Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 649

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
4 De besturing maakt de gedefinieerde contour met roterende spil (M3/M4).
Daarbij beschrijven de hoofdassen van het bewerkingsvlak een cirkelvormige
beweging, de gereedschapsspil wordt niet gecorrigeerd.
5 Bij het contoureindpunt zet de besturing het gereedschap loodrecht met de veilig-
heidsafstand vrij.
6 Daarna positioneert de besturing het gereedschap naar de veilige hoogte
Instructies
De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar.
Evt. bewaakt uw besturing dat er bij stilstaande spil niet met aanzet
mag worden gepositioneerd. Neem hiervoor contact op met uw
machinefabrikant.
Let op: botsingsgevaar!
Het kan tot een botsing tussen gereedschap en werkstuk komen. De besturing
verlengt de beschreven contour niet automatisch met een veiligheidsafstand! De
besturing positioneert FMAX aan het begin van de bewerking in ijlgang naar het
contourstartpunt!
Programmeer in het subprogramma een verlenging van de contour
Op het startpunt van de contour mag geen materiaal staan
Het midden van de te draaien contour is het startpunt in het bewerkingsvlak bij
de cyclusoproep
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
De cyclus is CALL-actief.
Met de cyclus kunnen geen voorbewerkingen met meerdere sneden worden
uitgevoerd.
Bij een binnenbewerking controleert de besturing of de actieve gereed-
schapsradius kleiner is dan de helft van de contourstart-diameter Q491 plus de
zijdelingse veiligheidsafstand Q357. Als bij deze controle wordt geconstateerd
dat het gereedschap te groot is, wordt het NC-programma afgebroken.
Houd er rekening mee dat voor de cyclusoproep de ashoek gelijk moet zijn aan
de zwenkhoek! Alleen dan kan een correcte koppeling van de assen plaatsvinden.
Wanneer cyclus 8 SPIEGELEN actief is, voert de besturing de cyclus voor het
interpolatiedraaien niet uit.
Wanneer cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC. actief is, en de maatfactor in een as
ongelijk aan 1 is, voert de besturing de cyclus voor interpolatiedraaien niet uit.
In parameter Q449 AANZET programmeert u de aanzet op de startradius. Zorg
ervoor dat de aanzet in de statusweergave aan TCP gerelateerd is en van Q449
kan afwijken. De besturing berekent de aanzet in de statusweergave als volgt.
Buitenbewerking Q529=1
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
Binnenbewerking Q529=0
14
649

Advertenties

loading