Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Voorbeeld
11 CYCL DEF 241 EENLIPPIG DIEPBOREN ~
Q200=+2
Q201=-20
Q206=+150
Q211=+0
Q203=+0
Q204=+50
Q379=+0
Q253=+750
Q208=+1000
Q426=+5
Q427=+50
Q428=+500
Q429=+8
Q430=+9
Q435=+0
Q401=+100
Q202=+99999
Q212=+0
Q205=+0
12 CYCL CALL
Gebruikersmacro
De gebruikermacro is nog een NC-programma.
Een gebruikersmacro bevat een reeks van meerdere instructies. Met behulp van
een macro kunt u meerdere NC-functies definiëren die de besturing uitvoert. Als
gebruiker maakt u macro's als NC-programma.
De werking van macro's komt overeen met die van opgeroepen NC-programma's,
bijv. met de functie PGM CALL. U definieert de macro als NC-programma met het
bestandstype *.h.
HEIDENHAIN adviseert om in de macro QL-parameters te gebruiken. QL-
parameters zijn uitsluitend lokaal voor een NC-programma. Wanneer u in de
macro andere soorten variabelen gebruikt, kunnen wijzigingen ook van invloed
zijn op het oproepende NC-programma. Om expliciet wijzigingen aan te brengen
in het oproepende NC-programma, gebruikt u Q- of QS-parameters met de
nummers 1200 t/m 1399.
In de macro kunt u de waarden van de cyclusparameters uitlezen.
Verdere informatie: "Variabelen: Q-, QL-, QR- en QS-parameters", Pagina 1306
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;DIEPTE ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;STARTPUNT ~
;AANZET VOORPOS. ~
;AANZET TERUGTREKKEN ~
;SPILROTATIERICHTING ~
;TOERENT. INST/TG.TR. ~
;TOERENTAL BOREN ~
;KOELING AAN ~
;KOELING UIT ~
;STILSTANDDIEPTE ~
;AANZETFACTOR ~
;MAX. DIEPTESTAP ~
;AFNAMEWAARDE ~
;MIN. DIEPTEVERPL.
14
483