Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
Voorbeeld
11 L Y+20 RR F100
12 DEP LN LEN+20 F100
13 L Z+100 FMAX M2
11.5.9
Functie voor verlaten DEP CT
Toepassing
Met de functie DEP CT verlaat de besturing de contour via een cirkelbaan met
tangentiële aansluiting.
Functiebeschrijving
De besturing verlaat de contour als volgt:
Een cirkelbaan van het laatste contourpunt P
De cirkelbaan sluit tangentieel aan op het laatste contourelement
De cirkelbaan van P
de radius R. De rotatierichting van de cirkelbaan is afhankelijk van de actieve radi-
uscorrectie en het voorteken van de radius R.
De tabel toont het verband tussen de radiuscorrectie, het voorteken van de radius R
en de rotatierichting:
Radiuscorrectie
RL
RL
RR
RR
Voor de middelpuntshoek CCA geldt het volgende:
Alleen positieve invoerwaarden
Maximale invoerwaarde: 360°
Aanwijzing
Wanneer u de radius R negatief invoert, verandert de positie van het eindpunt P
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
; Laatste contourelement: P
radiuscorr. RR
; Afstand P
; Z terugtrekken, terugspringen, einde
programma
E
naar P
wordt vastgelegd door de middelpuntshoek CCA en
E
N
Voorteken R
Positief
Negatief
Positief
Negatief
met
E
tot P
: LEN 20
E
N
naar eindpunt P
N
Draairichting
Tegen de klok in
Met de klok mee
Met de klok mee
Tegen de klok in
.
N
337
11