Bewerkingscycli | Cycli voor frees-draaibewerking
14.4.22 Cyclus 840 ST.DR. CONT. RAD.
Toepassing
Met deze cyclus kunt u sleuven met een willekeurige vorm in langsrichting
steekdraaien. Bij steekdraaien wordt afwisselend een steekbeweging naar diepte-
instelling en vervolgens een voorbewerkingsbeweging uitgevoerd.
U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of
complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand.
U kunt de cyclus voor bewerking aan de binnen- en buitenzijde gebruiken. Als het
startpunt van de contour groter is dan het eindpunt van de contour, voert de cyclus
een bewerking aan de buitenzijde uit. Als het startpunt van de contour kleiner is dan
het eindpunt, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit.
Cyclusverloop voorbewerken
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van
de cyclus. Als de X-coördinaat van het startpunt kleiner is dan het startpunt van
de contour, positioneert de besturing het gereedschap in de X-coördinaat op het
startpunt van de contour en start de cyclus vanaf die positie.
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang in de Z-coördinaat (eerste
insteekpositie).
2 De besturing voert een steekbeweging naar de eerste diepte-instelling uit.
3 De besturing verspaant het gedeelte tussen startpositie en eindpunt in lengte-
richting met de gedefinieerde aanzet Q478.
4 Indien in de cyclus de invoerparameter Q488 is gedefinieerd, worden insteek-
elementen met deze insteekaanzet bewerkt.
5 Als er in de cyclus slechts één bewerkingsrichting Q507=1 is geselecteerd, zet
de besturing het gereedschap met de veiligheidsafstand vrij, verplaatst zich
in ijlgang terug en benadert de contour weer met de gedefinieerde aanzet. Bij
bewerkingsrichting Q507=0 vindt de verplaatsing aan beide zijden plaats.
6 Het gereedschap steekt in tot de volgende diepte-instelling.
7 De besturing herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de sleufdiepte is bereikt.
8 De besturing positioneert het gereedschap terug naar veiligheidsafstand en voert
aan beide zijwanden een steekbeweging uit.
9 De besturing verplaatst het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van
de cyclus.
Cyclusverloop nabewerken
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de eerste sleufzijde.
2 De besturing bewerkt de zijwanden van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet
Q505.
3 De besturing bewerkt de bodem van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet.
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van
de cyclus.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
781