Advertenties
8
Technologiespecifieke programmering | Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE
8.1
Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE
Toepassing
De besturing biedt voor de technologieën frezen, frezen en slijpen telkens een
bewerkingsmodus FUNCTION MODE. Met FUNCTION MODE SET kunt u bovendien
door de machinefabrikant gedefinieerde instellingen activeren, bijvoorbeeld
wijzigingen van het verplaatsingsbereik.
Verwante onderwerpen
Freesdraai-bewerking (optie #50)
Verdere informatie: "Draaibewerking (optie #50)", Pagina 216
Slijpbewerking (optie #156)
Verdere informatie: "Slijpbewerking (optie #156)", Pagina 228
Kinematica in de toepassing Instellingen wijzigen
Verdere informatie: "Kanaalinstellingen", Pagina 1963
Voorwaarden
Speciale aanpassing van besturing door machinefabrikant
De machinefabrikant definieert welke interne functies de besturing bij deze
functie uitvoert. Voor de functie FUNCTION MODE SET moet de machinefabrikant
keuzemogelijkheden definiëren.
Voor FUNCTION MODE TURN softwareoptie #50 Freesdraaien
Voor FUNCTION MODE GRIND softwareoptie #156 Coördinatenslijpen
Functiebeschrijving
Bij het omschakelen van bewerkingsmodi voert de besturing een macro uit waarmee
de machinespecifieke instellingen voor de desbetreffende bewerkingsmodus worden
uitgevoerd. Met de NC-functies FUNCTION MODE TURN en FUNCTION MODE MILL
activeert u een machinekinematica die de machinefabrikant in de macro heeft
gedefinieerd en vastgelegd.
Wanneer de machinefabrikant de selectie van verschillende kinematica heeft
vrijgegeven, kunt u de kinematica met de functie FUNCTION MODE omschakelen.
Als de Draaimodus actief is, toont de besturing een symbool in het werkgebied
Posities.
Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145
214
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Advertenties
