Tabellen | Toegang tot tabelwaarden
33.4.3
Tabelwaarde schrijven met TABDATA WRITE
Toepassing
Met de functie TABDATA WRITE schrijft u een waarde van een Q-parameter in een
tabel.
Na een tastsysteemcyclus kunt u de functie TABDATA WRITE bijv. gebruiken om een
vereiste gereedschapscorrectie in de correctietabel in te voeren.
Functiebeschrijving
Afhankelijk van het kolomtype dat u beschrijft, kunt u Q, QL, QR of QS als
overdrachtparameters gebruiken.
Invoer
11 TABDATA WRITE CORR-TCS COLUMN
"DR" KEY "3" = Q1
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
TABDATA
WRITE
CORR-TCS of
CORR-WPL
COLUMN
KEY
Q/QL/QR of QS
33.4.4
Tabelwaarde toevoegen met TABDATA ADD
Toepassing
Met de functie TABDATA ADD voegt u een waarde uit een Q-parameter toe aan een
bestaande tabelwaarde.
U kunt de functie TABDATA ADD bijvoorbeeld gebruiken om bij een herhaalde meting
een gereedschapscorrectie bij te werken.
Functiebeschrijving
Afhankelijk van het kolomtype dat u beschrijft, kunt u Q, QL of QR als
overdrachtparameters gebruiken.
Om in een correctietabel te schrijven, moet u de tabel activeren.
Verdere informatie: "Correctietabel selecteren met SEL CORR-TABLE", Pagina 1072
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Waarde uit Q1 in regel 5, kolom DR van de
correctietabel schrijven
Betekenis
Syntaxisopener voor toegang tot tabelwaarden
Tabelwaarde schrijven
Waarde in een correctietabel *.tco of *.wco schrijven
Kolomnaam
Vaste of variabele naam
Regelnummer
Vaste of variabele naam
Type variabele en nummer dat de te schrijven waarde bevat
33
1855