Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
Voorbeeld APPR LT
11 L X+40 Y+10 R0 FMAX M3
12 APPR LT X+20 Y+20 Z-10 LEN15 RR
F100
13 L X+35 Y+35
14 L ...
11.5.4
Benaderingsfuncties APPR LN en APPR PLN
Toepassing
Met deze functies benadert de besturing de contour via een rechte loodrecht op
het eerste contourpunt. Met APPR LN definieert u het startpunt van de contour
cartesiaans en met APPR PLN polair.
Functiebeschrijving
De besturing benadert de contour als volgt:
Een rechte van startpunt P
Een rechte, loodrecht van hulppunt P
Hulppunt P
H
Wanneer u met R0 programmeert, stopt de besturing de bewerking of
simulatie met een foutmelding.
Dit gedrag is anders dan bij de besturing iTNC 530.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
naar een hulppunt P
S
naar het eerste contourpunt P
H
heeft afstand LEN tot het eerste contourpunt P
; P
zonder radiuscorrectie benaderen
S
; P
met radiuscorr. RR, afstand P
A
LEN 15
; Eindpunt van het eerste contourelement
; Volgend contourelement
H
.
A
tot P
:
H
A
A
11
331