: deze functies kunnen bijv. worden gebruikt wanneer via de programmeerbare tastfunctie positie en grootte van een boring of steekcirkel moeten worden bepaald.
Pagina 249
FN 12: INDIEN KLEINER, SPRING bijv. FN 12: IF+Q5 LT+0 GOTO LBL “ANYNAME“ Wanneer de eerste waarde of parameter kleiner is dan de tweede waarde of parameter, sprong naar het opgegeven label HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 250
Toegepaste afkortingen en begrippen (Engels): Indien (Engels: equal): Gelijk aan (Engels: not equal): Ongelijk (Engels: greater than): Groter dan (Engels: less than): Kleiner dan GOTO (Engels: go to): Ga naar Programmeren: Q-parameters...
Pagina 251
De TNC opent een apart venster waarin u het gewenste bereik voor weergave van de Q- parameters resp. stringparameters kunt invoeren. Met komma's (bijv. Q 1,2,3,4) kunt u meerdere Q- parameters invoeren. Weergavebereiken definieert u met een streepje (bijv. Q 10-14) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 252
8.8 Additionele functies Overzicht De additionele functies verschijnen d.m.v. het indrukken van de softkey SPECIALE FUNCT. De TNC toont onderstaande softkeys: Functie Softkey Bladzijde FN 14:ERROR Bladzijde 253 Foutmeldingen weergeven FN 16:F-PRINT Bladzijde 258 Teksten of Q-parameterwaarden geformatteerd uitvoeren FN 18:SYS-DATUM READ Bladzijde 263 Systeemgegevens lezen FN 19:PLC...
Pagina 253
Met de functie FN 14: ERROR kunnen programmagestuurd meldingen weergegeven worden die door de machinefabrikant resp. door HEIDENHAIN vooraf ingesteld zijn: wanneer de TNC in de programma- afloop of programmatest bij een regel met FN 14 komt, dan onderbreekt de TNC het programma en komt met een melding.
Pagina 254
Foutnummer Tekst 1017 CYCL onvolledig 1018 Vlak foutief gedefinieerd 1019 Foutieve as geprogrammeerd 1020 Foutief toerental 1021 Radiuscorrectie niet gedefinieerd 1022 Afronding niet gedefinieerd 1023 Afrondingsradius te groot 1024 Niet-gedefinieerde programmastart 1025 Te diepe nesting 1026 Hoekreferentiepunt ontbreekt 1027 Geen bewerkingscyclus gedefinieerd 1028 Sleufbreedte te klein 1029...
Pagina 255
TCHPROBE 430: diam. te klein 1064 Geen meetas gedefinieerd 1065 Gereedschapsbreuktolerantie overschreden 1066 Q247 ongelijk aan 0 invoeren 1067 Waarde Q247 groter dan 5 invoeren 1068 Nulpunttabel? 1069 Freeswijze Q351 ongelijk aan 0 invoeren 1070 Schroefdraaddiepte verkleinen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 256
Foutnummer Tekst 1071 Kalibratie uitvoeren 1072 Tolerantie overschreden 1073 Regelsprong actief 1074 ORIËNTATIE niet toegestaan 1075 3DROT niet toegestaan 1076 3DROT inschakelen 1077 Diepte negatief invoeren 1078 Q303 niet in meetcyclus gedefinieerd! 1079 Gereedschapsas niet toegestaan 1080 Berekende waarde foutief 1081 Tegenstrijdige meetpunten 1082...
Pagina 257
Geen toegang tot kinematica mog. 1101 Meetpos. niet in verpl.bereik 1102 Preset-compensatie niet mogelijk 1103 Gereedschapsradius te groot 1104 Insteekwijze niet mogelijk 1105 Insteekhoek verkeerd gedef. 1106 Openingshoek niet gedefinieerd 1107 Sleufbreedte te groot 1108 Maatfactoren niet gelijk 1109 GS-gegevens inconsistent HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 258
FN 16: F-PRINT: teksten en Q-parameterwaarden geformatteerd uitvoeren U kunt met FN 16 ook vanuit het NC-programma berichten naar keuze op het beeldscherm laten weergeven. Deze berichten worden door de TNC in een apart venster weergegeven. Met de functie FN 16: F-PRINT kunt u Q-parameterwaarden en teksten geformatteerd uitvoeren.
Pagina 259
Tekst alleen bij dialoogtaal Nederlands uitvoeren L_POLISH Tekst alleen bij dialoogtaal Pools uitvoeren L_PORTUGUE Tekst alleen bij dialoogtaal Portugees uitvoeren L_HUNGARIA Tekst alleen bij dialoogtaal Hongaars uitvoeren L_RUSSIAN Tekst alleen bij dialoogtaal Russisch uitvoeren L_SLOVENIAN Tekst alleen bij dialoogtaal Sloveens uitvoeren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 260
Sleutelwoord Functie L_ALL Tekst ongeacht de dialoogtaal uitvoeren HOUR Aantal uren uit real-time Aantal minuten uit real-time Aantal seconden uit real-time Dag uit real-time MONTH Maand als cijfer uit real-time STR_MONTH Maand als string-afkorting uit real-time YEAR2 Jaartal in twee cijfers uit real-time YEAR4 Jaartal in vier cijfers uit real-time In het bewerkingsprogramma moet FN 16: F-PRINT...
Pagina 261
NC-programma met de functie FN16 staat. In de gebruikerparameters fn16DefaultPath en fn16DefaultPathSim (Programmatest) kunt u een standaardpad voor de uitvoer van protocolbestanden definiëren. Per regel in het formaatbeschrijvingsbestand kunnen maximaal 32 Q-parameters worden uitgevierd. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 262
Berichten uitvoeren op het beeldscherm U kunt de functie FN16 ook gebruiken om vanuit het NC-programma berichten naar keuze in een apart venster op het beeldscherm van de TNC te laten weergeven. Op deze manier kunnen eenvoudig ook langere instructies op een plaats naar keuze in het programma zo worden weergegeven, dat de operator erop moet reageren.
Pagina 263
Geprogrammeerd spiltoerental Actieve spiltoestand: -1=niet gedefinieerd, 0=M3 actief, 1=M4 actief, 2=M5 na M3, 3=M5 na M4 Stand instelling spil/toerenbereik Koelmiddeltoestand: 0=uit, 1=aan Actieve aanzet Index van het voorbereide gereedschap Index van het actieve gereedschap Kanaalgegevens, 25 Kanaalnummer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 264
Groepsnaam, ID-nr. Nummer Index Betekenis Cyclusparameter, 30 Veiligheidsafstand actieve bewerkingscyclus Boordiepte/freesdiepte actieve bewerkingscyclus Diepte-instelling actieve bewerkingscyclus Aanzet diepteverpl. actieve bewerkingscyclus Lengte eerste zijde cyclus Kamer Lengte tweede zijde cyclus Kamer Lengte eerste zijde cyclus Sleuf Lengte tweede zijde cyclus Sleuf Radius cyclus Rondkamer Aanzet frezen actieve bewerkingscyclus Rotatierichting actieve bewerkingscyclus...
Pagina 265
Maximumtoerental NMAX Gegevens uit de plaatstabel, 51 Plaatsnr. Gereedschapsnummer Plaatsnr. Speciaal gereedschap: 0=nee, 1=ja Plaatsnr. Vaste plaats: 0=nee, 1=ja Plaatsnr. Geblokkeerde plaats: 0=nee, 1=ja Plaatsnr. PLC-status Plaatsnummer van gereedschap GS-nr. Plaatsnummer in de plaatstabel, 52 GS-nr. Gereedschapsmagazijnnummer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 266
Groepsnaam, ID-nr. Nummer Index Betekenis Direct na TOOL CALL Gereedschapsnummer T geprogrammeerde waarden, 60 Actieve gereedschapsas 0 = X 6 = U 1 = Y 7 = V 2 = Z 8 = W Spiltoerental S Overmaat gereedschapslengte DL Overmaat gereedschapsradius DR Automatische TOOL CALL 0 = ja, 1 = nee Overmaat gereedschapsradius DR2...
Pagina 267
Actieve maatfactor V-as Actieve maatfactor W-as 3D-ROT A-as 3D-ROT B-as 3D-ROT C-as Bewerkingsvlak zwenken actief/niet actief (-1/0) in een programma-afloop-werkstand Bewerkingsvlak zwenken actief/niet actief (-1/0) in een handbedieningswerkstand Actieve nulpuntverschuiving, 220 X-as Y-as Z-as A-as B-as C-as HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 268
Groepsnaam, ID-nr. Nummer Index Betekenis U-as V-as W-as Verplaatsingsbereik, 230 1 t/m 9 Negatieve software-eindschakelaar as 1 t/m 9 1 t/m 9 Positieve software-eindschakelaar as 1 t/m 9 Software-eindschakelaar aan of uit: 0 = aan, 1 = uit Nominale positie in REF-systeem, X-as Y-as Z-as...
Pagina 269
Tafeltastsysteem TT Type tastsysteem Regel in de tastsysteemtabel Middelpunt hoofdas (REF-systeem) Middelpunt nevenas (REF-systeem) Middelpunt gereedschapsas (REF-systeem) Schotelradius IJlgang Meetaanzet bij stilstaande spil Meetaanzet bij draaiende spil Maximale meetweg Veiligheidsafstand voor lengtemeting Veiligheidsafstand voor radiusmeting Spiltoerental Tastrichting HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 270
Groepsnaam, ID-nr. Nummer Index Betekenis Referentiepunt uit tastcyclus, 360 1 1 t/m 9 Laatste referentiepunt van een handmatige (X, Y, Z, A, B, C, U, V, tastcyclus resp. laatste tastpunt uit cyclus 0 zonder correctie van de tasterlengte, maar met correctie van de tasterradius (werkstukcoördinatensysteem) 1 t/m 9 Laatste referentiepunt van een handmatige...
Pagina 271
Bijbehorende regel in de tastsysteemtabel Punthoek Lift off Tastcycli, 990 Benaderen: 0 = standaardinstelling 1 = actieve radius, veiligheidsafstand nul 0 = tasterbewaking uit 1 = tasterbewaking aan 0 = taststift niet uitgeweken 1 = taststift uitgeweken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 272
Groepsnaam, ID-nr. Nummer Index Betekenis Uitvoeringsstatus, 992 Regelsprong actief 1 = ja, 0 = nee Zoekfase Nummer van de laatste FN14-fout Echte uitvoering actief 1 = uitvoering 2 = simulatie Voorbeeld: waarde van de actieve maatfactor van de Z-as aan Q25 toewijzen 55 FN 18: SYSREAD Q25 = ID210 NR4 IDX3 Programmeren: Q-parameters...
Pagina 273
0 t/m 2047 Dubbel woord 2048 t/m 4095 De TNC 620 beschikt over een uitgebreide interface voor de communicatie tussen PLC en NC. Het gaat daarbij om een nieuwe symbolische Application Programmer Interface (API). De tot nu toe gebruikte en vertrouwde PLC-NC-interface blijft daarnaast bestaan en kan optioneel worden gebruikt.
Pagina 274
In de regel FN 20 zijn onderstaande voorwaarden toegestaan: Voorwaarde Korte omschrijving Gelijk aan Kleiner dan < Groter dan > Kleiner dan of gelijk aan <= Groter dan of gelijk aan >= Bovendien is de functie FN20: WAIT FOR SYNC beschikbaar. WAIT FOR SYNC altijd gebruiken wanneer u bijv.
Pagina 275
Voorbeeld: de lokale Q-parameters Q25 t/m Q30 worden geëxporteerd 56 FN37: EXPORT Q25 - Q30 De TNC exporteert de waarde die de parameter precies op het tijdstip van het EXPORT-commando heeft. De parameter wordt alleen naar het direct oproepende programma geëxporteerd. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 276
8.9 Tabeltoegang met SQL-opdrachten Inleiding Bij de TNC programmeert u de tabeltoegang met SQL-opdrachten als onderdeel van een transactie. Een transactie bestaat uit meerdere SQL-opdrachten die garanderen dat de tabelgegevens geordend kunnen worden bewerkt. Tabellen worden door de machinefabrikant geconfigureerd. Daarbij worden ook de namen en aanduidingen vastgelegd die als parameters voor SQL- opdrachten vereist zijn.
Pagina 277
U kunt meerdere transacties parallel bewerken. Een gestarte transactie moet beslist worden afgesloten – ook wanneer u uitsluitend gebruikmaakt van leestoegang. Alleen dan is gewaarborgd dat wijzigingen/aanvullingen niet verloren gaan, blokkeringen worden opgeheven en de result-set wordt vrijgegeven. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 278
Result-set De geselecteerde regels in de result-set worden vanaf 0 oplopend genummerd. Deze nummering wordt als index aangeduid. Bij de lees- en schrijfautorisatie wordt de index opgegeven en zo doelbewust een regel van de result-set aangesproken. Het is vaak handig de regels in de result-set gesorteerd op te slaan. Dat is mogelijk door een tabelkolom te definiëren die het sorteercriterium bevat.
Pagina 279
INDEX niet geprogrammeerd: wijzigingen/aanvullingen tot dat moment niet accepteren en de transactie afsluiten. INDEX geprogrammeerd: de geïndexeerde regel blijft in de result-set bestaan - alle andere regels worden uit de result-set verwijderd. De transactie wordt niet afgesloten. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 280
SQL BIND Voorbeeld: Q-parameters aan tabelkolom SQL BIND koppelt een Q-parameter aan een tabelkolom. De SQL- koppelen opdrachten Fetch, Update en Insert verwerken deze koppeling (toewijzing) bij de gegevensoverdracht tussen result-set en NC- 11 SQL BIND Q881 "TAB_EXAMPLE.MESS_NR" programma. 12 SQL BIND Q882 "TAB_EXAMPLE.MESS_X" Een SQL BIND zonder tabel- en kolomnaam heft de koppeling op.
