14
Helpscherm
Voorbeeld
11 CYCL DEF 800 DRAAISYST. AANPASSEN ~
Q497=+0
Q498=+0
Q530=+0
Q531=+0
Q532=+750
Q533=+0
Q535=+3
Q536=+0
Q599=-1
706
Bewerkingscycli | Cycli voor frees-draaibewerking
Parameter
Q535 Excentrisch draaien?
Assen voor de excentrische draaibewerking koppelen:
0: ontkoppelen van de as opheffen
1: askoppelingen activeren. Het rotatiecentrum bevindt zich
in het actieve referentiepunt
2: askoppelingen activeren. Het rotatiecentrum bevindt zich
in het actieve nulpunt
3: askoppelingen niet wijzigen
Invoer: 0, 1, 2, 3
Q536 Excentrisch draaien zonder stop?
Programma-afloop vóór de askoppeling onderbreken:
0: stop voor nieuwe askoppeling. De besturing opent in de
gestopte toestand een venster waarin de mate van excentri-
citeit en de maximale uitwijking van de afzonderlijke assen
worden weergegeven. Vervolgens kunt u de bewerking met
NC start voortzetten of ANNULEREN selecteren
1: askoppeling zonder vorige stop
Invoer: 0, 1
Q599 resp. QS599 Terugtrekbaan/macro?
Terugtrekken vóór het uitvoeren van positioneringen in de
rotatie-as of gereedschapsas:
0: geen retourloop
-1: maximale retourloop met M140 MB MAX, zie "In de
gereedschapsas terugtrekken met M140", Pagina 1290
> 0: baan voor terugtrekken in mm of inch
"...": pad voor een NC-programma dat als gebruikermacro
moet worden opgeroepen.
Verdere informatie: "Gebruikersmacro", Pagina 707
Invoer: -1...9999 Bij invoer van tekst max. 255 tekens als
alternatief QS-parameters
;PRECESSIEHOEK ~
;GEREEDSCHAP OMKEREN ~
;SCHUINE BEW. ~
;INSTELHOEK ~
;AANZET ~
;VOORKEURSRICHTING ~
;EXCENTRISCH DRAAIEN ~
;EXCENTR. ZONDER STOP ~
;TERUGTREKKEN
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022