27
27.4.1
Verschil tussen onbewerkt werkstuk en bewerkt werkstuk meten
U meet het verschil tussen het onbewerkte werkstuk en het bewerkte werkstuk als
volgt:
Willekeurige werkstand selecteren, bijvoorbeeld Programmeren
Nc-programma openen met in BLK FORM FILE geprogrammeerd onbewerkt
werkstuk en bewerkt werkstuk
Werkgebied Simulatie openen
Instructies
Wanneer u gereedschappen corrigeert, kunt u met de meetfunctie het te
corrigeren gereedschap bepalen.
Wanneer u in het gesimuleerde werkstuk een fout opmerkt, kunt u met behulp
van de meetfunctie de NC-regel bepalen die de oorzaak vormt.
27.5
Snedeweergave bij de simulatie
Toepassing
U kunt het gesimuleerde werkstuk in de snedeweergave langs een willekeurige
as zagen. Zo kunt u bijvoorbeeld boringen en ondersnijdingen bij de simulatie
controleren.
Voorwaarde
Modus Werkstuk
Functiebeschrijving
U kunt de snedeweergave alleen in de werkstand Programmeren gebruiken.
De positie van het snijvlak is tijdens het verschuiven als percentage zichtbaar in de
simulatie. Het snijvlak blijft actief totdat de besturing opnieuw wordt gestart.
1460
Kolom Gereedschapsopties selecteren
Schakelaar Meten activeren
Keuzemenu Werkstuk inkleuren selecteren
Modelvergelijk. selecteren
De besturing toont het in de functie BLK FORM FILE
gedefinieerde onbewerkte werkstuk en het bewerkte werkstuk.
Simulatie starten
De besturing simuleert het werkstuk.
Gewenste punt op gesimuleerd werkstuk selecteren
De besturing toont het verschil in afmetingen tussen het
gesimuleerde werkstuk en het bewerkte werkstuk.
De besturing markeert maatverschillen tussen
gesimuleerd werkstuk en bewerkt werkstuk met
behulp van de functie Modelvergelijk. eerst qua kleur,
vanaf een verschil groter dan 0.2 mm.
Werkstand Simulatie | Meetfunctie
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022