23
23.5.2
GLOBAL DEF invoeren
23.5.3
GLOBAL DEF-informatie gebruiken
Wanneer u aan het programmabegin de juiste GLOBAL DEF-functies hebt ingevoerd,
dan kunt u bij de definitie van een willekeurige cyclus naar deze algemeen geldende
waarden refereren.
Ga daarbij als volgt te werk:
Let op: botsingsgevaar!
Als u naderhand de programma-instellingen met GLOBAL DEF wijzigt, dan gelden
de wijzigingen voor het gehele NC-programma. De uitvoering van de bewerkingen
kan hierdoor dus aanzienlijk veranderen.
GLOBAL DEF bewust gebruiken. Vóór het afwerken Simulatie uitvoeren
In bewerkingscycli een vaste waarde invoeren, dan verandert GLOBAL DEF de
waarden niet
1350
Programmering van variabelen | Programma-instellingen voor cycli
NC-functie invoegen selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
GLOBAL DEF selecteren
Gewenste GLOBAL DEF-functie selecteren bijv. 100
ALGEMEEN
Vereiste definities invoeren
NC-functie invoegen selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
GLOBAL DEF selecteren en definiëren
NC-functie invoegen opnieuw selecteren
Gewenste cyclus selecteren, bijv. 200 BOREN
Wanneer de cyclus over cyclusparameters beschikt, toont de
besturing de keuzemogelijkheid PREDEF in de actiebalk of in
het invoerscherm als keuzemenu.
PREDEF selecteren
De besturing voert het woord PREDEF in de cyclusdefinitie in.
Hierdoor hebt u een koppeling gemaakt met de bijbehorende
GLOBAL DEF-parameter die u aan het programmabegin hebt
gedefinieerd.
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022