Onbewerkt werkstuk | Correctie van het onbewerkte werkstuk in de draaimodus met FUNCTION TURNDATA
BLANK (optie #50)
Verwante onderwerpen
Subprogramma's
Verdere informatie: "Subprogramma's en herhalingen van programmadelen met
label LBL", Pagina 342
Draaimodus FUNCTION MODE TURN
Verdere informatie: "Basisprincipes", Pagina 216
Onbewerkt werkstuk voor de simulatie definiëren met BLK FORM
Verdere informatie: "Onbewerkt werkstuk definiëren met BLK FORM",
Pagina 238
Voorwaarden
Softwareoptie #50 Freesdraaien
Draaimodus FUNCTION MODE TURN actief
Correctie van het onbewerkte werkstuk is alleen mogelijk bij de cyclusbewerking
in de draaimodus.
Gesloten contour van het onbewerkte werkstuk voor correctie van het
onbewerkte werkstuk
De beginpositie en de eindpositie moeten identiek zijn. Het onbewerkte werkstuk
komt overeen met de dwarsdoorsnede van een rotatiesymmetrische component.
Functiebeschrijving
Met TURNDATA BLANK roept u een contourbeschrijving op die de besturing als
gecorrigeerd onbewerkt werkstuk gebruikt.
U kunt het onbewerkte werkstuk in een subprogramma binnen het NC-programma
of als afzonderlijk NC-programma definiëren.
U kunt bestanden of subprogramma's op de volgende manieren selecteren:
Bestandspad invoeren
Nummer of naam van het subprogramma invoeren
Bestand of subprogramma met behulp van een keuzevenster selecteren
Bestandspad of naam van het subprogramma in een QS-parameter definiëren
Nummer van het subprogramma in een Q-, QL-, of QR-parameter definiëren
Met de functie FUNCTION TURNDATA BLANK OFF deactiveert u de correctie van het
onbewerkte werkstuk.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
9
245