Regelfuncties | Functies voor regeling van de programma-afloop
19.3.2
Pulserend toerental met FUNCTION S-PULSE
Toepassing
Met de functie FUNCTION S-PULSE programmeert u een pulserend toerental,
bijvoorbeeld om bij het draaien met constant toerental eigen trillingen van de
machine te voorkomen.
Functiebeschrijving
Met de invoerwaarde P-TIME definieert u de duur van een trilling (periodelengte),
met de invoerwaarde SCALE de toerentalverandering in procenten. Het spiltoerental
wisselt sinusvormig rond de nominale waarde.
Met FROM-SPEED en TO-SPEED definieert u met behulp van een bovenste en
onderste toerentalgrens het bereik waarin het pulserende toerental actief is. Beide
invoerwaarden zijn optioneel. Als u geen parameters definieert, werkt de functie in
het gehele toerentalbereik.
Met de functie FUNCTION S-PULSE RESET kunt u het pulserende toerental
terugzetten.
Als een pulserend toerental actief is, toont de besturing een symbool in het
werkgebied Posities.
Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145
Invoer
11 FUNCTION S-PULSE P-TIME10 SCALE5
FROM-SPEED4800 TO-SPEED5200
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
FUNCTION S-PULSE
P-TIME of RESET
SCALE
FROM-SPEED
TO-SPEED
Aanwijzing
De besturing overschrijdt nooit een geprogrammeerde toerentalbegrenzing. Het
toerental wordt gehandhaafd, totdat de sinuscurve van de functie FUNCTION S-
PULSE weer lager is dan het maximale toerental.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
; toerental binnen 10 seconden met 5% rond
de nominale waarde laten schommelen met
begrenzing
Betekenis
Syntaxisopener voor pulserend toerental
Definieer de duur van een trilling in seconden of reset
het pulserende toerental
Toerentalverandering in %
Alleen bij selectie P-TIME
Onderste toerentalgrens vanaf waar het pulserende
toerental actief is
Alleen bij selectie P-TIME
Syntaxiselement optioneel
Bovenste toerentalgrens tot waar het pulserende toeren-
tal actief is
Alleen bij selectie P-TIME
Syntaxiselement optioneel
19
1153