Bewerkingscycli | Cycli voor slijpbewerking
Voorbeeld
11 CYCL DEF 1022 CILINDER SNEL SLIJPEN ~
Q650=+0
Q223=+50
Q368=+0.1
Q14=+0
Q367=+0
Q203=+0
Q1030=+2
Q201=-20
Q1031=-1
Q534=+0.05
Q1032=+0.5
Q456=+0
Q457=+0
Q1000=+5
Q1001=+5000
Q207=+50
Q253=+750
Q15=+1
Q260=+100
Q200=+2
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
;FIGUURTYPE ~
;DIAMETER EINDPRODUCT ~
;OVERMAAT START ~
;OVERMAAT ZIJKANT ~
;POSITIE KAMER ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;OFFSET OPPERVLAK ~
;DIEPTE ~
;BEWERKINGSRICHTING ~
;ZIJDELINGSE VERPL. ~
;FACTOR SPOED ~
;LEGE RUNS CONTOUR ~
;IDLE RUNS, CONT. END ~
;PENDELSLAG ~
;PENDELAANZET ~
;AANZET SLIJPEN ~
;AANZET VOORPOS. ~
;SLIJPTYPE ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND
14
905