11
APPR LN en APPR PLN programmeren
U definieert de benaderingsfunctie als volgt:
Met willekeurige baanfunctie startpunt P
Voorbeeld APPR LN
11 L X+40 Y+10 R0 FMAX M3
12 APPR LN X+10 Y+20 Z-10 LEN15
RR F100
13 L X+20 Y+35
14 L ...
11.5.5
Benaderingsfuncties APPR CT en APPR PCT
Toepassing
Met deze functies benadert de besturing de contour via een cirkelbaan met
tangentiële aansluiting. Met APPR CT definieert u het startpunt van de contour
cartesiaans en met APPR PCT polair.
332
Wanneer deze baanvorm polair geprogrammeerd wordt, moet vooraf een
pool CC gedefinieerd worden.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317
APPR DEP selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld APPR LN
Coördinaten van het eerste contourpunt P
Afstand van hulppunt P
Radiuscorrectie RR/RL selecteren
Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
benaderen
S
definiëren
A
met LEN positief definiëren
H
; P
zonder radiuscorrectie benaderen
S
; P
met radiuscorr. RR, afstand P
A
LEN 15
; Eindpunt van het eerste contourelement
; Volgend contourelement
tot P
:
H
A
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022