Pagina 281
Gebruik deze optie beslist wanneer u de tabelgegevens wilt wijzigen. Lege result-set: als er geen regels zijn die aan het selectiecriterium voldoen, levert de SQL-server een geldige handle maar geen tabelgegevens. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 282
Voorbeeld: Alle tabelregels selecteren Parameternr. voor resultaat: Q-parameter voor de handle. De SQL-server levert de handle voor deze 11 SQL BIND Q881 "TAB_EXAMPLE.MESS_NR" met de actuele select-opdracht geselecteerde groep regels en kolommen. 12 SQL BIND Q882 "TAB_EXAMPLE.MESS_X" In geval van een fout (de selectie kon niet worden 13 SQL BIND Q883 "TAB_EXAMPLE.MESS_Y"...
Pagina 283
Voorwaarde Programmering gelijk aan ongelijk aan <> kleiner < kleiner dan of gelijk aan <= groter dan > groter dan of gelijk aan >= Meerdere voorwaarden koppelen: Logische EN Logische OF HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 284
SQL FETCH Voorbeeld: Regelnummer wordt in de Q- SQL FETCH leest de met INDEX geadresseerde regel uit de result-set en parameter doorgegeven slaat de tabelgegevens in de gekoppelde (toegewezen) Q-parameters op. De result-set wordt met de HANDLE geadresseerd. 11 SQL BIND Q881 "TAB_EXAMPLE.MESS_NR" SQL FETCH houdt rekening met alle kolommen die bij de select- 12 SQL BIND Q882 "TAB_EXAMPLE.MESS_X"...
Pagina 285
20 SQL Q5 "SELECT MESS_NR,MESS_X,MESS_Y, over-/onderschreden of verkeerd gegevensformaat) MESS_Z FROM TAB_EXAMPLE" Database: ID SQL-toegang: Q-parameter met de . . . handle voor identificatie van de result-set (zie ook SQL 40 SQL INSERT Q1 HANDLE Q5 SELECT). HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 286
SQL COMMIT Voorbeeld: SQL COMMIT zet alle in de result-set aanwezige regels terug naar de tabel. Een met SELCT...FOR UPDATE ingestelde blokkering wordt 11 SQL BIND Q881 "TAB_EXAMPLE.MESS_NR" gereset. 12 SQL BIND Q882 "TAB_EXAMPLE.MESS_X" De bij de opdracht SQL SELECT toegekende handle is niet langer geldig. 13 SQL BIND Q883 "TAB_EXAMPLE.MESS_Y"...
Pagina 287
Q46 = TAN 45 Arc-sinus Inversefunctie van de sinus; hoek bepalen uit de verhouding overstaande rechthoekszijde/hypotenusa bijv. Q10 = ASIN 0,75 Arc-cosinus Inversefunctie van de cosinus; hoek bepalen uit de verhouding aanliggende rechthoekszijde/hypotenusa bijv. Q11 = ACOS Q40 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 288
Koppelingsfunctie Softkey Arc-tangens Inversefunctie van de tangens; hoek bepalen uit de verhouding overstaande/aanliggende rechthoekszijde bijv. Q12 = ATAN Q50 Waarden machtsverheffen bijv. Q15 = 3^3 Constante Pl (3,14159) bijv. Q15 = PI Natuurlijk logaritme (LN) van een getal vormen Grondgetal 2,7183 bijv.
Pagina 289
2. Rekenstap 3 tot de 3e macht verheffen = 27 3. Rekenstap 100 – 27 = 73 Distributieve regel Regel bij de verdeling bij het rekenen tussen haakjes a * (b + c) = a * b + a * c HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 290
Invoervoorbeeld Hoek berekenen met arctan uit overstaande rechthoekszijde (Q12) en aanliggende rechthoekszijde (Q13); resultaat aan Q25 toewijzen: Invoer van formule selecteren: toets Q en softkey FORMULE indrukken, of snelle start gebruiken: Q-toets op het ASCII-toestenbord indrukken PARAMETERNR. VOOR RESULTAAT? Parameternummer invoeren Softkeybalk doorschakelen en arc-tangens-functie selecteren Softkeybalk weer naar links brengen en haakje...
Pagina 291
Bladzijde 299 Als u de functie STRINGFORMULE gebruikt, is het resultaat van de uitgevoerde rekenkundige bewerking altijd een string. Als u de functie FORMULE gebruikt, is het resultaat van de uitgevoerde rekenkundige bewerking altijd een numerieke waarde. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 292
Stringparameters toewijzen Stringvariabelen moeten worden toegewezen voordat ze kunnen worden gebruikt. Gebruik hiervoor het commando DECLARE STRING. Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren Stringfuncties selecteren Functie DECLARE STRING selecteren NC-voorbeeldregel: 37 DECLARE STRING QS10 = "WERKSTUK" Programmeren: Q-parameters...
Pagina 293
END-toets beëindigen Voorbeeld: QS10 dient de complete tekst van QS12, QS13 en QS14 te bevatten 37 QS10 = QS12 || QS13 || QS14 Parameterinhoud: QS12: werkstuk QS13: Status: QS14: afkeur QS10: werkstukstatus: afkeur HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 294
Numerieke waarde naar een stringparameter converteren Met de functie TOCHAR wordt een numerieke waarde naar een stringparameter geconverteerd. Op deze wijze kunt u getalwaarden met stringvariabelen koppelen. Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren Stringfuncties selecteren Functie STRINGFORMULE selecteren...
Pagina 295
Let erop dat het eerste teken van een tekststring intern op positie 0 begint. Voorbeeld: uit de stringparameter QS10 moet vanaf de derde positie (BEG2) een deelstring van vier tekens worden (LEN4) gelezen 37 QS13 = SUBSTR ( SRC_QS10 BEG2 LEN4 ) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 296
Stringparameter naar een numerieke waarde converteren Met de functie TONUMB wordt een stringparameter naar een numerieke waarde geconverteerd. De te converteren waarde mag alleen uit getalwaarden bestaan. De te converteren QS-parameter mag slechts één getalwaarde bevatten, anders komt de TNC met een foutmelding.
Pagina 297
Als de te zoeken deelstring vaker voorkomt, geeft de TNC de eerste positie door waar de deelstring is gevonden. Voorbeeld: QS10 doorzoeken op de in parameter QS13 opgeslagen tekst. Zoekactie beginnen vanaf de derde positie 37 Q50 = INSTR ( SRC_QS10 SEA_QS13 BEG2 ) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 298
Lengte van een stringparameter bepalen De functie STRLEN levert de lengte van de tekst die in een selecteerbare stringparameter is opgeslagen. Q-parameterfuncties selecteren Functie FORMULE selecteren Nummer van de Q-parameter invoeren waarin de TNC de vast te stellen stringlengte moet opslaan en dit met de ENT-toets bevestigen.
Pagina 299
0: de vergeleken QS-parameters zijn identiek +1: de eerste QS-parameter komt alfabetisch vóór de tweede QS-parameter -1: de eerste QS-parameter komt alfabetisch na de tweede QS-parameter Voorbeeld: alfabetische volgorde van QS12 en QS14 vergelijken 37 Q52 = STRCOMP ( SRC_QS12 SEA_QS14 ) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 300
Machineparameters lezen Met de functie CFGREAD kunt u machineparameters van de TNC als numerieke waarden of als strings uitlezen. Om een machineparameter te lezen, moet u parameternamen, parameterobject en, indien aanwezig, groepsnamen en index in de configuratie-editor van de TNC bepalen Type Betekenis Voorbeeld...
Pagina 302
Getalwaarde van een machineparameter lezen Waarde van een machineparameter als numerieke waarde in een Q-parameter opslaan: Q-parameterfuncties selecteren Functie FORMULE selecteren Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren Nummer van de Q-parameter invoeren waarin de TNC de machineparameter moet opslaan en dit met de ENT-toets bevestigen Functie CFGREAD selecteren Nummers van de stringparameters voor key, entiteit...
Pagina 303
De actieve waarde van de gereedschapsradius wordt aan Q108 toegewezen. Q108 is samengesteld uit: Gereedschapsradius R (gereedschapstabel of TOOL DEF-regel) Deltawaarde DR uit de gereedschapstabel Deltawaarde DR uit de TOOL CALL-regel De TNC slaat de actieve gereedschapsradius op en behoudt deze ook na een stroomonderbreking. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 304
Gereedschapsas: Q109 De waarde van de parameter Q109 is afhankelijk van de actuele gereedschapsas: Gereedschapsas Parameterwaarde Geen gereedschapsas gedefinieerd Q109 = –1 X-as Q109 = 0 Y-as Q109 = 1 Z-as Q109 = 2 U-as Q109 = 6 V-as Q109 = 7 W-as Q109 = 8 Spiltoestand: Q110...
Pagina 305
Handbediening actief is. Voor deze coördinaten wordt geen rekening gehouden met de lengte van de taststift en de radius van de tastkogel. Coördinatenas Parameterwaarde X-as Q115 Y-as Q116 Z-as Q117 IVe as Q118 Machine-afhankelijk Ve as Q119 Machine-afhankelijk HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 306
Afwijking actuele/nominale waarde bij automatische gereedschapsmeting met de TT 130 Act./nom. afwijking Parameterwaarde Gereedschapslengte Q115 Gereedschapsradius Q116 Zwenken van het bewerkingsvlak met werkstukhoeken: door de TNC berekende coördinaten voor rotatie-assen Coördinaten Parameterwaarde A-as Q120 B-as Q121 C-as Q122 Programmeren: Q-parameters...
Pagina 307
Midden hoofdas Q161 Midden nevenas Q162 Diameter Q163 Kamerlengte Q164 Kamerbreedte Q165 Gemeten lengte Q166 Positie van de middenas Q167 Vastgestelde ruimtehoek Parameterwaarde Rotatie om de A-as Q170 Rotatie om de B-as Q171 Rotatie om de C-as Q172 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 308
Werkstukstatus Parameterwaarde Goed Q180 Nabewerken Q181 Afkeur Q182 Gemeten afwijking met cyclus 440 Parameterwaarde X-as Q185 Y-as Q186 Z-as Q187 Flag voor cycli Q188 Gereedschapsmeting met BLUM-laser Parameterwaarde Gereserveerd Q190 Gereserveerd Q191 Gereserveerd Q192 Gereserveerd Q193 Gereserveerd voor intern gebruik Parameterwaarde Flag voor cycli Q195...
Pagina 309
13 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20 Definitie van onbewerkt werkstuk 14 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0 15 TOOL CALL 1 Z S4000 Gereedschapsoproep 16 L Z+250 R0 FMAX Gereedschap terugtrekken 17 CALL LBL 10 Bewerking oproepen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 310
18 L Z+100 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken, einde programma 19 LBL 10 Subprogramma 10: bewerking 20 CYCL DEF 7.0 NULPUNT Nulpunt naar het centrum van de ellips verschuiven 21 CYCL DEF 7.1 X+Q1 22 CYCL DEF 7.2 Y+Q2 23 CYCL DEF 10.0 ROTATIE Rotatiepositie in het vlak verrekenen 24 CYCL DEF 10.1 ROT+Q8 25 Q35 = (Q6 - Q5) / Q7...
Pagina 318
9.1 Additionele M-functies en STOP invoeren Basisprincipes De additionele functies van de TNC - ook M-functies genoemd - besturen de programma-afloop, bijv. onderbreking van de programma-afloop machinefuncties, zoals het in- en uitschakelen van de spilrotatie en de koelmiddeltoevoer de baaninstelling van het gereedschap De machinefabrikant kan additionele functies vrijgeven die niet in dit handboek zijn beschreven.
Pagina 319
Spil AAN met de klok mee Spil AAN tegen de klok in Spil STOP Gereedschapswissel Spil STOP Programma STOP Koelmiddel AAN Koelmiddel UIT Spil AAN met de klok mee Koelmiddel AAN Spil AAN tegen de klok in Koelmiddel aan als M2 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 320
9.3 Additionele functies voor coördinaatgegevens Machinegerelateerde coördinaten programmeren: M91/M92 Nulpunt meetliniaal Op de meetliniaal legt één referentiemerk de positie van het nulpunt van de meetliniaal vast. Machinenulpunt Het machinenulpunt wordt gebruikt om begrenzingen van verplaatsingen (software-eindschakelaars) vast te leggen machinevaste posities (bijv. positie gereedschapswissel) te benaderen een referentiepunt van het werkstuk vast te leggen De machinefabrikant voert voor elke as de afstand tussen het...
Pagina 321
Om M91/M92-bewegingen ook grafisch te kunnen simuleren, moet de bewaking van het werkbereik worden geactiveerd en moet u het onbewerkte werkstuk ten opzichte van het vastgelegde referentiepunt laten weergeven, zie "Onbewerkt werkstuk in het werkbereik weergeven (software-optie Advanced graphic features)", bladzijde 461. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 322
Posities in het niet-gezwenkte coördinatensysteem bij gezwenkt bewerkingsvlak benaderen: M130 Standaardinstelling bij gezwenkt bewerkingsvlak De TNC relateert coördinaten in positioneerregels aan het gezwenkte coördinatensysteem. Instelling met M130 De TNC relateert coördinaten in rechte-regels bij het actieve, gezwenkte bewerkingsvlak aan het niet-gezwenkte coördinatensysteem.
