Programmering van variabelen | Variabelen: Q-, QL-, QR- en QS-parameters
Voorbeeld; Cilinder met Q-parameters
Cilinderradius:
Cilinderhoogte:
Cilinder Z1:
Cilinder Z2:
Variabele op niet-gedefinieerd instellen
U stelt een variabele als volgt in op de status niet-gedefinieerd:
Instructies
De besturing maakt onderscheid tussen niet-gedefinieerde variabelen en
variabelen met de waarde 0.
U mag niet door 0 delen (FN 4).
U mag geen wortel uit een negatieve waarde trekken (FN 5).
23.2.4
Map Hoekfuncties
Toepassing
In de map Hoekfuncties van het venster NC-functie invoegen biedt de besturing de
functies FN 6 t/m FN 8 en FN 13.
Met deze functies kunt u hoekfuncties berekenen, om bijvoorbeeld variabele
driehoekige contouren te programmeren.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
R = Q1
H = Q2
Q1 = +30
Q2 = +10
Q1 = +10
Q2 = +50
NC-functie invoegen selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
FN 0 selecteren
Nummer van de variabele invoeren, bijvoorbeeld Q5
SET UNDEFINED selecteren
Invoer bevestigen
De besturing zet de variabele op de status niet-gedefinieerd.
23
1319