14
Cyclusverloop voorbewerken
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van
de cyclus. De cyclus bewerkt alleen het gedeelte van het startpunt van de cyclus tot
het in de cyclus gedefinieerde eindpunt.
1 De besturing verplaatst het gereedschap bij de eerste volledige insteek met een
gereduceerde aanzet Q511 tot de diepte van de insteek + overmaat.
2 De besturing trekt het gereedschap in ijlgang terug
3 De besturing verplaatst het gereedschap zijdelings met de waarde Q510 x
gereedschapsbreedte (Cutwidth)
4 In de aanzet Q478 steekt de besturing opnieuw in
5 Afhankelijk van parameter Q462 trekt de besturing het gereedschap terug
6 De besturing verspaant het gedeelte tussen startpositie en eindpunt door de
stappen 2 t/m 4 te herhalen
7 Zodra de sleufbreedte bereikt is, positioneert de besturing het gereedschap in
ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus
Kamsteken
1 De besturing verplaatst het gereedschap bij de volledige insteek met een gere-
duceerde aanzet Q511 tot de diepte van de insteek + overmaat
2 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug
3 De positie en het aantal volledige sneden is afhankelijk van Q510 en de breedte
van de snijkant (CUTWIDTH). Stap 1 en 2 worden herhaald totdat alle volledige
sneden zijn gemaakt
4 De besturing verspaant met de aanzet Q478 het resterende materiaal
5 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug
6 De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd
7 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het
cyclusstartpunt
Cyclusverloop nabewerken
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de eerste sleufzijde.
2 De besturing bewerkt de zijwand van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet
Q505.
3 De besturing bewerkt de halve sleufbreedte na met de gedefinieerde aanzet.
4 De besturing trekt het gereedschap in ijlgang terug.
5 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de tweede sleufzijde.
6 De besturing bewerkt de zijwand van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet
Q505.
7 De besturing bewerkt de halve sleufbreedte na met de gedefinieerde aanzet.
8 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van
de cyclus.
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN
uitvoeren.
De gereedschapspositie bij de cyclusoproep bepaalt de grootte van het te
verspanen gedeelte (startpunt van de cyclus).
802
Bewerkingscycli | Cycli voor frees-draaibewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022