Pagina 323
Miscellaneous functions)" op bladzijde 328)! Werking M97 werkt alleen in de programmaregel waarin M97 geprogrammeerd is. De contourhoek wordt met M97 niet volledig bewerkt. Het kan zijn dat de contourhoek met een kleiner gereedschap moet worden nabewerkt. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 324
NC-voorbeeldregels 5 TOOL DEF L ... R+20 Grote gereedschapsradius 13 L X... Y... R... F... M97 Contourpunt 13 benaderen Contourtrapje 13 en 14 bewerken 14 L IY-0.5 ... R... F... Contourpunt 15 benaderen 15 L IX+100 ... Contourtrapje 15 en 16 bewerken 16 L IY+0.5 ...
Pagina 325
M98 werkt alleen in de programmaregels waarin M98 geprogrammeerd is. M98 wordt actief aan het einde van de regel. NC-voorbeeldregels Na elkaar de contourpunten 10, 11 en 12 benaderen: 10 L X... Y... RL F 11 L X... IY... M98 12 L IX+ ... HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 326
Aanzetfactor voor insteekbewegingen: M103 Standaardinstelling De TNC verplaatst het gereedschap onafhankelijk van de bewegingsrichting met de laatst geprogrammeerde aanzet. Instelling met M103 De TNC reduceert de baanaanzet, wanneer het gereedschap zich in negatieve richting van de gereedschapsas verplaatst. De aanzet bij het insteken FZMAX wordt berekend uit de laatst geprogrammeerde aanzet FPROG en een factor F%: FZMAX = FPROG x F%...
Pagina 327
Aan het einde of na het afbreken van een bewerkingscyclus wordt de oorspronkelijke toestand hersteld. Werking M109 en M110 worden actief aan het begin van de regel. M109 en M110 kunnen met M111 worden teruggezet. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 328
Contour met gecorrigeerde radius vooruitberekenen (LOOK AHEAD): M120 (software-optie Miscellaneous functions) Standaardinstelling Wanneer de gereedschapsradius groter is dan een contourtrap die met een gecorrigeerde radius moet worden uitgevoerd, dan onderbreekt de TNC de programma-afloop en toont een foutmelding. M97 (zie "Contourtrapjes bewerken: M97" op bladzijde 323) voorkomt weliswaar de foutmelding, maar leidt tot een markering door vrije sneden en bovendien tot verschuiving van de hoek.
Pagina 329
DEP LCT worden toegepast; de regel met DEP LCT mag alleen coördinaten van het bewerkingsvlak bevatten Voordat de hieronder genoemde functies worden toegepast, moeten M120 en de radiuscorrectie worden opgeheven: Cyclus 32 Tolerantie Cyclus 19 Bewerkingsvlak PLANE-functie M114 M128 FUNCTION TCPM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 330
Handwielpositionering tijdens de programma- afloop laten doorwerken: M118 (software-optie Miscellaneous functions) Standaardinstelling De TNC verplaatst het gereedschap in de programma-afloop- werkstanden zoals in het bewerkingsprogramma vastgelegd. Instelling met M118 Met M118 kunt u tijdens de programma-afloop handmatige correcties met het handwiel uitvoeren. Daarvoor moet M118 geprogrammeerd en een asspecifieke waarde (lineaire as of rotatie-as) in mm worden ingevoerd.
Pagina 331
Bij machines met zwenkkoppen verplaatst de TNC het gereedschap dan in het gezwenkte systeem. Met M140 MB MAX kan alleen in positieve richting worden teruggetrokken. Vóór M140 altijd een gereedschapsoproep met gereedschapsas definiëren, anders is de verplaatsingsrichting niet gedefinieerd. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 332
Bewaking tastsysteem onderdrukken: M141 Standaardinstelling De TNC komt bij een uitgeweken taststift met een foutmelding zodra u een machine-as wilt verplaatsen. Instelling met M141 De TNC verplaatst de machine-assen ook wanneer het tastsysteem is uitgeweken. Deze functie is vereist wanneer u een eigen meetcyclus in combinatie met meetcyclus 3 schrijft, om het tastsysteem na het uitwijken met een positioneerregel weer terug te trekken.
Pagina 333
Bovendien kunt u in de machineparameter CfgLiftOff de functie over het algemeen uitschakelen. Werking M148 werkt zolang tot de functie met M149 gedeactiveerd wordt. M148 wordt actief aan het begin van de regel, M149 aan het einde van de regel. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 336
10.1 Overzicht Speciale functies Via de toets SPEC FCT en de juiste softkeys hebt u toegang tot nog meer speciale functies van de TNC. In de onderstaande tabellen vindt u een overzicht van de beschikbare functies. Hoofdmenu Speciale functies SPEC FCT Speciale functies selecteren Functie Softkey...
Pagina 337
Menu voor functies voor de contour- en puntbewerking selecteren Functie Softkey Beschrijving Contourbeschrijving toewijzen gebruikershandboek Cycli Eenvoudige contourformule definiëren gebruikershandboek Cycli Contourdefinitie selecteren gebruikershandboek Cycli Ingewikkelde contourformule definiëren gebruikershandboek Cycli Regelmatige bewerkingspatronen definiëren gebruikershandboek Cycli Puntenbestand met bewerkingsposities selecteren gebruikershandboek Cycli HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 338
Menu voor definiëren van diverse klaartekst-- functies Menu voor definiëren van diverse klaartekst--functies selecteren Functie Softkey Beschrijving Positioneergedrag van rotatie- Bladzijde 386 assen definiëren Bestandsfuncties definiëren Bladzijde 345 Positioneergedrag voor parallelle Bladzijde 339 assen U, V, W vastleggen Coördinatentransformaties Bladzijde 346 definiëren Stringfuncties definiëren Bladzijde 291...
Pagina 339
Selectie van een programma Einde programma M2 resp. M30 Programma afgebroken (PARAXCOMP blijft actief) PARAXCOMP OFF resp. PARAXMODE OFF Voorafgaand aan een wisseling van de machinekinematica moet u de functies van de parallelle as deactiveren. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 340
FUNCTION PARAXCOMP DISPLAY Voorbeeld: NC-regel Met de functie PARAXCOMP DISPLAY schakelt u de weergavefunctie voor verplaatsingen van de parallelle as in. De TNC verrekent 13 FUNCTION PARAXCOMP DISPLAY W verplaatsingen van de parallelle as in de digitale uitlezing van de bijbehorende hoofdas (somweergave).
Pagina 341
Ga bij de definitie als volgt te werk: Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren FUNCTION PARAX selecteren FUNCTION PARAXCOMP selecteren FUNCTION PARAXCOMP MOVE selecteren Parallelle as definiëren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 342
FUNCTION PARAXCOMP OFF Voorbeeld: NC-regels Met de functie PARAXCOMP OFF schakelt u de functies van de parallelle as PARAXCOMP DISPLAY en PARAXCOMP MOVE uit. Ga bij de definitie als 13 FUNCTION PARAXCOMP OFF volgt te werk: 13 FUNCTION PARAXCOMP OFF W Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren...
Pagina 343
De extra positionering van een hoofdas met het commando "&" vindt plaats in het REF-systeem. Als u de digitale uitlezing op "Werkelijke waarde" hebt ingesteld, wordt deze beweging niet getoond. Schakel de digitale uitlezing evt. om naar "REF-waarde" om. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 344
FUNCTION PARAXMODE OFF Voorbeeld: NC-regel Met de functie PARAXCOMP OFF schakelt u de functie van de parallelle as uit. De TNC gebruikt de door de machinefabrikant geconfigureerde 13 FUNCTION PARAXCOMP OFF hoofdassen. Ga bij de definitie als volgt te werk: Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren...
Pagina 345
FILE MOVE Bestand verplaatsen: padnaam van het te verplaatsen bestand en padnaam van het doelbestand opgeven. FILE DELETE Bestand wissen: padnaam van het te wissen bestand opgeven HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 346
10.4 Coördinatentransformaties definiëren Overzicht Als alternatief voor de coördinatentransformatiecyclus 7 NULPUNTVERSCHUIVING kunt u ook de klaartekstfunctie TRANS DATUM gebruiken. Evenals bij cyclus 7 kunt u met TRANS DATUM verschuivingswaarden direct programmeren of een regel uit een te selecteren nulpunttabel activeren. U kunt bovendien gebruikmaken van de functie TRANS DATUM RESET waarmee u een actieve nulpuntverschuiving eenvoudig kunt terugzetten.
Pagina 347
Ga bij de definitie als volgt te werk: Softkeybalk met speciale functies tonen Menu voor functies voor de definitie van diverse klaartekstfuncties selecteren Transformaties selecteren Nulpuntverschuiving TRANS DATUM selecteren Met de cursor teruggaan naar TRANS AXIS Nulpuntverschuiving TRANS DATUM RESET selecteren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 348
10.5 Tekstbestanden maken Toepassing Op de TNC kunnen teksten d.m.v. een teksteditor gemaakt en bewerkt worden. Als u een TNC 620 zonder lettertoetsenbord gebruikt, kunt u hiervoor een USB-toetsenbord aansluiten. Typische toepassingen: ervaringswaarden bewaren werkwijzen documenteren formuleverzamelingen maken Tekstbestanden zijn bestanden van het type .A (ASCII). Wanneer andere bestanden bewerkt moeten worden, dan moeten deze eerst naar type .A geconverteerd worden.
Pagina 349
Cursor op de positie zetten waar de tekst moet worden ingevoegd en softkey REGEL/WOORD INVOEGEN indrukken Functie Softkey Regel wissen en tijdelijk opslaan Woord wissen en tijdelijk opslaan Teken wissen en tijdelijk opslaan Regel of woord na het wissen weer invoegen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 350
Tekstblokken bewerken Tekstblokken van willekeurige grootte kunnen gekopieerd, gewist en op een andere plaats weer ingevoegd worden. In elk geval moet eerst het gewenste tekstblok gemarkeerd worden: Tekstblok markeren: cursor op het teken zetten van waaraf de tekstmarkering moet beginnen Softkey BLOK MARKEREN indrukken Cursor op het teken zetten waar de tekstmarkering moet stoppen.
Pagina 351
Softkey ACTUELE WOORD ZOEKEN indrukken Zoekfunctie verlaten: softkey EINDE indrukken Willekeurige tekst zoeken Zoekfunctie selecteren: softkey ZOEKEN indrukken. De TNC toont de dialoog Zoek tekst: Gezochte tekst invoeren Tekst zoeken: softkey UITVOEREN indrukken Zoekfunctie verlaten: softkey EINDE indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 354
11.1 Functies voor de meerassige bewerking In dit hoofdstuk vindt u de TNC-functies die verband houden met de meerassige bewerking: TNC-functie Beschrijving Bladzijde PLANE Bewerkingen in het gezwenkte bewerkingsvlak definiëren Bladzijde 355 M116 Aanzet van rotatie-assen Bladzijde 379 Geneigd frezen Bladzijde 377 PLANE/M128 FUNCTION TCPM...
Pagina 355
POINTS Coördinaten van drie willekeurige punten van het te zwenken Bladzijde 367 vlak RELATIVE Afzonderlijke, incrementeel werkende ruimtehoek Bladzijde 369 AXIAL Max. drie absolute of incrementele ashoeken A, B, C Bladzijde 370 RESET PLANE-functie terugzetten Bladzijde 358 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 356
De parameterdefinitie van de PLANE-functie is in twee stukken opgedeeld: De geometrische definitie van het vlak, die voor elk van de beschikbare PLANE-functies verschillend is Het positioneergedrag van de PLANE-functie, dat onafhankelijk van de definitie van de vlakken dient te worden beschouwd en voor alle PLANE-functies identiek is (zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen"...
Pagina 357
PLANE-functie – intern altijd om naar een ruimtehoek. In de modus Restweg (RESTW) toont de TNC bij het naar binnen zwenken (modus MOVE of TURN) in de rotatie-as de weg tot de gedefinieerde (resp. berekende) eindpositie van de rotatie-as. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 358
PLANE-functie terugzetten Voorbeeld: NC-regel Softkeybalk met speciale functies tonen 25 PLANE RESET MOVE AFST50 F1000 Speciale TNC-functies selecteren: softkey SPECIALE TNC-FUNCT. indrukken PLANE-functie selecteren: softkey BEWERK.VLAK ZWENKEN indrukken: de TNC toont in de softkeybalk de beschikbare definitiemogelijkheden Functie voor het terugzetten selecteren: hiermee is de PLANE-functie intern teruggezet, de actuele asposities veranderen daardoor niet Vastleggen of de TNC de zwenkassen automatisch...
Pagina 359
U moet altijd alle drie ruimtehoeken SPA, SPB en SPC definiëren, ook indien een van de hoeken 0 is. De eerder genoemde volgorde van de rotaties geldt onafhankelijk van de actieve gereedschapsas. Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", bladzijde 372. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 360
Invoerparameters Ruimtehoek A?: rotatiehoek SPA om de machinevaste X-as (zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik van -359,9999° tot +359,9999° Ruimtehoek B?: rotatiehoek SPB om de machinevaste Y-as (zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik van -359,9999° tot +359,9999° Ruimtehoek C?: rotatiehoek SPC om de machinevaste Z-as (zie afbeelding rechts in het midden).
Pagina 361
Let vóór het programmeren op het volgende Projectiehoeken kunnen alleen worden gebruikt indien de hoekdefinities gerelateerd zijn aan een rechthoekig blok. Anders treedt er werkstukvervorming op. Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", bladzijde 372. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 362
Invoerparameters Proj.hoek 1e coörd.vlak?: geprojecteerde hoek van het gezwenkte bewerkingsvlak in het 1e coördinatenvlak van het machinevaste coördinatensysteem (Z/X bij gereedschapsas Z, zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik van -89.9999° tot +89.9999°. 0°-as is de hoofdas van het actieve bewerkingsvlak (X bij gereedschapsas Z, positieve richting zie afbeelding rechtsboven) Proj.hoek 2e coörd.vlak?: geprojecteerde hoek in...
