11
Functiebeschrijving
Poolcoördinaten kunnen bijvoorbeeld in de volgende situaties worden gebruikt:
Punten op cirkelbanen
Productietekeningen met hoekmaten, bijvoorbeeld bij gatencirkels
U definieert pool CC met cartesiaanse coördinaten in twee assen. Deze assen leggen
het vlak en de hoekreferentie-as vast.
De pool werkt modaal binnen een NC-programma.
De hoekreferentie-as gedraagt zich als volgt ten opzichte van het vlak:
Vlak
XY
YZ
ZX
11 CC X+30 Y+10
De poolcoördinatenradius PR is gerelateerd aan de pool. PR definieert de afstand van
het punt tot de pool.
De poolcoördinatenhoek PA definieert de hoek tussen de hoekreferentie-as en het
punt.
11 LP PR+30 PA+10 RR F300
De geprogrammeerde coördinaten werken modaal. Wanneer de waarde van een as
gelijk blijft, hoeft u de waarde in andere baanbewegingen niet opnieuw te definiëren.
11.1.3
Absolute invoer
Toepassing
Absolute invoer heeft altijd betrekking op een oorsprong. Bij cartesiaanse
coördinaten is de oorsprong het nulpunt en bij poolcoördinaten de pool en de
hoekreferentie-as.
300
Baanfuncties | Basisprincipes van de coördinatendefinitie
Hoekreferentieas
+X
+Y
+Z
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022