Coördinaattransformatie | Cycli voor coördinaattransformaties
Instructies
Deze cyclus kunt u in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
Wanneer deze cyclus met een dwarssledekinematica wordt uitgevoerd, kan deze
cyclus ook in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN worden gebruikt.
Het zwenken van het bewerkingsvlak geschiedt altijd om het actieve nulpunt.
Wanneer u cyclus 19 bij actieve M120 gebruikt, dan heft de besturing de radius-
correctie en dus ook de functie M120 automatisch op.
Aanwijzingen voor het programmeren
Bewerking zo programmeren alsof deze in het niet-gezwenkte vlak wordt
uitgevoerd.
Wanneer u de cyclus opnieuw voor andere hoeken oproept, hoeft u de bewerking
niet te resetten.
Omdat niet-geprogrammeerde waarden van rotatie-assen in principe
altijd als ongewijzigde waarden worden geïnterpreteerd, moet u altijd alle
drie de ruimtehoeken definiëren, ook als één of meerdere hoeken gelijk
zijn aan 0.
Aanwijzingen in combinatie met machineparameters
De machinefabrikant legt vast of de geprogrammeerde hoeken door de besturing
als coördinaten van de rotatieassen (ashoek) of als hoekcomponenten van een
schuin vlak (ruimtehoek) worden geïnterpreteerd.
Met de machineparameter CfgDisplayCoordSys (nr. 127501) definieert de machi-
nefabrikant in welk coördinatensysteem de statusweergave een actieve nulpunt-
verschuiving weergeeft.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
15
987