Pagina 363
Rotatiehoek EULROT Rotatie van het gezwenkte bewerkingsvlak om de gezwenkte Z-as Let vóór het programmeren op het volgende De eerder genoemde volgorde van de rotaties geldt onafhankelijk van de actieve gereedschapsas. Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", bladzijde 372. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 364
Invoerparameters Rot.hoek hoofdcoördinatenvlak?: rotatiehoek EULPR om de Z-as (zie afbeelding rechtsboven). Let op: Het invoerbereik is -180.0000° tot 180.0000° 0°-as is de X-as Zwenkhoek gereedschapsas?: zwenkhoek EULNUT van het coördinatensysteem om de door de precessiehoek gedraaide X-as (zie afbeelding rechts in het midden).
Pagina 365
Let vóór het programmeren op het volgende De TNC berekent intern uit de door u ingevoerde waarden telkens gestandaardiseerde vectoren. Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", bladzijde 372. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 366
Invoerparameters X-component basisvector?: X-component BX van basisvector B (zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik: -9.9999999 t/m +9.9999999 Y-component basisvector?: Y-component BY van basisvector B (zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik: -9.9999999 t/m +9.9999999 Z-component basisvector?: Z-component BZ van basisvector B (zie afbeelding rechtsboven). Invoerbereik: -9.9999999 t/m +9.9999999 X-component normaalvector?: X-component NX van de normaalvector N (zie afbeelding rechts in het midden).
Pagina 367
De drie punten bepalen de schuinte van het vlak. De positie van het actieve nulpunt wordt niet door de TNC gewijzigd. Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", bladzijde 372. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 368
Invoerparameters X-coördinaat 1e punt van het vlak?: X-coördinaat P1X van het 1e punt van het vlak (zie afbeelding rechtsboven) Y-coördinaat 1e punt van het vlak?: Y-coördinaat P1Y van het 1e punt van het vlak (zie afbeelding rechtsboven) Z-coördinaat 1e punt van het vlak?: Z-coördinaat P1Z van het 1e punt van het vlak (zie afbeelding rechtsboven) X-coördinaat 2e punt van het vlak?: X-coördinaat...
Pagina 369
Invoerbereik: -359.9999° tot +359.9999° Ga verder met de positioneereigenschappen (zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen" op bladzijde 372) Gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis RELATIVE Engels: relative = gerelateerd aan Voorbeeld: NC-regel 5 PLANE RELATIVE SPB-45 ..HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 370
Bewerkingsvlak via ashoek: PLANE AXIAL (FCL 3-functie) Toepassing De functie PLANE AXIAL definieert zowel de positie van het bewerkingsvlak als de nominale coördinaten van de rotatie-assen. Speciaal bij machines met rechthoekige kinematica en kinematica waarin uitsluitend een rotatie-as actief is, kan eenvoudig van deze functie gebruik worden gemaakt.
Pagina 371
Invoerbereik: -99999,9999° tot +99999,9999° Ga verder met de positioneereigenschappen (zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen" Voorbeeld: NC-regel op bladzijde 372) 5 PLANE AXIAL B-45 ..Gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis Engels axial = ten opzichte van de as AXIAAL HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 372
Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen Overzicht Ongeacht de PLANE-functie die u gebruikt om het gezwenkte bewerkingsvlak te definiëren, beschikt u altijd over de volgende functies voor het positioneergedrag: Automatisch naar binnen zwenken Selectie van alternatieve zwenkmogelijkheden (niet bij PLANE AXIAL) Selectie van transformatiewijze (niet bij PLANE AXIAL) Automatisch naar binnen zwenken: MOVE/TURN/STAY (verplichte invoer)
Pagina 373
Aanzet? F=: baansnelheid waarmee het gereedschap naar binnen moet zwenken Terugtreklengte in gereedsch.as?: Terugtrekbaan MB werkt incrementeel vanaf de actuele gereedschapspositie in de actieve gereedschapsasrichting die de TNC vóór het naar binnen zwenken benadert. MB MAX verplaatst het gereedschap tot kort vóór de software-eindschakelaar HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 374
Rotatie-assen in een afzonderlijke regel naar binnen zwenken Indien u de rotatie-assen in een afzonderlijke positioneerregel naar binnen wilt zwenken (optie STAY geselecteerd), gaat u als volgt te werk: Let op: botsingsgevaar! Gereedschap zodanig voorpositioneren dat er bij het naar binnen zwenken geen botsing tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) kan plaatsvinden.
Pagina 375
3 Als er slechts één oplossing binnen het verplaatsingsbereik ligt, wordt deze oplossing door de TNC toegepast 4 Als er geen oplossing binnen het verplaatsingsbereik ligt, komt de TNC met de foutmelding Hoek niet toegestaan HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 376
Voorbeeld voor een machine met C-rondtafel en A-zwenktafel. Geprogrammeerde functie: PLANE SPATIAL SPA+0 SPB+45 SPC+0 Eindschake- Resultaat Startpositie laars aspositie geen A+0, C+0 niet geprogr. A+45, C+90 geen A+0, C+0 A+45, C+90 geen A+0, C+0 – A–45, C–90 geen A+0, C–105 niet geprogr.
Pagina 377
12 L Z+50 R0 FMAX M128 Op veilige hoogte positioneren, M128 activeren PLANE-functie definiëren en activeren 13 PLANE SPATIAL SPA+0 SPB-45 SPC+0 MOVE AFST50 F1000 Neighoek instellen 14 L IB-17 F1000 Bewerking in het gezwenkte vlak definiëren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 378
Geneigd frezen via normaalvectoren In de LN-regel mag slechts een richtingsvector zijn gedefinieerd, via welke de neighoek gedefinieerd is (normaalvector NX, NY, NZ of gereedschapsrichtingsvector TX, TY, TZ). Gereedschap terugtrekken M128 activeren Willekeurige PLANE-functie definiëren, positioneergedrag in de gaten houden Programma afwerken met LN-regels waarin de gereedschapsrichting per vector is gedefinieerd NC-voorbeeldregels:...
Pagina 379
Werking M116 werkt in het bewerkingsvlak. Met M117 wordt M116 teruggezet; aan het einde van het programma wordt M116 eveneens opgeheven. M116 wordt actief aan het begin van de regel. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 380
Rotatie-assen in optimale baan verplaatsen: M126 Standaardinstelling De standaardinstelling van de TNC bij het positioneren van rotatie- assen, waarvan de weergave tot waarden beneden de 360° gereduceerd is, is afhankelijk van machineparameter shortestDistance (300401). Daar is vastgelegd of de TNC het verschil nominale positie - actuele positie, of dat de TNC in principe altijd (ook zonder M126) via de kortste weg de geprogrammeerde positie moet benaderen.
Pagina 381
Uitlezing van alle actieve rotatie-assen reduceren en aansluitend met de C-as naar de geprogrammeerde waarde verplaatsen: L C+180 FMAX M94 Werking M94 werkt alleen in de programmaregel waarin M94 geprogrammeerd is. M94 wordt actief aan het begin van de regel. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 382
Positie van de gereedschapspunt bij het positioneren van zwenkassen handhaven (TCPM): M128 (software-optie 2) Standaardinstelling De TNC verplaatst het gereedschap naar de in het bewerkingsprogramma vastgelegde posities. Als in het programma de positie van een zwenkas verandert, dan moet de daaruit volgende verstelling in de lineaire assen worden berekend en in een positioneerregel worden verwerkt.
Pagina 383
Zolang M128 actief is, bewaakt de TNC de actuele positie van de niet-gestuurde rotatie-assen. Indien de actuele positie met een door de machinefabrikant te definiëren waarde van de nominale positie afwijkt, komt de TNC met een foutmelding en wordt de programma-afloop onderbroken. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 384
Keuze van zwenkassen: M138 Standaardinstelling De TNC houdt bij de functies M128, TCPM en Bewerkingsvlak zwenken rekening met de rotatie-assen die uw machinefabrikant in machineparameters heeft vastgelegd. Instelling met M138 Bij de hierboven genoemde functies houdt de TNC alleen rekening met de zwenkassen die met M138 zijn gedefinieerd.
Pagina 385
M128 of Bewerkingsvlak zwenken. M144 wordt opgeheven door M145 te programmeren. De machinegeometrie moet door de machinefabrikant in de kinematica-beschrijving gedefinieerd zijn. De machinefabrikant legt de werkwijze in de automatische werkstanden en handbedieningswerkstanden vast. Raadpleeg uw machinehandboek. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 386
11.5 FUNCTION TCPM (software-optie 2) Functie De machinegeometrie moet door de machinefabrikant vastgelegd zijn. Bij zwenkassen met Hirth-vertanding: Positie van de zwenkas alleen veranderen nadat het gereedschap uit het materiaal is gehaald. Anders kan de contour bij het terugtrekken uit de vertanding worden beschadigd.
Pagina 387
F CONT legt vast dat de geprogrammeerde aanzet als baanaanzet van de in de desbetreffende NC-regel geprogrammeerde assen wordt geïnterpreteerd NC-voorbeeldregels: 13 FUNCTION TCPM F TCP ... Aanzet is gerelateerd aan de gereedschapspunt 14 FUNCTION TCPM F CONT ... Aanzet wordt geïnterpreteerd als baanaanzet HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 388
Interpretatie van de geprogrammeerde coördinaten van de rotatie-as Machines met 45°-zwenkkoppen of 45°-zwenktafels beschikten tot nu toe niet over de mogelijkheid om op eenvoudige wijze een neighoek of een gereedschapsoriëntatie gerelateerd aan het op dat moment actieve coördinatensysteem (ruimtehoek) in te stellen. Deze functie kon uitsluitend via extern gemaakte programma's met vlaknormaalvectoren (LN-regels) worden gerealiseerd.
Pagina 389
Peripheral Milling. NC-voorbeeldregels: 13 FUNCTION TCPM F TCP AXIS SPAT PATHCTRL AXIS Gereedschapspunt verplaatst zich op een rechte 14 FUNCTION TCPM F TCP AXIS POS PATHCTRL VECTOR Gereedschapspunt en gereedschapsrichtingsvector verplaatsen zich in een vlak HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 390
FUNCTION TCPM terugzetten FUNCTION RESET TCPM gebruiken wanneer u de functie specifiek in een programma wilt terugzetten NC-voorbeeldregel: 25 FUNCTION RESET TCPM FUNCTION TCPM terugzetten De TNC zet FUNCTION TCPM automatisch terug wanneer u in een programma-afloop-werkstand een nieuw programma selecteert. U mag FUNCTION TCPM alleen terugzetten wanneer de PLANE-functie niet actief is.
Pagina 391
Peripheral Milling: correctie van de freesradius loodrecht op de bewegingsrichting en loodrecht op de gereedschapsrichting (driedimensionale radiuscorrectie met definitie van de gereedschapsoriëntatie). De verspaning wordt primair met het mantelvlak van het gereedschap uitgevoerd HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 392
Definitie van een gestandaardiseerde vector Een gestandaardiseerde vector is een wiskundige grootheid met getalwaarde 1 en een willekeurige richting. Bij LN-regels heeft de TNC maximaal twee gestandaardiseerde vectoren nodig, één om de richting van de vlaknormaalvector en nog een (optionele) om de richting van de gereedschapsoriëntatie te bepalen.
Pagina 393
Negatieve deltawaarde DL, DR, DR2: de maten van het gereedschap zijn kleiner dan die van het originele gereedschap (ondermaat) De TNC corrigeert dan de gereedschapspositie met de som van de deltawaarden uit de gereedschapstabel en de gereedschapsoproep. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 394
3D-correctie zonder TCPM De TNC voert bij drieassige bewerkingen een 3D-correctie uit, wanneer het NC-programma met vlaknormalen is uitgegeven. De radiuscorrectie RL/RR en TCPM of M128 moeten hierbij niet actief zijn. De TNC verplaatst het gereedschap in de richting van de vlaknormaalvector met de som van de deltawaarden (gereedschapstabel en TOOL CALL).
Pagina 395
NZ–0,8764339 TX+0,0078922 TY–0,8764339 TZ+0,2590319 F1000 M128 Rechte met 3D-correctie X, Y, Z: Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte NX, NY, NZ: Componenten van de vlaknormaalvectoren TX, TY, TZ: Componenten van de gestandaardiseerde vector voor de gereedschapsoriëntatie Aanzet Additionele functie HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 396
Peripheral Milling: 3D-radiuscorrectie met TCPM en radiuscorrectie (RL/RR) De TNC verplaatst het gereedschap loodrecht op de bewegingsrichting en loodrecht op de gereedschapsrichting met de som van de deltawaarden DR (gereedschapstabel en TOOL CALL). De correctierichting wordt met radiuscorrectie RL/RR vastgelegd (zie afbeelding, bewegingsrichting Y+).
Pagina 397
Voorbeeld: regelformaat met rotatie-assen 1 L X+31,737 Y+21,954 Z+33,165 B+12,357 C+5,896 RL F1000 M128 Rechte Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte X, Y, Z: Rechte B, C: Coördinaten van de rotatie-assen voor de gereedschapsoriëntatie Radiuscorrectie Aanzet Additionele functie HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 400
12.1 Palletbeheer Toepassing Het palletbeheer is een machine-afhankelijke functie. Hieronder worden de standaard beschikbare functies omschreven. Raadpleeg tevens het machinehandboek. Pallettabellen worden voor bewerkingscentra met palletwisselaars toegepast: de pallettabel roept voor de verschillende pallets de bijbehorende bewerkingsprogramma's op en activeert presets, nulpuntverschuivingen en nulpunttabellen.
