11
Cirkelbaan CP programmeren
U programmeert een cirkelbaan CP als volgt:
Instructies
In het werkbereik kolom Invoerscherm kunt u omschakelen tussen de syntaxis
voor cartesiaanse en polaire coördinateninvoer.
Wanneer u PA incrementeel definieert, moet u de rotatierichting met hetzelfde
voorteken definiëren.
Houd rekening met dit gedrag bij het importeren van NC-programma's van
oudere besturingen en pas eventueel de NC-programma's aan.
Voorbeeld
18 LP PR+20 PA+0 RR F250 M3
19 CC X+25 Y+25
20 CP PA+180 DR+
11.4.5
Cirkelbaan CTP
Toepassing
Met de functie CTP programmeert u een cirkelbaan met poolcoördinaten die
tangentieel op het eerder geprogrammeerde contourelement aansluit.
Voorwaarden
Pool CC
Voordat u met poolcoördinaten gaat programmeren, moet u een pool CC
definiëren.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317
Vorig contourelement geprogrammeerd
Vóór een cirkelbaan CTP moet een contourelement geprogrammeerd zijn waarop
de cirkelbaan tangentieel kan worden aangesloten. Hiervoor zijn minstens twee
positioneerregels nodig.
320
C selecteren
P selecteren
Poolcoördinatenhoek PA definiëren
Rotatierichting selecteren
Eventueel aanzet definiëren
Eventueel additionele functie definiëren
Baanfuncties | Baanfuncties met poolcoördinaten
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022