14
14.3.24 SL-cycli
Algemeen
Met SL-cycli kunnen ingewikkelde contouren uit maximaal twaalf deelcontouren
(kamers of eilanden) worden samengesteld. De afzonderlijke deelcontouren
worden als subprogramma's ingevoerd. Uit de lijst met deelcontouren
(subprogrammanummers) die in cyclus 14 CONTOUR zijn ingevoerd, berekent de
besturing de totale contour.
Eigenschappen van de subprogramma's
Gesloten contour zonder beweging voor benaderen en verlaten
Coördinatenomrekeningen zijn toegestaan - wanneer ze binnen de deelcontouren
worden geprogrammeerd, werken ze ook in de volgende subprogramma's. Ze
mogen echter na de cyclusoproep niet worden gereset
De besturing herkent een kamer, als er langs de binnenkant van de contour
wordt rondgegaan, bijv. beschrijving van de contour met de klok mee met radius-
correctie RR
De besturing herkent een eiland, als er langs de buitenkant van de contour wordt
rondgegaan, bijv. beschrijving van de contour met de klok mee met radius-
correctie RL
De subprogramma's mogen geen coördinaten in de spilas bevatten
Programmeer in de eerste NC-regel van het subprogramma altijd beide assen
Wanneer Q-parameters worden toegepast, voer dan de betreffende berekeningen
en toewijzingen alleen binnen het betreffende contour-subprogramma uit
Zonder bewerkingscycli, aanzetten en M-functies
Eigenschappen van de cycli
De besturing positioneert voor elke cyclus automatisch naar de veilig-
heidsafstand – positioneer het gereedschap vóór de cyclusoproep naar een
veilige positie
Elk diepteniveau wordt zonder het vrijzetten van het gereedschap gefreesd; er
wordt langs de zijkant van eilanden verplaatst
De radius van "binnenhoeken" is programmeerbaar – het gereedschap blijft niet
staan, markeringen door vrije sneden worden voorkomen (geldt voor buitenste
baan bij het ruimen en nabewerken van de zijkanten)
Bij het nabewerken van de zijkanten benadert de besturing de contour via een
tangentiële cirkelbaan
Bij het nabewerken van de diepte verplaatst de besturing het gereedschap ook via
een tangentiële cirkelbaan naar het werkstuk (bijv. spilas Z: cirkelbaan in vlak Z/X)
De besturing bewerkt de contour ononderbroken meelopend of tegenlopend
578
Programmeer- en bedieningsinstructies:
Het geheugen voor een SL-cyclus is beperkt. In een SL-cyclus kunnen
maximaal 16384 contourelementen worden geprogrammeerd.
SL-cycli voeren intern omvangrijke en complexe berekeningen en
daaruit voortvloeiende bewerkingen uit. Om veiligheidsredenen in
elk geval vóór het uitvoeren de simulatie uitvoeren! Daarmee kunt u
op eenvoudige wijze bepalen of de door de besturing vastgestelde
bewerking correct wordt uitgevoerd.
Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma
gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma
toewijzen of berekenen.
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022