Pagina 401
Regel aan einde van de tabel wissen In te voeren aantal regels aan het einde van de tabel toevoegen Oplichtend veld kopiëren Gekopieerd veld invoegen Begin van regel selecteren Einde van regel selecteren Actuele waarde kopiëren Actuele waarde invoegen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 402
Bewerkingsfunctie Softkey Actueel veld bewerken Sorteren op kolominhoud Additionele functies, bijv. opslaan Pallettype toewijzen Pallettabel selecteren In de werkstand Programmeren/bewerken of Programma-afloop Bestandsbeheer selecteren: toets PGM MGT indrukken Bestanden van het type .P weergeven: softkeys TYPE KIEZEN en ALLE TON. indrukken Pallettabel met pijltoetsen selecteren of naam voor een nieuwe tabel invoeren Keuze met de ENT-toets bevestigen...
Pagina 403
Met de pijltoetsen het programma selecteren dat u wilt controleren Softkey PROGRAMMA OPENEN indrukken: de TNC toont het geselecteerde programma op het beeldscherm. U kunt nu met de pijltoetsen in het programma bladeren Terug naar de pallettabel: druk op de softkey END PGM HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 406
13.1 Inschakelen, uitschakelen Inschakelen Het inschakelen en het benaderen van de referentiepunten zijn machine-afhankelijke functies. Raadpleeg uw machinehandboek. Schakel de voedingsspanning van de TNC en de machine in. Daarna geeft de TNC de volgende dialoog weer: SYSTEM STARTUP De TNC wordt gestart STROOMONDERBREKING TNC-melding dat er een stroomonderbreking is geweest –...
Pagina 407
De weergegeven positie komt overeen met de laatste, vóór het uitschakelen actieve, positie van de rotatie-assen. Indien een van beide eerder actieve functies actief is, heeft de NC- START-toets geen functie. De TNC komt met een daarmee corresponderende foutmelding. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 408
Uitschakelen Om gegevensverlies bij het uitschakelen te voorkomen, moet het besturingssysteem van de TNC volgens een bepaalde procedure worden uitgeschakeld: Werkstand Handbediening selecteren Functie voor het uitschakelen selecteren, nogmaals met de softkey JA bevestigen Wanneer de TNC in een apart venster de tekst NOW IT IS SAFE TO TURN POWER OFF weergeeft, mag u de voedingsspanning van de TNC onderbreken.
Pagina 409
Stoppen: externe STOP-toets indrukken Met beide methoden kunt u ook meerdere assen tegelijkertijd verplaatsen. De aanzet waarmee de assen verplaatst worden, wijzigt u met de softkey F, zie "Spiltoerental S, aanzet F en additionele M- functie", bladzijde 412. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 410
Stapsgewijs positioneren Bij stapsgewijs positioneren verplaatst de TNC een machine-as met een door u ingestelde stapmaat. Werkstand Handbediening of El. handwiel selecteren Softkeybalk omschakelen Stapsgewijs positioneren selecteren: softkey STAPMAAT op AAN VERPLAATSING = verplaatsing in mm invoeren en met toets ENT bevestigen Externe richtingstoets indrukken: willekeurig vaak positioneren...
Pagina 411
Verplaatsen met het handwiel is bij een actieve M118 ook tijdens de programma-afloop mogelijk. Verplaatsen Werkstand El. handwiel selecteren Bevestigingstoets ingedrukt houden As selecteren Aanzet selecteren Actieve as in richting + verplaatsen, of Actieve as in richting – verplaatsen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 412
13.3 Spiltoerental S, aanzet F en additionele M-functie Toepassing In de werkstanden Handbediening en El. handwiel voert u het spiltoerental S, de aanzet F en de additionele M-functie in met de softkeys. De additionele functies worden onder "7. Programmeren: additionele functies" beschreven. De machinefabrikant legt vast welke additionele M- functies u kunt gebruiken en welke functie ze hebben.
Pagina 413
Met de override-draaiknoppen voor spiltoerental S en aanzet F kan de ingestelde waarde van 0% tot 150% veranderd worden. De override-draaiknop voor het spiltoerental werkt alleen bij machines met een traploos regelbare spilaandrijving. De aanzetbegrenzing is machineafhankelijk. Raadpleeg het machinehandboek! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 414
13.4 Referentiepunt vastleggen zonder 3D-tastsysteem Aanwijzing Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsysteem: (zie "Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions)" op bladzijde 432). Bij Referentiepunt vastleggen wordt de weergave van de TNC op de coördinaten van een bekende positie op het werkstuk vastgelegd. Voorbereiding Werkstuk opspannen en uitrichten Nulgereedschap met bekende radius inspannen...
Pagina 415
L van het gereedschap resp. op de som Z=L+d vastgelegd worden. De TNC slaat het via de astoetsen vastgelegde referentiepunt automatisch op in regel 0 van de preset- tabel. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 416
Referentiepuntbeheer met de preset-tabel U moet de preset-tabel absoluut gebruiken wanneer uw machine is voorzien van rotatie-assen (zwenktafel of zwenkkop) en u de functie Bewerkingsvlak zwenken gebruikt uw machine is uitgevoerd met een kopwisselsysteem u tot nog toe met oudere TNC-besturingen met REF- gerelateerde nulpunttabellen gewerkt hebt u een aantal gelijke werkstukken wilt bewerken die met een verschillende scheve ligging zijn opgespannen...
Pagina 417
De TNC slaat in regel 0 altijd het referentiepunt op dat u als laatste door middel van de astoetsen of een softkey handmatig hebt ingesteld. Als het handmatig vastgelegde referentiepunt actief is, geeft de TNC in de statusweergave de tekst PR MAN(0) weer HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 418
Referentiepunten handmatig in de preset-tabel opslaan Ga als volgt te werk om referentiepunten in de preset-tabel op te slaan: Werkstand Handbediening selecteren Gereedschap voorzichtig verplaatsen totdat het werkstuk aangeraakt wordt, of meetklok daarmee overeenkomstig positioneren Preset-tabel laten weergeven: de TNC opent de preset-tabel en plaatst de cursor op de actieve tabelregel Functies voor invoer preset selecteren: de TNC toont...
Pagina 419
Wanneer de inch-weergave actief is: waarde in inch invoeren, de TNC rekent intern de ingevoerde waarde om naar mm HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 420
Preset-tabel bewerken Bewerkingsfunctie in de tabelmodus Softkey Begin van de tabel selecteren Einde van de tabel selecteren Vorige pagina van de tabel selecteren Volgende pagina van de tabel selecteren Functies voor invoer preset selecteren Keuze Basistransformatie/as-offset weergeven Het referentiepunt van de huidige geselecteerde regel van de preset-tabel activeren Aantal in te voeren regels aan het einde van de tabel toevoegen (2e softkeybalk)
Pagina 421
Om referentiepunten uit de preset-tabel tijdens de programma-afloop te activeren, dient cyclus 247 te worden gebruikt. Definieer in cyclus 247 uitsluitend het nummer van het referentiepunt dat u wilt activeren (zie gebruikershandboek Cycli, cyclus 247 REFERENTIEPUNT VASTLEGGEN). HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 422
Overzicht In de werkstand Handbediening hebt u de volgende tastcycli tot uw beschikking: HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt, moet u 3D-ROT voor de werkstanden Handbediening en Automatisch bedrijf op Actief instellen.
Pagina 423
Tastcyclus selecteren Werkstand Handbediening of El. handwiel selecteren Tastfuncties selecteren: softkey TASTFUNCTIE indrukken. De TNC toont nog meer softkeys: zie bovenstaande tabel Tastcyclus selecteren: bijv. softkey TASTEN ROT indrukken; de TNC toont op het beeldscherm het bijbehorende menu HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 424
Meetwaarden vanuit de tastcycli in een nulpunttabel vastleggen Gebruik deze functie wanneer u meetwaarden in het werkstukcoördinatensysteem wilt opslaan. Wanneer u meetwaarden in het machinevaste coördinatensysteem (REF-coördinaten) wilt opslaan, gebruikt u de softkey ITEM PRESET-TABEL (zie "Meetwaarden vanuit de tastcycli in de preset-tabel vastleggen" op bladzijde 425). Via de softkey INVOER IN NULPNT.TABEL kan de TNC, nadat een willekeurige tastcyclus is uitgevoerd, de meetwaarden in een nulpunttabel opslaan:...
Pagina 425
Gewenste coördinaten van het referentiepunt in de daarvoor beschikbare invoervelden invoeren (afhankelijk van de uitgevoerde tastcyclus) Preset-nummer in het invoerveld Nummer in tabel: invoeren Softkey ITEM PRESET-TABEL indrukken: De TNC slaat het nulpunt onder het ingevoerde nummer op in de aangegeven preset-tabel HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 426
13.6 3D-tastsysteem kalibreren (software-optie Touch probe functions) Inleiding Om het werkelijke schakelpunt van een 3D-tastsysteem exact te kunnen bepalen, moet u het tastsysteem kalibreren, anders kan de TNC geen exacte meetresultaten bepalen. Tastsysteem altijd kalibreren bij: Inbedrijfstelling Breuk van de taststift Verwisseling van de taststift Verandering van de tastaanzet Onregelmatigheden, bijvoorbeeld door opwarming van...
Pagina 427
Kalibreren van de actieve lengte HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt, moet u 3D-ROT voor de werkstanden Handbediening en Automatisch bedrijf op Actief instellen. De actieve lengte van het tastsysteem is altijd gerelateerd aan het gereedschapsreferentiepunt.
Pagina 428
Actieve radius kalibreren en de middenverstelling van het tastsysteem compenseren HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt, moet u 3D-ROT voor de werkstanden Handbediening en Automatisch bedrijf op Actief instellen.
Pagina 429
Met de vastgestelde kalibratiewaarden wordt pas na een (evt. nieuwe) gereedschapsoproep rekening gehouden. Meer informatie over de tastsysteemtabel vindt u in het gebruikershandboek Cyclusprogrammering. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 430
13.7 Scheve ligging van het werkstuk compenseren met 3D-tastsysteem (software-optie Touch probe functions) Inleiding HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt, moet u 3D-ROT voor de werkstanden Handbediening en Automatisch bedrijf op Actief instellen.
Pagina 431
In de statusweergave verschijnt een symbool voor de basisrotatie, wanneer de TNC de machine-assen overeenkomstig de basisrotatie verplaatst. Basisrotatie opheffen Tastfunctie selecteren: softkey TASTEN ROT indrukken Rotatiehoek "0" invoeren en met de softkey BASISROTATIE INSTELLEN overnemen Tastfunctie beëindigen: softkey indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 432
REF.PUNT VASTLEGG. overnemen, zie "Meetwaarden vanuit de tastcycli in een nulpunttabel vastleggen", bladzijde 424 Tastfunctie beëindigen: softkey END indrukken HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak...
Pagina 433
REF.PUNT VASTLEGG. overnemen, of zie "Meetwaarden vanuit de tastcycli in de preset-tabel vastleggen", bladzijde 425) Tastfunctie beëindigen: softkey EINDE indrukken HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak...
Pagina 434
Tastfunctie beëindigen: softkey END indrukken Na het tasten toont de TNC de actuele coördinaten van het cirkelmiddelpunt en de cirkelradius PR. HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden gebruikt. Als u tastfuncties in het gezwenkte bewerkingsvlak...
Pagina 435
De TNC toont de coördinaat van de tastpositie als referentiepunt. Coördinaten van een hoekpunt in het bewerkingsvlak bepalen Coördinaten van het hoekpunt bepalen: Zie "Hoek als referentiepunt", bladzijde 433. De TNC toont de coördinaten van de getaste hoek als referentiepunt. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 436
Werkstukmaten bepalen Tastfunctie selecteren: softkey TASTEN POS indrukken Tastsysteem in de buurt van de eerste tastpositie A positioneren Tastrichting met de softkey selecteren Tasten: externe START-toets indrukken Als referentiepunt getoonde waarde noteren (alleen als het eerder vastgelegde referentiepunt actief blijft) Referentiepunt: "0"...
Pagina 437
Tweede zijde ook zoals bij een basisrotatie tasten, rotatiehoek hier niet op 0 instellen! Met de softkey TASTEN ROT de hoek PA tussen de zijden van het werkstuk als rotatiehoek laten weergeven Basisrotatie opheffen of de oorspronkelijke basisrotatie herstellen: rotatiehoek op genoteerde waarde instellen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 438
Gebruikmaken van de tastfuncties met mechanische tasters of meetklokken Als uw machine niet beschikt over een elektronisch 3D-tastsysteem, kunt u alle hiervoor beschreven handbediende tastfuncties (met uitzondering van de kalibratiefuncties) ook met mechanische tasters of door eenvoudig aanraken toepassen. In plaats van een elektronisch signaal dat automatisch door een 3D- tastsysteem tijdens het tastproces wordt gegenereerd, activeert u het schakelsignaal voor het overnemen van de tastpositie handmatig via een toets.
Pagina 439
Gestuurd zwenken, PLANE-functie in het bewerkingsprogramma (zie "De PLANE-functie: zwenken van het bewerkingsvlak (software-optie 1)" op bladzijde 355) De TNC-functies voor het "zwenken van het bewerkingsvlak" zijn coördinaten-transformaties. Daarbij staat het bewerkingsvlak altijd loodrecht op de richting van de gereedschapsas. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 440
In principe onderscheidt de TNC bij het zwenken van het bewerkingsvlak twee machinetypen: Machine met zwenktafel Het werkstuk moet door juiste positionering van de zwenktafel, bijv. met een L-regel, in de gewenste bewerkingspositie gebracht worden De positie van de getransformeerde gereedschapsas verandert ten opzichte van het machinevaste coördinatensysteem niet.
