28
Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig | Tastsysteem voor het werkstuk kalibreren
3D-kalibreren (optie #92)
Na het kalibreren met een kalibratiekogel biedt de besturing de mogelijkheid om het
tastsysteem afhankelijk van de hoek te kalibreren. Daarvoor tast de besturing de
kalibratiekogel in een kwadrant verticaal af. De 3D-kalibratiegegevens beschrijven
het uitwijkgedrag van het tastsysteem in een willekeurige tastrichting.
De besturing slaat de afwijkingen op in een correctiewaardetabel onder *.3DTC in de
map TNC:\system\3D-ToolComp.
Voor elk gekalibreerd tastsysteem wordt een eigen tabel gemaakt. In de
gereedschapstabel krijgt de kolom DR2TABLE automatisch een verwijzing daarnaar.
3D-kalibratie
Omslagmeting
Bij het kalibreren van de tastkogelradius voert de besturing een automatische
tastroutine uit. In de eerste doorloop bepaalt de besturing het midden van de
kalibratiering of de tap (globale meting) en positioneert het tastsysteem in het
midden. Vervolgens worden tijdens de eigenlijke kalibratie (fijne meting) de
tastkogelradius bepaalt. Als met het tastsysteem een omslagmeting mogelijk is,
wordt tijdens een volgende doorloop de middenverstelling bepaald.
Of uw tastsysteem kan worden georiënteerd of op welke manier, is bij HEIDENHAIN-
tastsystemen voorgedefinieerd. Andere tastsystemen worden door de
machinefabrikant geconfigureerd.
Bij het kalibreren van de radius kunnen, afhankelijk van de mogelijke oriëntatie
van het tastsysteem voor het werkstuk, maximaal drie cirkelmetingen worden
uitgevoerd. De eerste beide cirkelmetingen bepalen de verstelling van het midden
van het tastsysteem voor het werkstuk. De derde cirkelmeting bepaalt de actieve
tastkogelradius. Wanneer vanwege het tastsysteem voor het werkstuk geen
oriëntatie van de spil of slechts een bepaalde oriëntatie mogelijk is, vallen
cirkelmetingen weg.
1482
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022