12
Subprogramma's
Met een subprogramma kunt u delen van een NC-programma willekeurig vaak op
verschillende plaatsen van het NC-programma oproepen, bijvoorbeeld een contour
of bewerkingsposities.
Een subprogramma begint met een label LBL en eindigt met LBL 0. Met CALL LBL
roept u het subprogramma vanaf een willekeurige plaats van het NC-programma op.
Daarbij mogen geen herhalingen met REP gedefinieerd worden.
De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
1 De besturing werkt het NC-programma tot aan de functie CALL LBL af.
2 De besturing springt naar het begin van het gedefinieerde subprogramma LBL.
3 De besturing werkt het subprogramma t/m het einde van het subprogramma LBL
0 af.
4 Vervolgens springt de besturing naar de volgende NC-regel na CALL LBL en gaat
het NC-programma verder.
Voor subprogramma's gelden de volgende randvoorwaarden:
Een subprogramma mag zichzelf niet oproepen
CALL LBL 0 is niet toegestaan, omdat dit toegepast wordt voor het oproepen van
einde subprogramma
Subprogramma's achter de NC-regel met M2 of M30 programmeren
Wanneer subprogramma's in het NC-programma vóór de NC-regel met M2 of
M30 staan, worden zij zonder oproep minstens eenmaal uitgevoerd
De besturing toont informatie voor een actief subprogramma in het tabblad LBL van
het werkbereik Status.
Verdere informatie: "Tabblad LBL", Pagina 158
344
Programmeertechnieken | Subprogramma's en herhalingen van programmadelen met label LBL
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022