Pagina 441
De tastfunctie Basisrotatie is niet beschikbaar, als u in de werkstand Handbediening de functie Bewerkingsvlak zwenken geactiveerd hebt. De functie "Actuele positie overnemen" is niet toegestaan wanneer de functie "Bewerkingsvlak zwenken" geactiveerd is PLC-positioneringen (door de machinefabrikant vastgelegd) zijn niet toegestaan HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 442
Handmatig zwenken activeren Handmatig zwenken selecteren: softkey 3D ROT indrukken Cursor met pijltoets op het menu-item Handbediening positioneren Handmatig zwenken activeren: softkey ACTIEF indrukken Cursor met pijltoets op gewenste rotatie-as positioneren Zwenkhoek invoeren Invoer beëindigen: END-toets Voor het deactiveren worden in het menu Bewerkingsvlak zwenken de gewenste werkstanden op niet actief gezet.
Pagina 443
Handbediening op niet actief gezet. Wanneer de functie Verplaatsen in gereedschapsrichting actief is, wordt in de statusweergave het symbool getoond. Deze functie is ook beschikbaar wanneer u de programma-afloop onderbreekt en de assen handmatig wilt verplaatsen. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 444
Referentiepunt vastleggen in het gezwenkte systeem Nadat de rotatie-assen gepositioneerd zijn, wordt het referentiepunt vastgelegd zoals in het niet-gezwenkte systeem. De instelling van de TNC bij het vastleggen van het referentiepunt is daarbij afhankelijk van de instelling van de machineparameter CfgPresetSettings/chkTiltingAxes chkTiltingAxes: On De TNC controleert bij een actief gezwenkt bewerkingsvlak of bij...
Pagina 446
Voor eenvoudige bewerkingen of voor het voorpositioneren van het gereedschap is de werkstand Positioneren met handinvoer geschikt. Hier kan een kort programma in HEIDENHAIN-klaartekstdialoog of volgens DIN/ISO ingevoerd en direct uitgevoerd worden. Ook de cycli van de TNC kunnen worden opgeroepen. Het programma wordt in het bestand $MDI opgeslagen.
Pagina 447
Stilstandtijd op bodem van de boring in seconden 5 CYCL CALL Cyclus BOREN oproepen 6 L Z+200 R0 FMAX M2 Gereedschap terugtrekken 7 END PGM $MDI MM Einde programma Rechtefunctie: Zie "Rechte L", bladzijde 186, cyclus BOREN: zie het gebruikershandboek Cycli, Cyclus 200 BOREN. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 448
Voorbeeld 2: compenseren van de scheve ligging van het werkstuk bij machines met rondtafel Basisrotatie met 3D-tastsysteem uitvoeren. Zie gebruikershandboek Tastcycli, "Tastcycli in de werkstanden Handbediening en El. handwiel", hoofdstuk "Scheve ligging van het werkstuk compenseren". Rotatiehoek noteren en basisrotatie weer opheffen Werkstand selecteren: Positioneren met handinvoer Rondtafelas selecteren, genoteerde rotatiehoek en aanzet invoeren bijv.
Pagina 449
Bestand $MDI markeren "Bestand kopiëren" selecteren: softkey KOPIËREN DOELBESTAND = Voer de naam in waaronder de actuele inhoud van BORING bestand $MDI moet worden opgeslagen Kopiëren uitvoeren Bestandsbeheer verlaten: softkey EINDE Meer informatie: zie "Afzonderlijk bestand kopiëren", bladzijde 104. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 452
15.1 Grafische weergaven (software- optie Advanced graphic features) Toepassing In de programma-afloop-werkstanden en in de werkstand Programmatest simuleert de TNC een bewerking grafisch. Via softkeys kiest u of dit gebeurt als: Bovenaanzicht Weergave in 3 vlakken 3D-weergave De grafische weergave van de TNC komt overeen met de weergave van een werkstuk dat met een cilindervormig gereedschap wordt bewerkt.
Pagina 453
Programma testen met de hoogst mogelijke snelheid (basisinstelling) De simulatiesnelheid kan ook worden ingesteld voordat u een programma start: Softkeybalk doorschakelen Functies voor instelling van de simulatiesnelheid selecteren Gewenste functie met de softkey selecteren, bijv. testsnelheid stapsgewijs verhogen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 454
Overzicht: Aanzichten In de programma-afloop-werkstanden en in de werkstand Programmatest toont de TNC de volgende softkeys: Aanzicht Softkey Bovenaanzicht Weergave in 3 vlakken 3D-weergave Beperking tijdens de programma-afloop Wanneer de computer van de TNC door ingewikkelde bewerkingsopdrachten of door bewerkingen op een groot oppervlak al volledig wordt belast, kan de bewerking niet gelijktijdig grafisch worden weergegeven.
Pagina 455
De positie van het snijvlak is tijdens het verschuiven op het beeldscherm zichtbaar. De basisinstelling van het snijvlak is zo geselecteerd, dat dit in het bewerkingsvlak in het midden van het werkstuk ligt en in de gereedschapsas op de bovenkant van het werkstuk. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 456
3D-weergave De TNC toont het werkstuk ruimtelijk. De 3D-weergave kan door middel van softkeys om de verticale as geroteerd en om de horizontale as gekanteld worden. Indien u een muis op uw TNC aangesloten hebt, kunt u deze functie ook uitvoeren door de rechtermuistoets ingedrukt te houden.
Pagina 457
Zodra de linkermuisknop wordt losgelaten, vergroot de TNC het werkstuk naar het gedefinieerde bereik Om met de muis snel uit en in te zoomen: muiswieltje naar voren resp. achteren draaien HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 458
Detailvergroting Een detail kan in de werkstand Programmatest en in een werkstand voor programma-afloop in alle aanzichten veranderd worden. Daarvoor moet de grafische simulatie resp. de programma-afloop zijn gestopt. Een detailvergroting is altijd in alle soorten weergaven actief. Detailvergroting veranderen Softkeys zie tabel Indien nodig, grafische simulatie stoppen Softkeybalk in de werkstand Programmatest resp.
Pagina 459
In het bovenaanzicht en in de weergave in 3 vlakken kunt u het gereedschap tijdens de simulatie laten weergeven. De TNC geeft het gereedschap weer in de diameter die in de gereedschapstabel is gedefinieerd. Functie Softkey Gereedschap bij de simulatie niet weergeven Gereedschap bij de simulatie wel weergeven HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 460
Bewerkingstijd bepalen Programma-afloop-werkstanden Weergegeven wordt de tijd van het programmabegin tot aan het programma-einde. Bij onderbrekingen wordt de tijd gestopt. Programmatest Weergegeven wordt de tijd die de TNC berekent voor de duur van de gereedschapsverplaatsingen die met aanzet uitgevoerd worden. Stilstandtijden worden door de TNC meeberekend.
Pagina 461
Programmatest activeren (zie volgende tabel, laatste regel). Functie Softkeys Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve X-richting verschuiven Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve Y-richting verschuiven Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve Z-richting verschuiven Onbewerkt werkstuk gerelateerd aan het vastgelegde referentiepunt tonen Bewakingsfunctie in- resp. uitschakelen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 462
15.3 Functies voor programmaweergave Overzicht In de programma-afloop-werkstanden en in de werkstand Programmatest toont de TNC softkeys waarmee het bewerkingsprogramma per bladzijde kan worden weergegeven: Functies Softkey In het programma een beeldschermpagina terugbladeren In het programma een beeldschermpagina vooruitbladeren Programmabegin selecteren Programma-einde selecteren Programmatest en programma-afloop...
Pagina 463
Ook de onderstaande functies kunnen gebruikt worden: Programmatest regelgewijs Testonderbreking bij een willekeurige regel Regels overslaan Functies voor de grafische weergave Bewerkingstijd bepalen Additionele statusweergave HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 464
Positioneringen die de machinefabrikant in een M- functie-macro gedefinieerd heeft Positioneringen die de machinefabrikant via de PLC uitvoert HEIDENHAIN adviseert daarom ieder programma met de nodige voorzichtigheid te starten, ook wanneer de programmatest geen foutmeldingen en geen zichtbare beschadiging van het werkstuk heeft opgeleverd.
Pagina 465
Om de test te kunnen voortzetten, mogen de volgende acties niet worden uitgevoerd: met de pijltoetsen of de toets GOTO een andere regel selecteren wijzigingen in het programma uitvoeren andere werkstand selecteren nieuw programma selecteren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 466
15.5 Programma-afloop Toepassing In de werkstand Automatische programma-afloop voert de TNC een bewerkingsprogramma continu tot en met het einde van het programma of tot een onderbreking uit. In de werkstand Programma-afloop regel voor regel voert de TNC na het indrukken van de externe START-toets elke regel afzonderlijk uit. Onderstaande TNC-functies kunnen in de programma-afloop- werkstanden gebruikt worden: Programma-afloop onderbreken...
Pagina 467
Het gedrag van deze functie is machineafhankelijk. Raadpleeg uw machinehandboek. Automatische programma-afloop Bewerkingsprogramma met externe START-toets starten Programma-afloop regel voor regel Elke regel van het bewerkingsprogramma met de externe START- toets afzonderlijk starten HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 468
Bewerking onderbreken De programma-afloop kan op verschillende manieren onderbroken worden: Geprogrammeerde onderbrekingen Externe STOP-toets Omschakelen naar Programma-afloop regel voor regel Wanneer de TNC tijdens de programma-afloop een fout registreert, dan wordt de bewerking automatisch onderbroken. Geprogrammeerde onderbrekingen Onderbrekingen kunnen direct in het bewerkingsprogramma worden vastgelegd.
Pagina 469
Bewerking onderbreken Externe richtingstoetsen vrijgeven: softkey HANDMATIG VERPLAATSEN indrukken Machine-assen verplaatsen met externe richtingstoetsen Bij enkele machines moet na de softkey HANDMATIG VERPLAATSEN de externe START-toets voor vrijgave van de externe richtingstoetsen ingedrukt worden. Raadpleeg uw machinehandboek. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 470
Programma-afloop voortzetten na een onderbreking Wanneer u een programma met INTERNE STOP afbreekt, moet u het programma met de functie SPRONG NAAR REGEL N of met GOTO "0" starten. Wanneer de programma-afloop tijdens een bewerkingscyclus wordt onderbroken, dan moet de bewerking voortgezet worden vanaf het begin van de cyclus.
Pagina 471
Bij een knipperende foutmelding: END-toets twee seconden ingedrukt houden; de TNC voert een warme start uit Oorzaak van de fout opheffen Opnieuw starten Wanneer de fout opnieuw optreedt, noteer dan de foutmelding en waarschuw de servicedienst. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 472
Willekeurige binnenkomst in het programma (regelsprong) De functie SPRONG NAAR REGEL N moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden. Raadpleeg uw machinehandboek. Met de functie SPRONG NAAR REGEL N (regelsprong) kan een bewerkingsprogramma vanaf een vrij te selecteren regel N afgewerkt worden.
Pagina 473
Wanneer u een subprogramma met de toets GOTO regelnummer opent: leest de TNC over het subprogramma-einde (LBL 0) heen zet de TNC de functie M126 (rotatie-assen in een optimale baan verplaatsen) terug In een dergelijk geval altijd met de functie Regelsprong openen! HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 474
Opnieuw benaderen van de contour Met de functie POSITIE BENADEREN verplaatst de TNC het gereedschap in de volgende situaties naar de werkstukcontour: Opnieuw benaderen na het verplaatsen van de machine-assen tijdens een onderbreking die zonder INTERNE STOP is uitgevoerd Opnieuw benaderen na een regelsprong met SPRONG NAAR REGEL N, bijv.
Pagina 475
Venster voor het vastleggen van het starttijdstip weergeven (zie afbeelding rechts in het midden) Tijd (uren:min:sec): tijdstip waarop het programma moet worden gestart Datum (DD.MM.JJJJ): datum waarop het programma moet worden gestart Start activeren: softkey OK indrukken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 476
15.7 Regels overslaan Toepassing Regels die bij het programmeren met een "/"-teken gemarkeerd zijn, kunnen tijdens de programmatest of de programma-afloop worden overgeslagen: Programmaregels met "/"-teken niet uitvoeren of testen: softkey op AAN zetten Programmaregels met "/"-teken uitvoeren of testen: softkey op UIT zetten Deze functie werkt niet voor TOOL DEF-regels.
Pagina 477
Programma-afloop wordt gebruikt, schakelt de TNC de spil en het koelmiddel niet uit. Programma-afloop of programmatest bij regels met M1 niet onderbreken: softkey op UIT zetten Programma-afloop of programmatest bij regels met M1 onderbreken: softkey op AAN zetten HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 480
16.1 MOD-functie selecteren Via de MOD-functies kunnen additionele weergaven en invoermogelijkheden worden geselecteerd. Welke MOD-functies beschikbaar zijn, hangt af van de geselecteerde werkstand. MOD-functies selecteren Werkstand selecteren waarin u MOD-functies wilt wijzigen. MOD-functies selecteren: toets MOD indrukken. De afbeeldingen rechts tonen typische beeldschermmenu's van Programmeren/bewerken (afbeelding rechtsboven), Programmatest (afbeelding rechtsonder) en van een machinewerkstand...
