Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Handleiding pagina 568

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

14
Strategie Q389=2 en Q389=3
Strategie Q389=2 en Q389=3 onderscheiden zich van elkaar door de overloop bij het
vlakfrezen. Bij Q389=2 ligt het eindpunt buiten het vlak, bij Q389=3 langs de rand van
het vlak. De besturing berekent eindpunt
veiligheidsafstand. Bij de strategie Q389=2 verplaatst de besturing het gereedschap
extra met de gereedschapsradius tot buiten het eindvlak.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang met FMAX vanaf de actuele
positie in het bewerkingsvlak naar het startpunt 1: het startpunt in het bewer-
kingsvlak ligt op een afstand gelijk aan de gereedschapsradius en de zijdelingse
veiligheidsafstand versprongen naast het werkstuk.
2 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang met FMAX in de
spilas naar de veiligheidsafstand.
3 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich met de aanzet frezen Q207 in de
spilas naar de door de besturing berekende eerste diepte-instelling.
4 Daarna verplaatst het gereedschap zich met de geprogrammeerde aanzet frezen
naar het eindpunt 2.
5 De besturing verplaatst het gereedschap in de gereedschapas op veilig-
heidsafstand boven de actuele diepte-instelling en verplaatst met FMAX meteen
terug naar het startpunt van de volgende regel. De besturing berekent de
verspringing uit de geprogrammeerde breedte, de gereedschapsradius, de
maximale baanoverlappingsfactor en de zijdelingse veiligheidsafstand.
6 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich terug in actuele diepte-instelling en
vervolgens weer in de richting van het eindpunt 2.
7 Het proces herhaalt zich, totdat het ingevoerde vlak volledig is bewerkt. Aan het
einde van de laatste baan positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang
FMAX terug naar startpunt 1.
8 Indien er meerdere verplaatsingen noodzakelijk zijn, verplaatst de besturing
het gereedschap met positioneeraanzet in de spilas naar de volgende diepte-
instelling.
9 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste
verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet
nabewerken afgefreesd.
10 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de
2e veiligheidsafstand.
568
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
2
uit de lengte van de zijde en de zijdelingse
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022

Advertenties

loading