11
Functiebeschrijving
De besturing verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan, met tangentiële
aansluiting, van de actuele positie naar het gedefinieerde eindpunt. Het startpunt is
het eindpunt van de voorafgaande NC-regel. U kunt het nieuwe eindpunt met max.
twee assen definiëren.
Wanneer contourelementen zonder knik- of hoekpunten continu in elkaar overgaan,
is de overgang tangentieel.
Cirkelbaan CT programmeren
U programmeert een cirkelbaan CT als volgt:
Aanwijzing
Het contourelement en de cirkelbaan moeten beide coördinaten van het vlak
bevatten waarin de cirkelbaan wordt afgerond.
Voorbeeld
7 L X+0 Y+25 RL F300 M3
8 L X+25 Y+30
9 CT X+45 Y+20
10 L Y+0
11.3.9
Cirkelbaan in een ander vlak
Toepassing
U kunt ook cirkelbanen programmeren die niet in het actieve bewerkingsvlak liggen.
314
Baanfuncties | Baanfuncties met cartesiaanse coördinaten
CT selecteren
Coördinaten van het eindpunt definiëren
Eventueel radiuscorrectie selecteren
Eventueel aanzet definiëren
Eventueel additionele functie definiëren
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022