Pagina 481
Verschillende softwarenummers tonen Actieve gereedschapstabel in programmatest weergeven Actieve nulpunttabel in programmatest weergeven Alle overige werkstanden: Verschillende softwarenummers tonen Digitale uitlezingen selecteren Maateenheid (mm/inch) vastleggen Programmeertaal vastleggen voor MDI Assen voor overname van de actuele positie vastleggen Bedrijfstijden tonen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 482
NC-software: nummer van de NC-software (wordt door HEIDENHAIN beheerd) NC-software: nummer van de NC-software (wordt door HEIDENHAIN beheerd) NC-kern: nummer van de NC-software (wordt door HEIDENHAIN beheerd) PLC-software: nummer of naam van de PLC-software (wordt door uw machinefabrikant beheerd) Ontwikkelingsversie (FCL=Feature Content Level): stand van de in de besturing geïntegreerde technologie (zie...
Pagina 483
16.3 Sleutelgetal invoeren Toepassing De TNC heeft voor onderstaande functies een sleutelgetal nodig: Functie Sleutelgetal Gebruikerparameters selecteren Ethernet-kaart configureren NET123 Speciale functies bij de Q- 555343 parameterprogrammering vrijgeven HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 484
16.4 Data-interfaces instellen Seriële interfaces op de TNC 620 De TNC 620 gebruikt automatisch het overdrachtprotocol LSV2 voor de seriële data-overdracht. Het LSV2-protocol is standaard ingesteld en kan behalve de instelling van de baudrate (machineparameter baudRateLsv2) niet worden gewijzigd. U kunt ook een ander type overdracht (interface) vastleggen.
Pagina 485
Bij een handshake controleren twee apparaten de data-overdracht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een softwarehandshake en een hardwarehandshake. Geen gegevensstroomcontrole (NONE): handshake is niet actief Hardwarehandshake (RTS_CTS): overdrachtstop door RTS actief Softwarehandshake (XON_XOFF): overdrachtstop door DC3 (XOFF) actief HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 486
In de werkstanden FE2 en FEX kunnen de functies "Alle programma's inlezen", "Aangeboden programma inlezen" en "Directory inlezen" niet worden gebruikt Extern apparaat Werkstand Symbool pc met HEIDENHAIN- LSV2 transmissiesoftware TNCremoNT HEIDENHAIN diskette-eenheden Randapparatuur, bijv. printer, lezer, ponsapparaat, pc zonder...
Pagina 487
Software voor data-overdracht Voor het verzenden van bestanden vanaf en naar de TNC moet gebruik worden gemaakt van de HEIDENHAIN-software TNCremo voor data- overdracht. Met TNCremo kunnen via de seriële of de Ethernet- interface alle HEIDENHAIN-besturingen worden aangestuurd. U kunt de nieuwste versie van TNCremo gratis downloaden van de HEIDENHAIN Filebase (www.heidenhain.de, <Services en documentatie>,...
Pagina 488
Data-overdracht tussen TNC en TNCremoNT Voordat een programma van de TNC naar de pc wordt verzonden, moet u er absoluut zeker van zijn dat het momenteel op de TNC geselecteerde programma ook is opgeslagen. De TNC slaat automatisch wijzigingen op, wanneer u op de TNC een andere werkstand kiest of met de toets PGM MGT het bestandsbeheer kiest.
Pagina 489
U kunt de TNC ook zonder veel moeite direct met een pc verbinden die met een Ethernet-kaart is uitgerust. Sluit hiervoor de TNC (aansluiting X26) en pc aan via een gekruiste Ethernet-kabel (handelsaanduiding: patchkabel gekruist of STP-kabel gekruist) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 490
TNC configureren Laat de TNC door een netwerkspecialist configureren. Houd er rekening mee dat de TNC een automatische warme start uitvoert, wanneer u het IP-adres van de TNC verandert. Druk in de werkstand Programmeren/bewerken op de MOD-toets en voer het sleutelgetal NET123 in. Druk in Bestandsbeheer op de softkey NETWERK.
Pagina 491
IP-forwarding Deze functie moet standaard gedeactiveerd toestaan zijn. Functie alleen activeren wanneer er voor diagnosedoeleinden extern via de TNC toegang noodzakelijk is tot de optioneel aanwezige, tweede TNC Ethernet-interface. Alleen in overleg met de servicedienst activeren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 492
Profiel Hier kunt u een profiel aanmaken of selecteren waarin alle in dit venster getoonde instellingen zijn vastgelegd. HEIDENHAIN stelt twee standaardprofielen beschikbaar: DHCP-LAN: instellingen voor de standaard TNC Ethernet- interface die in een standaard bedrijfsnetwerk...
Pagina 493
Proxy gebruiken: adres en poort van de internet-router in het netwerk definiëren, bij de netwerkbeheerder opvragen Tele-onderhoud De machinefabrikant configureert hier de server voor tele-onderhoud. Wijzigingen uitsluitend in overleg met uw machinefabrikant uitvoeren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 494
Selecteer de tab Ping/Routing voor het invoeren van de ping- en routing-instellingen: Instelling Betekenis Ping In het invoerveld Adres: het IP-nummer invoeren waarvoor u een netwerkverbinding wilt controleren. Invoer: vier door een punt gescheiden getalwaarden, bijv. 160.1.180.20. Als alternatief kunt u ook de computernaam invoeren waarvan u de verbinding wilt controleren Knop Start: controle starten, de TNC toont de...
Pagina 495
Toevoegen: de TNC start dan de verbindingswizard waarin u alle benodigde gegevens via dialogen kunt invoeren Status log Weergave van statusinformatie en foutmeldingen. Via de knop Leegmaken kunt u de inhoud van het statusvenster wissen. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 496
16.6 Digitale uitlezing selecteren Toepassing Voor de handbediening en de programma-afloop-werkstanden kan de weergave van de coördinaten worden beïnvloed: De afbeelding rechts toont verschillende posities van het gereedschap Uitgangspositie Eindpositie van het gereedschap Werkstuknulpunt Machinenulpunt Voor de digitale uitlezingen van de TNC kunnen onderstaande coördinaten worden geselecteerd: Functie Weergave...
Pagina 497
Inch-systeem: bijv. X = 0,6216 (inch) MOD-functie wissel mm/inch = inch. Weergave met 4 plaatsen achter de komma Wanneer de inch-weergave actief is, toont de TNC tevens de aanzet in inch/min. In een inch-programma moet de aanzet met factor 10 groter worden ingevoerd. HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 498
16.8 Bedrijfstijden tonen Toepassing Via de softkey MACHINETIJD kunnen verschillende bedrijfstijden getoond worden: Bedrijfstijd Betekenis Besturing aan Bedrijfstijd van de besturing sinds de inbedrijfstelling Machine aan Bedrijfstijd van de machine sinds de inbedrijfstelling Bedrijfstijd voor gestuurd bedrijf sinds de Programma-afloop inbedrijfstelling De machinefabrikant kan nog andere tijden laten weergeven.
Pagina 500
17.1 Machinespecifieke gebruikerparameters Toepassing De parameterwaarden worden via de zogenoemde configuratie- editor ingevoerd. Om de gebruiker in staat te stellen machinespecifieke functies in te stellen, kan uw machinefabrikant vastleggen welke machineparameters als gebruikerparameters beschikbaar zijn. Bovendien kan uw machinefabrikant extra machineparameters in de TNC opnemen die verderop niet worden beschreven.
Pagina 501
Leeg object, kan niet worden opengeklapt Geïnitialiseerde machineparameter Niet-geïnitialiseerde (optionele) machineparameter Kan worden gelezen, maar niet worden bewerkt Kan niet worden gelezen en niet worden bewerkt Het type config.object is te herkennen aan het mapsymbool: Key (groepsnaam) Lijst Entiteit of parameterobject HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 502
Helptekst weergeven Met de toets HELP kan voor ieder parameterobject resp. attribuut een helptekst worden weergegeven. Wanneer de helptekst niet op één pagina past (rechtsboven staat dan bijv. 1/2), dan kunt u met de softkey HELP BLADEREN naar de tweede pagina gaan.
Pagina 503
DisplaySettings Formaat van NC-programma's en cyclusweergave Programma-invoer in HEIDENHAIN-klaartekst of in DIN/ISO HEIDENHAIN: programma-invoer in werkstand MDI in klaartekstdialoog ISO: programma-invoer in werkstand MDI in DIN/ISO Weergave van cycli TNC_STD: cycli met commentaarteksten weergeven TNC_PARAM: cycli zonder commentaartekst weergeven...
Pagina 504
Parameterinstellingen DisplaySettings Instelling van NC- en PLC-dialoogtaal NC-dialoogtaal ENGLISH GERMAN CZECH FRENCH ITALIAN SPANISH PORTUGUESE SWEDISH DANISH FINNISH DUTCH POLISH HUNGARIAN RUSSIAN CHINESE CHINESE_TRAD SLOVENIAN ESTONIAN KOREAN LATVIAN NORWEGIAN ROMANIAN SLOVAK TURKISH LITHUANIAN PLC-dialoogtaal Zie NC-dialoogtaal Taal van PLC-foutmeldingen Zie NC-dialoogtaal Help-taal Zie NC-dialoogtaal DisplaySettings...
Pagina 505
0 tot 1 000 [1/min]: max. toegestaan toerental max. toegestane meetfout bij het opmeten van het gereedschap 0.001 t/m 0.999 [mm]: eerste max. toegestane meetfout max. toegestane meetfout bij het opmeten van het gereedschap 0.001 t/m 0.999 [mm]: tweede max. toegestane meetfout HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 506
Parameterinstellingen ChannelSettings CH_NC Actieve kinematica Te activeren kinematica Lijst met machinekinematica Geometrietoleranties Toegestane afwijking van de cirkelradius 0,0001 t/m 0,016 [mm]: toegestane afwijking van de cirkelradius aan het cirkeleindpunt ten opzichte van het cirkelbeginpunt Configuratie van de bewerkingscycli Overlappingsfactor bij het kamerfrezen 0,001 t/m 1,414: overlappingsfactor voor cyclus 4 KAMERFREZEN en cyclus 5 RONDKAMER Foutmelding "Spil?"...
Pagina 507
Padgegevens voor de eindgebruiker Lijst met stations en/of directory's Hier ingevoerde stations en directory's toont de TNC in bestandsbeheer Wereldtijd (Greenwich time) Tijdverschil ten opzichte van wereldtijd [u] -12 t/m 13: tijdverschil in uren ten opzichte van Greenwich-tijd HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 508
17.2 Pinbezetting en aansluitkabels voor data-interfaces Data-interface V.24/RS-232-C voor HEIDENHAIN-apparatuur De interface voldoet aan de eisen van EN 50 178 Veilige scheiding van het net. Bij toepassing van het 25-polige adapterblok: Adapterblok VB 365725-xx VB 274545-xx 310085-01 Bezetting Kleur Kleur...
Pagina 509
Huis Huis Huis Complete Huis bescherming Ethernet-interface RJ45-bus Maximale kabellengte: Niet afgeschermd: 100 m Afgeschermd: 400 m Signaal Beschrijving Transmit Data TX– Transmit Data REC+ Receive Data vrij vrij REC– Receive Data vrij vrij HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 510
1. additionele as voor 4 assen plus gestuurde spil 2. additionele as voor 5 assen plus gestuurde spil Programma-invoer In de HEIDENHAIN-klaartekstdialoog en DIN/ISO via softkeys of het USB-toetsenbord Positiegegevens Nominale posities voor rechten en cirkels in rechthoekige coördinaten of poolcoördinaten...
Pagina 511
Grafische weergave Grafische weergave van het uitgevoerde programma in bovenaanzicht / weergave in bewerking 3 vlakken / 3D-weergave Soorten weergaven Bewerkingstijd Berekenen van de bewerkingstijd in de werkstand "Programmatest" Weergave van de actuele bewerkingstijd in de programma-afloop-werkstanden HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 512
Gebruikersfuncties Contour opnieuw benaderen Regelsprong naar een willekeurige regel in het programma en benaderen van de berekende nominale positie om de bewerking voort te zetten Programma onderbreken, contour verlaten en opnieuw benaderen Nulpunttabellen Meerdere nulpunttabellen voor het opslaan van werkstukgerelateerde nulpunten Tastcycli Tastsysteem kalibreren Scheve ligging van het werkstuk handmatig en automatisch compenseren...
Pagina 513
Data-interfaces elk V.24 / RS-232-C max. 115 kBaud Uitgebreide data-interface met LSV-2-protocol voor het externbedienen van de TNC via de data-interface met HEIDENHAIN-software TNCremo Ethernet-interface 100 Base T ca. 40 tot 80 MBaud (afhankelijk van bestandstype en netbelasting) 3 x USB 2.0 Omgevingstemperatuur Bedrijf: 0°C tot +45°C...
Pagina 514
HEIDENHAIN DNC (optienummer 18) Communicatie met externe pc-applicaties via COM-componenten Advanced programming features (optienummer 19) Vrije contourprogrammering Programmering in HEIDENHAIN-klaartekst met grafische ondersteuning voor werkstukken met niet op NC afgestemde maatvoering Bewerkingscycli Diepboren, ruimen, uitdraaien, verzinken, centreren (cycli 201 - 205, 208, 240)
Pagina 515
-9,99999999 t/m +9,99999999 (1,8) Labels (LBL) voor programmasprongen 0 t/m 999 (3,0) Labels (LBL) voor programmasprongen Willekeurige tekststring tussen dubbele aanhalingstekens ("") Aantal herhalingen van programmadelen 1 t/m 65 534 (5,0) Foutnummer bij Q-parameterfunctie FN14 0 t/m 1 199 (4,0) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 516
17.4 Bufferbatterij vervangen Als de besturing is uitgeschakeld, voorziet een bufferbatterij de TNC van stroom, om data in het RAM-geheugen niet kwijt te raken. Wanneer de TNC de melding Bufferbatterij vervangen toont, moet de batterij vervangen worden: Vóór het vervangen van de bufferbatterij moet een backup worden gemaakt! Voor het vervangen van de bufferbatterij moeten machine en TNC uitgeschakeld zijn!
