14
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing
de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst
zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak!
Diepte negatief invoeren
Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing
bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of
niet (off)
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u de cyclus met bewerkingsomvang 2 (alleen nabewerken) oproept,
wordt er voorgepositioneerd naar de eerste diepte-instelling + veiligheidsafstand
in ijlgang. Tijdens de positionering in ijlgang bestaat botsingsgevaar.
Eerst een voorbewerking uitvoeren
Ervoor zorgen dat de besturing het gereedschap in ijlgang kan
voorpositioneren, zonder tegen het werkstuk te botsen
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
De besturing positioneert het gereedschap in de gereedschapsas automatisch
voor. Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. in acht nemen.
De besturing reduceert de diepte-instelling tot de in de gereedschapstabel gede-
finieerde snijkantlengte LCUTS als de snijkantlengte korter is dan de in de cyclus
ingevoerde diepte-instelling Q202.
De besturing positioneert het gereedschap aan het einde terug naar de veilig-
heidsafstand, wanneer ingevoerd naar de 2e veiligheidsafstand.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
Cyclus 251 houdt rekening met de snijkantbreedte RCUTS uit de gereed-
schapstabel.
Verdere informatie: "Insteekstrategie Q366 met RCUTS", Pagina 531
Aanwijzingen voor het programmeren
Bij een niet-actieve gereedschapstabel moet u altijd loodrecht insteken (Q366=0),
omdat u geen insteekhoek kunt definiëren.
Gereedschap naar de startpositie in het bewerkingsvlak voorpositioneren met
radiuscorrectie R0. Houd rekening met parameter Q367 (positie).
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
Veiligheidsafstand zo invoeren dat het gereedschap bij het verplaatsen niet klem
komt te zitten door afgefreesde spanen.
Denk eraan, wanneer Q224 rotatiepositie ongelijk aan 0 is, dat u uw maten van
het onbewerkte werkstuk groot genoeg definieert.
526
AANWIJZING
AANWIJZING
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022