11
Functiebeschrijving
De besturing verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan, met de radius R, van de
actuele positie naar het gedefinieerde eindpunt. Het startpunt is het eindpunt van de
voorafgaande NC-regel. U kunt het nieuwe eindpunt met max. twee assen definiëren.
Start- en eindpunt kunnen door vier verschillende cirkelbanen met dezelfde radius
met elkaar worden verbonden. De juiste cirkelbaan definieert u met centreerhoek
CCA van de cirkelbaanradius R en rotatierichting DR.
Het voorteken van de cirkelbaanradius R bepaalt of de besturing de centreerhoek
groter of kleiner dan 180° kiest.
De straal heeft de volgende gevolgen voor de centreerhoek:
Kleinere cirkelbaan: CCA<180°
Radius heeft positief voorteken R>0
Grotere cirkelbaan: CCA>180°
Radius heeft negatief voorteken R<0
Met de rotatierichting definieert u of de besturing de cirkelbaan met de klok mee of
tegen de klok in verplaatst.
Definitie van de rotatierichting:
Met de klok mee: rotatierichting DR– (met radiuscorrectie RL)
Tegen de klok in: rotatierichting DR+ (met radiuscorrectie RL)
Voor een volledige cirkel programmeert u twee cirkelbanen na elkaar. Het eindpunt
van de eerste cirkelbaan is het startpunt van de tweede. Het eindpunt van de tweede
cirkelbaan is het startpunt van de eerste.
312
Baanfuncties | Baanfuncties met cartesiaanse coördinaten
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022