14
Bewerkingscycli | Cycli voor frees-draaibewerking
Aanwijzingen voor het programmeren
Voorafgaand aan de cyclusoproep moet u cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR
programmeren om de subprogramma's te definiëren.
Positioneer het gereedschap vóór de oproep van de cyclus naar een veilige
positie.
De cyclus heeft in de contourbeschrijving een radiuscorrectie nodig (RL/RR).
Vóór de cyclusoproep moet u FUNCTION TCPM programmeren. HEIDENHAIN
adviseert in FUNCTION TCMP het gereedschapsreferentiepunt REFPNT TIP-
CENTER te programmeren.
Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet
u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen.
Houd er rekening mee dat hoe kleiner de resolutie in cyclusparameter Q555, hoe
eerder ook in complexe situaties een oplossing kan worden gevonden. Maar dan
duurt de berekening langer.
De cyclus heeft de definitie van een gereedschapshouder nodig om de invalshoek
te bepalen. Wijs hiervoor een houder toe aan het gereedschap in de gereed-
schapstabelkolom KINEMATIC.
Houd er rekening mee dat de cyclusparameters Q565 (nabewerkingsovermaat
D.) en Q566 (overmaat voor Z) niet met Q567 (overmaat voor contour) kunnen
worden gecombineerd!
846
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022