14
Cyclusparameters
Helpscherm
896
Q203
Q1030
Q201
Q368
Q14
Bewerkingscycli | Cycli voor slijpbewerking
Parameter
Q650 Type figuur?
Geometrie van de figuur:
0: tas
1: eiland
Invoer: 0, 1
Q223 Diameter eindprodukt?
Diameter van de nabewerkte cilinder
Invoer: 0...99999,9999
Q368 Overmaat zijkant voor bewerking?
Zijdelingse overmaat die voorafgaand aan de slijpbewerking
aanwezig is. De waarde moet groter zijn dan Q14. De waarde
werkt incrementeel.
Invoer: -0.9999...+99.9999
Q14 Overmaat voor kantnabewerking?
Zijdelingse overmaat die na de bewerking overblijft. Deze
overmaat moet kleiner zijn dan Q368. De waarde werkt incre-
menteel.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q367 Positie kamer (0/1/2/3/4)?
Positie van de figuur gerelateerd aan de positie van het
gereedschap bij de cyclusoproep:
0: gereedschappos. = midden van de figuur
1: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 90°
2: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 0°
3: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 270°
4: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 180°
Invoer: 0, 1, 2, 3, 4
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte?
Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het
actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q1030 Offset t.o.v. het oppervlak?
Positie van de bovenkant van het gereedschap aan het
oppervlak. De offset dient als overloopbaan aan het opper-
vlak voor de pendelslag. De waarde werkt absoluut.
Invoer: 0...999.999
Q201 Diepte?
afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour.
De waarde werkt incrementeel.
Invoer: -99999.9999...+0
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022