Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 327

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
11.5
Contour benaderen en verlaten
11.5.1
Overzicht van de baanvormen
Met behulp van de functies voor benaderen en verlaten verplaatst het gereedschap
de contour voorzichtig of van de contour weg, zonder bewerkingsmerktekens achter
te laten.
De map APPR van het venster NC-functie invoegen bevat de volgende functies:
Symbool
Functie
APPR LT of APPR PLT
Contour via een rechte met tangentiële
aansluiting cartesiaans of polair benade-
ren
APPR LN of APPR PLN
Contour via een rechte loodrecht op het
eerste contourpunt cartesiaans of polair
benaderen
APPR CT of APPR PCT
Contour via een cirkelbaan met tangen-
tiële aansluiting cartesiaans of polair
benaderen
APPR LCT of APPR PLCT
Contour met een cirkelbaan met tangen-
tiële aansluiting en rechte cartesiaans of
polair benaderen
De map DEP van het venster NC-functie invoegen bevat de volgende functies:
Symbool
Functie
DEP LT
Contour verlaten met een rechte lijn met
tangentiële aansluiting
DEP LN
Contour verlaten met een rechte
loodrecht op het laatste contourpunt
DEP CT
Contour verlaten met een cirkelbaan met
tangentiële aansluiting
DEP LCT of DEP PLCT
Contour met een cirkelbaan met tangen-
tiële aansluiting en rechte cartesiaans of
polair verlaten
U kunt in het invoerscherm of met de toets P omschakelen tussen
cartesiaanse of poolcoördinaten.
Verdere informatie: "Basisprincipes van de coördinatendefinitie",
Pagina 298
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Verdere informatie
Pagina 330
Pagina 331
Pagina 332
Pagina 334
Verdere informatie
Pagina 335
Pagina 336
Pagina 337
Pagina 337
11
327

Advertenties

loading