Pagina 517
Bewerkingsvlak zwenken Contourgegevens SL II Voorboren SL II Ruimen SL II Nabewerken diepte SL II Nabewerken zijkant SL II Aaneengesloten contour Maatfactor asspecifiek Cilindermantel Sleuffrezen van cilindermantels Cilindermantel dam Tolerantie Boren Ruimen Uitdraaien Universeelboren In vrijloop verplaatsen Universeel-diepboren HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 518
Cyclusnu DEF- CALL- Cyclusaanduiding mmer actief actief Schroefdraad tappen met voedingscompensatie, nieuw Schroefdraad tappen zonder voedingscompensatie, nieuw Boorfrezen Tappen met spaanbreken Puntenpatroon op cirkel Puntenpatroon op lijnen Affrezen Lineair afvlakken Vlakfrezen Centreren Eenlippig boren Referentiepunt vastleggen Kamer, complete bewerking Rondkamer, complete bewerking Sleuffrezen Ronde sleuf Rechthoekige tap, complete bewerking...
Pagina 519
Constante baansnelheid op de snijkant van het gereedschap (alleen aanzetverkleining) M111 M109/M110 terugzetten M116 Aanzet bij rotatie-assen in mm/min M117 M116 terugzetten M118 Handwielpositionering tijdens de programma-afloop laten doorwerken M120 Contour met gecorrigeerde radius vooruitberekenen (LOOK AHEAD) HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 520
Werking Actief aan regel- begin einde Bladzijde M126 Rotatie-assen in optimale baan verplaatsen M127 M126 terugzetten M128 Positie van de gereedschapspunt bij het positioneren van zwenkassen handhaven (TCPM) M129 M128 terugzetten M130 In de positioneerregel: punten zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte coördinatensysteem M140 Terugtrekken van de contour in gereedschapsasrichting M144...
Pagina 521
Vergelijking van de functies van de TNC 620 en de iTNC 530 Vergelijking: Technische gegevens Functie TNC 620 iTNC 530 Assen Maximaal 6 Maximaal 18 Invoerfijnheid en afleesstap: Lineaire assen 1 µm, 0,01 µm met 0,1 µm optie 23 Rotatie-assen 0,001°, 0,00001°...
Pagina 522
Vergelijking: Data-interfaces Functie TNC 620 iTNC 530 Fast-Ethernet 100BaseT Seriële interface RS-232-C Seriële interface RS-422 – USB-interface X (USB 2.0) X (USB 2.0) Vergelijking: Toebehoren Functie TNC 620 iTNC 530 Machinebedieningspaneel MB 720 X optioneel Geïntegreerd in TE745 X optioneel –...
Pagina 523
Functie niet beschikbaar Functie beschikbaar aan) Automatische freeskopwisseling Functie niet beschikbaar Functie beschikbaar Ondersteuning van hoekkoppen Functie niet beschikbaar Functie beschikbaar Gereedschapsidentificatie Balluf Functie beschikbaar (met python) Functie beschikbaar Beheer van meerdere Functie niet beschikbaar Functie beschikbaar gereedschapsmagazijnen HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 524
Vergelijking: gebruikersfuncties Functie TNC 620 iTNC 530 Programma-invoer In de HEIDENHAIN-klaartekstdialoog In DIN/ISO X (softkeys bij X (ASCII-toetsen) compacte uitvoering) Met smarT.NC – Met ASCII-editor X, direct bewerkbaar X, na conversie bewerkbaar Positie-aanduidingen Nominale positie voor rechten en cirkels in rechthoekige coördinaten...
Pagina 525
Kopieerfunctie: doelbewust overschrijven van gereedschapsgegevens Invoerschermweergave Omschakelen via toets Omschakeling met voor softkey beeldschermindeling Uitwisseling van de gereedschapstabel tussen TNC 620 en Niet mogelijk Niet mogelijk iTNC 530 Tastsysteemtabel voor het beheer van verschillende 3D-tastsystemen X – HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 526
Functie TNC 620 iTNC 530 Bestand GS-gebruik maken, beschikbaarheid controleren Snijgegevenstabellen: automatische berekening van spiltoerental en – aanzet aan de hand van opgeslagen technologietabellen Willekeurige tabellen definiëren Via config.gegevens Vrij definieerbare definieerbaar tabellen (.TAB- bestanden) Tabelnamen moeten met een letter...
Pagina 527
Met FN16 in LOG-bestand opslaan – Parameterinhoud weergeven in de additionele statusweergave – Parameterinhoud weergeven bij het programmeren (Q-INFO) SQL-functies voor het lezen en schrijven van tabellen – HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 528
Functie TNC 620 iTNC 530 Grafische ondersteuning Grafische programmeerweergave 2D REDRAW-functie – Rasterlijnen als achtergrond weergeven – – Grafische programmeerweergave 3D Grafische testweergave (bovenaanzicht, weergave in 3 vlakken, 3D-weergave) Weergave met hoge resolutie Gereedschap weergeven Snelheid van de simulatie instellen Coördinaten bij snijlijn 3 niveaus...
Pagina 529
Assen voor overname van de actuele positie vastleggen – Grenzen van het verplaatsingsbereik vastleggen – Externe toegang blokkeren – Kinematica omschakelen – Bewerkingscycli oproepen: Met M99 of M89 Met CYCL CALL Met CYCL CALL PAT Met CYC CALL POS HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 530
Functie TNC 620 iTNC 530 Speciale functies: Programma "Achteruit bewerken" maken – Nulpuntverschuiving via TRANS DATUM Adaptieve aanzetregeling AFC – X, optie 45 Cyclusparameters globaal definiëren: GLOBAL DEF – Patroondefinitie via PATTERN DEF Definiëren en afwerken van puntentabellen Eenvoudige contourformule CONTOUR DEF...
Pagina 532
Cyclus TNC 620 iTNC 530 28, Cilindermantel X, optie 08 X, optie 08 29, Cilindermantel dam X, optie 08 X, optie 08 30, 3D-gegevens afwerken – 32, Tolerantie met HSC-mode en TA 39, Cilindermantel buitencontour – X, optie 08 200, Boren...
Pagina 533
265 Helix-schroefdraad frezen met verzinken X, optie 19 267, Buitenschroefdraad frezen X, optie 19 270, Gegevens aaneengesloten contour voor het instellen van een cyclus 25 – 275, wervelfrezen – 276, aaneengesloten contour 3D – 290, interpolatiedraaien – X, optie 96 HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 534
Vergelijking: additionele functies Werking TNC 620 iTNC 530 Programma STOP/spil STOP/koelmiddel UIT Optionele programma-STOP Programma STOP/spil STOP/koelmiddel UIT/evt. wissen van de statusweergave (afhankelijk van machineparameters)/terugspringen naar regel 1 Spil AAN met de klok mee Spil AAN tegen de klok in...
Pagina 535
Terugtrekken van de contour in gereedschapsasrichting M141 Bewaking tastsysteem onderdrukken M142 Modale programma-informatie wissen – M143 Basisrotatie wissen M144 Rekening houden met de machinekinematica in ACTUELE/NOMINALE X, optie 09 X, optie 09 posities aan het regeleinde M145 M144 terugzetten HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 536
Werking TNC 620 iTNC 530 M148 Gereedschap bij NC-stop automatisch van de contour vrijzetten M149 M148 terugzetten M150 Eindschakelaarbericht onderdrukken – M200 Lasersnijfuncties – M204...
Pagina 537
Referentiepunt via vier boringen/ronde tappen vastleggen – Cirkelmiddelpunt via drie boringen/ronde tappen vastleggen – Ondersteuning van mechanische tastsystemen door handmatige overname Met softkey Met hardkey van de actuele positie Meetwaarden naar preset-tabel schrijven Meetwaarden naar nulpunttabel schrijven HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 540
Vergelijking: verschillen bij het programmeren Functie TNC 620 iTNC 530 Invoer van teksten (commentaar, namen Invoer gebeurt via Invoer gebeurt via ASCII-toetsenbord van programma's, structureringspunten, beeldschermtoetsenbord netwerkadressen etc.) Verandering van werkstand terwijl een Niet toegestaan Toegestaan regel wordt bewerkt PGM CALL, SEL TABLE, SEL PATTERN, SEL...
Pagina 541
Programmering van parallelle assen Neutraal met X/Y-coördinaten, Machine-afhankelijk met beschikbare omschakeling met FUNCTION parallelle assen PARAXMODE Automatisch corrigeren van gegevens Gegevens met verwijzing in contour- Alle gegevens met verwijzing worden met verwijzing subprogramma's worden niet automatisch gecorrigeerd automatisch gecorrigeerd HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 542
Functie TNC 620 iTNC 530 Handling bij foutmeldingen: Hulp bij foutmeldingen Oproep via toets ERR Oproep via toets HELP Hulp bij foutmeldingen terwijl een Oorzaak en oplossing kunnen vanuit Apart venster toont oorzaak en regel wordt bewerkt het gedeelte waarin de cursor zich...
Pagina 543
Snijvlak via drie toggle-softkeys selecteerbaar selecteerbaar Tekenset bij beeldschermindeling Kleine tekenset Middelgrote tekenset PROGRAMMA Machinespecifieke additionele M- Leiden tot foutmeldingen wanneer niet Worden bij programmatest genegeerd functies in de PLC geïntegreerd Gereedschapstabel Functie beschikbaar via softkey Functie niet beschikbaar weergeven/bewerken HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 544
Vergelijking: verschillen handbediening, functionaliteit Functie TNC 620 iTNC 530 Handmatige tastcycli in het gezwenkte Handmatige tastcycli kunnen in het Handmatige tastcycli kunnen in het bewerkingsvlak (3D ROT: actief) gezwenkte bewerkingsvlak alleen gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt gebruikt worden, wanneer 3D-ROT voor worden, wanneer 3D-ROT voor de...
Pagina 545
Preset-tabel verlaten Alleen via softkeys BACK/EINDE Altijd via hardkey END Herhaaldelijk bewerken van de Softkeybalk die bij laatste keer verlaten Vast gedefinieerde softkeybalk gereedschapstabel TOOL.T, resp. van is geselecteerd is actief (softkeybalk 1) wordt weergegeven de plaatstabel tool_p.tch HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 546
Afwerken: foutmelding Actuele regel modale informatie wordt opgeslagen, werkstand Regel voor regel is niet geselecteerd. Selectie bewerking kan direct via NC-start onderbroken en bij TNC 620 met onderbrekingsplaats moet met worden voortgezet INTERNE STOP is beëindigd regelsprong gebeuren Activering van FK-reeksen met GOTO,...
Pagina 547
Vergelijking: verschillen bij afwerken, verplaatsingen Let op, verplaatsingen controleren! NC-programma's die op oudere TNC-besturingen zijn gemaakt, kunnen op een TNC 620 leiden tot andere verplaatsingen of tot foutmeldingen! Programma's altijd met de nodige zorgvuldigheid en voorzichtig starten! Hieronder vindt u een lijst met bekende verschillen. De lijst...
Pagina 548
Functie TNC 620 iTNC 530 Automatisch opheffen van de gereedschapsradiuscorrectie Regel met R0 Regel met R0 DEP-regel DEP-regel END PGM PGM CALL Programmering cyclus 10 ROTATIE Programmaselectie NC-regels met M91 Geen verrekening van de Verrekening van de gereedschapsradiuscorrectie gereedschapsradiuscorrectie Gereedschapsvormcorrectie...
Pagina 549
M-functies worden genegeerd subprogramma M110 (aanzetreductie binnenhoek) Functie werkt niet binnen de SL-cycli Functie werkt ook binnen de SL-cycli SLII cyclus aaneengesloten contour 25: Niet toegestaan, betere bewerking van APPR-/DEP-regels als contourelement APPR-/DEP-regels bij contourdefinitie gesloten contouren mogelijk toegestaan HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 550
Functie TNC 620 iTNC 530 Cilindermantelbewerking algemeen: Contourbeschrijving Neutraal met X/Y-coördinaten Machine-afhankelijk met fysiek aanwezige rotatie-assen Verspringingsdefinitie op de Neutraal via nulpuntverschuiving in Machine-afhankelijke cilindermantel nulpuntverschuiving in rotatie-assen Verspringingsdefinitie via basisrotatie Functie beschikbaar Functie niet beschikbaar Programmeren van cirkels met C/CC...
Pagina 551
Verrekening van de gereedschapslengte In de digitale uitlezing worden DL uit TOOL In de digitale uitlezing worden in de digitale uitlezing CALL, gereedschapslengte L en DL uit de gereedschapslengte L en DL uit de gereedschapstabel verrekend. gereedschapstabel verrekend HEIDENHAIN TNC 620...
Pagina 552
Vergelijking: verschillen in MDI-bedrijf Functie TNC 620 iTNC 530 Afwerken van samenhangende Functie gedeeltelijk beschikbaar Functie beschikbaar reeksen Opslaan van modaal actieve functies Functie gedeeltelijk beschikbaar Functie beschikbaar Vergelijking: verschillen bij de programmeerplaats Functie TNC 620 iTNC 530 Demoversie Programma's met meer dan 100 NC-...
Pagina 557
Tastsystemen van HEIDENHAIN helpen u bijkomende tijden te reduceren en de maatnauwkeurigheid van de vervaardigde werkstukken te verbeteren Tastsystemen voor werkstukken TS 220 signaaloverdracht via kabels TS 440, TS 444 infraroodoverdracht TS 640, TS 740 infraroodoverdracht • Werkstukken uitrichten •...