Contour- en puntdefinities | Patroondefinitie PATTERN DEF
13.5.10 Voorbeeld: cycli in combinatie met PATTERN DEF toepassen
De boringcoördinaten zijn in de patroondefinitie PATTERN DEF POS opgeslagen. De
boringcoördinaten worden door de besturing met CYCL CALL PAT opgeroepen.
De gereedschapsradiussen zijn zo gekozen dat alle bewerkingsstappen in de
grafische testweergave zijn te zien.
Programma-verloop
Centreren (gereedschapsradius 4)
GLOBAL DEF 125 POSITIONEREN: Met deze functie kiest de besturing bij een
CYCL CALL PAT een positie tussen de punten op de 2e veiligheidsafstand. Deze
functie blijft tot en met M30 actief.
Boren (gereedschapsradius 2,4)
Schroefdraad tappen (gereedschapsradius 3)
Verdere informatie: "Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie", Pagina 443
en "Cycli voor freesbewerking"
0 BEGIN PGM 1 MM
1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20
2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0
3 TOOL CALL 1 Z S5000
4 L Z+50 R0 FMAX
5 PATTERN DEF ~
POS1( X+10 Y+10 Z+0 ) ~
POS2( X+40 Y+30 Z+0 ) ~
POS3( X+20 Y+55 Z+0 ) ~
POS4( X+10 Y+90 Z+0 ) ~
POS5( X+90 Y+90 Z+0 ) ~
POS6( X+80 Y+65 Z+0 ) ~
POS7( X+80 Y+30 Z+0 ) ~
POS8( X+90 Y+10 Z+0 )
6 CYCL DEF 240 CENTREREN ~
Q200=+2
Q343=+0
Q201=-2
Q344=-10
Q206=+150
Q211=+0
Q203=+0
Q204=+10
Q342=+0
Q253=+750
7 GLOBAL DEF 125 POSITIONEREN ~
Q345=+1
8 CYCL CALL PAT F5000 M3
9 L Z+100 R0 FMAX
10 TOOL CALL 227 Z S5000
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;SELECT. DIA./DIEPTE ~
;DIEPTE ~
;DIAMETER ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;VOORBOOR DIAMETER ~
;AANZET VOORPOS.
;SELECT. POS. HOOGTE
; gereedschapsoproep centerboor (radius 4)
; gereedschap naar veilige hoogte verplaatsen
; cyclusoproep in combinatie met puntenpatroon
; gereedschap vrijzetten
; gereedschapsoproep boor (radius 2,4)
13
385