Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 613

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Contour
De contour definieert u met CONTOUR DEF / SEL CONTOUR of met de OCM-
figuurcycli 127x.
Gesloten kamers kunt u ook via cyclus 14 definiëren.
De maatgegevens voor de bewerking, zoals freesdiepte, overmaten en veilige hoogte
voert u centraal in cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS of in de figuurcycli 127x in.
CONTOUR DEF / SEL CONTOUR:
In CONTOUR DEF / SEL CONTOUR kan de eerste contour een kamer of een
begrenzing zijn. De daarna volgende contouren programmeert u als eilanden
of kamers. Open kamers moeten via een begrenzing en een eiland worden
geprogrammeerd.
Ga daarbij als volgt te werk:
Programmeer CONTOUR DEF
Definieer de eerste contour als kamer en de tweede als eiland
Definieer cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS
Programmeer in de cyclusparameter Q569 de waarde 1
De besturing interpreteert de eerste contour niet als kamer, maar als
open begrenzing. Zo ontstaat uit de open begrenzing en door het daarna
geprogrammeerde eiland een open kamer.
Definieer cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN
Programmeerinstructies:
Met de volgende contouren die zich buiten de eerste contour
bevinden, wordt geen rekening gehouden.
De eerste diepte van de deelcontour is de diepte van de cyclus.
Op deze diepte is de geprogrammeerde contour beperkt. Verdere
deelcontouren kunnen niet dieper zijn dan de diepte van de cyclus.
Daarom begint u in principe met de diepste kamer.
OCM-figuurcycli:
In de OCM-figuurcycli kan de figuur een kamer, eiland of begrenzing zijn. Wanneer u
een eiland of open kamer programmeert, gebruikt u de cycli 128x.
Ga als volgt te werk:
Figuur met de cycli 127x programmeren
Wanneer de eerste figuur een eiland of open kamer is, programmeert u
begrenzingscyclus 128x
Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN definiëren
Verdere informatie: "OCM-cycli voor patroondefinitie", Pagina 402
Bewerking
Deze cycli bieden de mogelijkheid om bij de voorbewerking met groter gereedschap
voor te bewerken en met kleiner gereedschap het restmateriaal te verwijderen. Ook
bij het nabewerken wordt rekening gehouden met het eerder geruimde materiaal.
Voorbeeld
U hebt een ruimgereedschap met Ø 20 mm gedefinieerd. Hierdoor ontstaan bij
de voorbewerking minimale inwendige radii van 10 mm (met cyclusparameter
factor inwendige hoek Q578 wordt in dit voorbeeld geen rekening gehouden).
Bij de volgende stap gaat u uw contour nabewerken. Hiervoor definieert u een
nabewerkingsfrees van Ø 10 mm. In dit geval zijn minimale inwendige radii van
5 mm mogelijk. Ook de nabewerkingscycli houden, afhankelijk van Q438, rekening
met de voorbewerking, zodat bij het nabewerken de kleinste inwendige radii 10 mm
bedragen. Op deze manier ontstaat geen overbelasting van de nabewerkingsfrees.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
613

Advertenties

loading