29
Schakelend tastsysteem kalibreren
Om het werkelijke schakelpunt van een 3D-tastsysteem exact te kunnen bepalen,
moet u het tastsysteem kalibreren, anders kan de besturing geen exacte
meetresultaten bepalen.
Tastsysteem altijd kalibreren bij:
Inbedrijfstelling
Taststiftbreuk
Vervanging van taststift
Verandering van de tastaanzet
Onregelmatigheden, bijv. door opwarming van de machine
Wijziging van de actieve gereedschapsas
Bij het kalibreren bepaalt de besturing de actieve lengte van de taststift en de
"actieve" radius van de tastkogel. Om het 3D-tastsysteem te kalibreren, spant u een
instelring of een tap waarvan de hoogte en radius bekend zijn, op de machinetafel.
De besturing beschikt over kalibratiecycli voor de lengtekalibratie en voor de
radiuskalibratie.
Kalibratiewaarden weergeven
De besturing slaat de actieve lengte en de actieve radius van het tastsysteem
op in de gereedschapstabel. De besturing slaat de middenverstelling van het
tastsysteem op in de kolommen CAL_OF1 (hoofdas) en CAL_OF2 (nevenas) in de
tastsysteemtabel.
Tijdens de kalibratie wordt automatisch een meetprotocol opgesteld. Dit protocol
heeft de naam TCHPRAUTO.html. Dit bestand wordt op dezelfde locatie opgeslagen
als het bronbestand. Het meetprotocol kan op de besturing met de browser worden
weergegeven. Wanneer in een NC-programma meerdere cycli voor de kalibratie
van het tastsysteem worden gebruikt, bevinden alle meetprotocollen zich onder
TCHPRAUTO.html.
1722
De besturing neemt de kalibratiewaarden voor het actieve
tastsysteem direct na de kalibratie over. De geactualiseerde
gereedschapsgegevens zijn dan direct actief. Een nieuwe gereed-
schapsoproep is niet nodig.
Zorg ervoor dat het tastsysteemnummer van de gereedschapstabel
en het tastsysteemnummer van de tastsysteemtabel identiek zijn.
Verdere informatie: "Tastsysteemtabel tchprobe.tp", Pagina 1885
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kalibratie
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022