Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 451

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Bewerkingscycli | Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie
5 De besturing verplaatst zolang opnieuw, totdat de AANT. SPAANBREKEN Q213 is
bereikt, of totdat de boring de gewenste DIEPTE Q201 heeft. Wanneer het gede-
finieerde aantal spaanbreuken is bereikt, maar de boring nog niet de gewenste
DIEPTE Q201 heeft, plaatst de besturing het gereedschap in de AANZET
TERUGTREKKEN Q208 uit de boring naar de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200
6 Indien ingevoerd, wacht de besturing nu de STILSTANDSTIJD BOVEN af
7 Aansluitend steekt de besturing in ijlgang in de boring in, tot op de waarde
TERUGTR.HGT SPAANBR. Q256 boven de laatste diepte-instelling
8 Het proces 2 t/m 7 wordt herhaald totdat de DIEPTE Q201 is bereikt
9 Indien ingevoerd, wacht de besturing nu de STILSTANDSTIJD ONDER af
10 Wanneer de DIEPTE Q201 is bereikt, trekt de besturing het gereedschap met
FMAX uit de boring naar de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 of naar de 2E VEILIG-
HEIDSAFST.. De 2E VEILIGHEIDSAFST. Q204 werkt pas wanneer deze groter is
geprogrammeerd dan de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing
de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst
zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak!
Diepte negatief invoeren
Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing
bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of
niet (off)
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en
FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
Aanwijzingen voor het programmeren
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer-
kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
14
451

Advertenties

loading