Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
14.3.29 cyclus 24 NABEWERKEN ZIJKANT
Toepassing
Met cyclus 24 NABEWERKEN ZIJKANT wordt de in cyclus 20 geprogrammeerde
overmaat zijkant nabewerkt. U kunt deze cyclus meelopend of tegenlopend laten
uitvoeren.
Vóór de oproep van cyclus 24 moet u nog meer cycli programmeren:
Cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR
Cyclus 20 CONTOURDATA
evt. cyclus 21 VOORBOREN
evt. cyclus 22 UITRUIMEN
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap boven de component naar het
startpunt van de benaderingspositie. Deze positie in het vlak volgt uit een
tangentiële cirkelbaan waarop de besturing het gereedschap dan naar de contour
leidt
2 Vervolgens verplaatst de besturing het gereedschap naar de eerste diepte-
instelling in de aanzet diepteverplaatsing
3 De besturing benadert de contour voorzichtig tot de gehele contour is nabewerkt.
Daarbij wordt elke deelcontour afzonderlijk nabewerkt
4 De besturing benadert resp. verlaat de na te bewerken contour in een tangentiële
helixboog. De starthoogte van de helix is 1/25 van de veiligheidsafstand Q6,
hoogstens echter het resterende gedeelte van de laatste diepte-instelling via de
einddiepte
5 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas terug naar
veilige hoogte, of naar de laatste vóór de cyclus geprogrammeerde positie. Dit
gedrag is afhankelijk van machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007).
De besturing berekent het startpunt ook afhankelijk van de volgorde bij
het afwerken Wanneer u de nabewerkingscyclus met de toets GOTO
selecteert en het NC-programma dan start, kan het startpunt op een
andere positie liggen als wanneer het NC-programma in de gedefinieerde
volgorde wordt afgewerkt.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
591