Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig | Tastsysteem voor het werkstuk kalibreren
28.2
Tastsysteem voor het werkstuk kalibreren
Toepassing
Om het werkelijke schakelpunt van een 3D-tastsysteem exact te kunnen bepalen,
moet u het tastsysteem kalibreren. Anders kan de besturing geen exacte
meetresultaten bepalen.
Bij het 3D-kalibreren bepaalt u het hoekafhankelijke uitwijkgedrag van een
tastsystemen voor werkstukken in een willekeurige tastrichting (optie #92).
Verwante onderwerpen
Tastsysteem voor het werkstuk automatisch kalibreren
Verdere informatie: "Tastcycli Kalibratie", Pagina 1721
Tastsysteemtabel
Verdere informatie: "Tastsysteemtabel tchprobe.tp", Pagina 1885
Van de ingrijpingshoek afhankelijke 3D-gereedschapsradiuscorrectie (optie #92)
Verdere informatie: "Van de ingrijpingshoek afhankelijke 3D-radiuscorrectie
(optie #92)", Pagina 1090
Functiebeschrijving
Bij het kalibreren bepaalt de besturing de actieve lengte van de taststift en de actieve
radius van de tastkogel. Om het 3D-tastsysteem te kalibreren, spant u een instelring
of een tap waarvan de hoogte en radius bekend zijn, op de machinetafel.
De actieve lengte van het tastsysteem voor het werkstuk is altijd gerelateerd aan het
referentiepunt van de gereedschapshouder.
Verdere informatie: "Referentiepunt gereedschapshouder", Pagina 249
U kunt het tastsysteem voor het werkstuk met verschillende hulpmiddelen
kalibreren. U kalibreert het tastsysteem voor het werkstuk, bijvoorbeeld met
behulp van een te frezen eindvlak in de lengte en een kalibratiering in de radius.
Hierdoor ontstaat een relatie tussen het tastsysteem voor het werkstuk en
de gereedschappen in de spil. Bij deze werkwijze komen met behulp van het
gereedschapvoorinstelapparaat opgemeten gereedschappen en het gekalibreerde
tastsysteem voor het werkstuk overeen.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
28
1481