14
Helpscherm
Voorbeeld
11 CYCL DEF 240 CENTREREN ~
Q200=+2
Q343=+1
Q201=-2
Q344=-10
Q206=+150
Q211=+0
Q203=+0
Q204=+50
Q342=+12
Q253=+500
12 L X+30 Y+20 R0 FMAX M3 M99
13 L X+80 Y+50 R0 FMAX M99
14.3.7
cyclus 206 DRAADTAPPEN
Toepassing
De schroefdraad wordt door de besturing in één of meerdere bewerkingen met
voeding met lengtecompensatie getapt.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar
de ingevoerde veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
2 Het gereedschap verplaatst zich in één slag naar boordiepte
3 Vervolgens wordt de rotatierichting van de spil omgekeerd en het gereedschap
na de stilstandtijd naar de veiligheidsafstand teruggetrokken. Indien een 2e veilig-
heidsafstand is ingevoerd, verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX
daarheen
4 Op veiligheidsafstand wordt de spilrotatierichting opnieuw omgekeerd
490
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;SELECT. DIA./DIEPTE ~
;DIEPTE ~
;DIAMETER ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;VOORBOOR DIAMETER ~
;AANZET VOORPOS.
Het gereedschap moet in een voeding met lengtecompensatie
opgespannen zijn. De voeding met lengtecompensatie compenseert
toleranties van aanzet en toerental tijdens de bewerking.
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Parameter
Q253 Aanzet voorpositioneren?
Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade-
ren van het verdiepte startpunt. De verplaatsingssnelheid is
in mm/min.
Alleen actief als Q342 VOORBOOR DIAMETER ongelijk aan 0
is.
Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022