2
Gedeelte NC-dialoog
Toets
100
De volgende functies gelden voor de werkstand Programmeren en de
toepassing MDI.
Functie
In het venster NC-functie invoegen de map Baanfuncties
openen om een functie voor benaderen of verlaten te selecte-
ren
Verdere informatie: "Contour benaderen en verlaten",
Pagina 327
Het werkgebied Contour openen om bijvoorbeeld een frees-
contour te tekenen
Uitsluitend in bedrijfsmodus Programmeren
Verdere informatie: "Grafisch programmeren", Pagina 1375
Afkanting programmeren
Verdere informatie: "Afkanting CHF", Pagina 307
Rechte programmeren
Verdere informatie: "Rechte L", Pagina 306
Cirkelbaan met opgave van radius programmeren
Verdere informatie: "Cirkelbaan CR", Pagina 311
Afronding programmeren
Verdere informatie: "Afronding RND", Pagina 308
Cirkelbaan met tangentiële overgang naar het voorafgaande
contourelement programmeren
Verdere informatie: "Cirkelbaan CT", Pagina 313
Cirkelmiddelpunt of pool programmeren
Verdere informatie: "Cirkelmiddelpunt CC", Pagina 309
Cirkelbaan met referentie voor het cirkelmiddelpunt program-
meren
Verdere informatie: "Cirkelbaan C ", Pagina 310
In het venster NC-functie invoegen de map Instellen
openen om een tastcyclus te selecteren
Verdere informatie: "Programmeerbare tastcycli",
Pagina 1491
In het venster NC-functie invoegen de map Cycli openen om
een cyclus te selecteren
Verdere informatie: "Cycli definiëren", Pagina 433
In het venster NC-functie invoegen de map Cyclusoproep
openen om een bewerkingscyclus op te roepen
Verdere informatie: "Cycli oproepen", Pagina 435
Spronglabel programmeren
Verdere informatie: "Label definiëren met LBL SET",
Pagina 342
Over het product. | Bedieningselementen
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022